Indonesische reisnotities (slot)

Sundastraat – op de veerboot van Sumatra naar Java. Vanochtend werd ik wakker op een Centerparksachtig terrein, met huisjes in koloniale stijl op gras en met rotan meubelen op de marmeren patio’s. Het ademde een koloniale, Buitenzorgse sfeer. ’t Eten was gisteravond ook voortreffelijk en van on-inlandse kwaliteit: veel groente, blakend van versheid, en met een zalige tempé manis erbij zoals ik beide alleen uit de Nederlandse toko ken. Het heet hier Ecolodge en dat betekent twee dingen: dat het zich richt op westerse toeristen, want Indonesiërs interesseren zich niet voor duurzaamheid en het milieu – en dat alles hier twee keer zo duur is. Het terrein ligt aan de rand van Way Kambas National Park in het zuidwesten van Sumatra, een gebied waar olifanten, apen, tijgers, pythons, cobra’s en krokodillen voorkomen. Vrolijk gezelschap! Toen ik gisteravond vanuit Palembang aankwam werd ik meegenomen naar een olifantenreservaat, negen kilometer verderop. Het schemerde al toen ik halverwege midden op de weg een enorme hoop stront zag liggen. De chauffeur tegen mij: ‘Gajah!’ (olifant) en ‘Liarrr…’ (wild). Ik vond het wel wat. Maar de olifanten die ik even later te zien kreeg waren niet wild; ze stonden aan de ketting, een beetje heen …

Lees meer

Indonesische reisnotities (6)

Na Padang en Bukittingi, beide aan de westkust, vallen er gaten in de sporen van mijn vader op Sumatra. Ik weet dat hij in Muara Enim heeft gewoond, zo’n 200 km zuidelijker, en ten slotte nog in de Lampongse districten helemaal aan de zuidkust, maar er zijn daarvan geen adressen bekend; pas op Java duikt hij weer op, in de oorlogsjaren. Het lijkt alsof het gebrek aan infrastructuur, de gaten in de wegen, de oerwouden en de enorme afstanden hier de zichtbare uitdrukking zijn van zijn uitgewiste sporen. Ik heb mijn reisgids geraadpleegd en ben naar het dichtstbijzijnde natuurreservaat op de weg naar Muara Enim gegaan, het Kerinci Seblat National Park, ‘which covers an amazing 14,000 sq km stretch of jungle and mountains. Rare wildlife in this Unesco World Heritage Site park includes Sumatran tigers and elephants, clouded leopards, Malayan sun bears and tapirs, over 375 species of birds, and the world’s largest and tallest flowers.’ Van Padang naar Kerinci is een rit van zeven uur over haarspeldbochten en asfalt waar regen en zon grote en diepe gaten in hebben geslagen. Voor de gaten moet de auto helemaal tot stilstand komen om met een plof in het gat te landen, …

Lees meer

Indonesische reisnotities (5)

Twee weken lang heb ik op Java op mijn trailschoenen rondgelopen. Ik loop er mijn trainingsrondjes in de duinen op en vorig jaar bewezen ze goede diensten in de Alpen, maar hier zijn ze nog maar slecht van pas gekomen. Ik heb vrijwel geen voet verzet in die steden, maar liet me rijden: in de auto, achterop de brommer, in een becak of bagai. Gaandeweg werd ik gek van die schoenen. Veel te dik met die sokken, veel te zwaar, te bulkig en te lomp. Geen mens loopt er hier op; men draagt slippers of sandalen, maar waar haal ik die hier vandaan? Ik mag Indische genen hebben maar mijn schoenmaat is 46 en de stalletjes en winkels gaan hier tot 42… Zo ben ik door al die steden en langs alle attracties op Java gegaan, van Bandung tot Djokjakarta en Solo, langs de Borubudur en het Prambanan en zo via de botanische tuinen van Bogor weer terug naar Jakarta. Daar nam ik vanochtend voor het tweede deel van de reis het vliegtuig naar Padang op Sumatra, het tweede eiland waar mijn vader opgroeide, in plaatsen en plaatsjes als Padang, Bukittingi, Muara Enim en Palembang. In 1969, op het hoogtepunt …

Lees meer

Indonesische reisnotities (4)

Het is hier nog geen nooit-meer-slapen maar veel scheelt het niet: ik tel zeven bulten op mijn linkervoet en vier op mijn rechter-, drie naast elkaar op een knie en nog een op mijn hand. En het is om gek van te worden. Smeer ik me dan niet volgens protocol in (eerst zonnebrandcrème, drie kwartier laten intrekken, dan DEET 40%, ‘geschikt voor de jungle’)? Natuurlijk – maar daar trekt het ‘stekend en slurpend gespuis’ (lucebert, val voor vliegengod) zich hier niets van aan. Het enige wat helpt is door diepe concentratie de illusie van de jeuk in te zien – of als dat niet helpt, de jeuk met pijn tot bloedens toe te bestrijden… De eerste beet deed ik meteen op de ochtend van de eerste dag al op, in de buurt van het Monumen Nasional. Ik had toen mijn rugzak met alle smeersels nog niet terug en vreesde voor malaria – maar zo’n vaart loopt dat niet, verzekerde men mij. Bij een karretje bestelde ik mijn eerste straatgerecht: een sop bakso, soep met balletjes. Niet erg lekker, de ballen doen denken aan frikandel, maar ik kende het niet en had honger. De verkoper haalde een kom tevoorschijn, deed er …

Lees meer

Indonesische reisnotities (3)

Met een gevoel als van Neil Armstrong plant ik mijn voet onderaan het vliegtuig op Indonesische bodem. En als de hitte me in het gezicht slaat en mijn lijf omspoelt, denk ik aan wat mijn vader tegen zijn vrouw en dochter zei toen ze hier in ’87 – hij na 41 jaar – uitstapten: ‘Ja mensen, dit zijn nou de tropen’. Goed. Ik hoef niet met het klootjesvolk op mijn rugzak te wachten, want die is een dag eerder al gearriveerd; ik hoef hem alleen maar op te halen. Men verwijst me naar de Lost and found. Ik overhandig er mijn bewijsje maar de gegevens blijken in het grote boek niet terug te vinden. Geen rugzak. Hoe het kan? Geen idee zegt de mevrouw. Ze maakt een formulier op en zegt ermee aan de slag te zullen gaan. Met alleen mijn handbagage loop ik naar buiten. Breekt het zweet me nu uit of is het die hitte? Een taxichauffeur spreekt me aan. Naar Jalan Gelong Baru Timur? 350.000 roepia. Ik heb begrepen dat je hier over alles moet onderhandelen – wel fijn maar ook vermoeiend, vooral met die hitte – dus ik trek mijn beste bedenkelijke gezicht en stel 250.000 …

Lees meer

Indonesische reisnotities (2)

Oververtegenwoordiging Twee dingen moet ik nu zonder mijn bagage regelen: een lader voor mijn telefoon en geld. Van het hotel kan ik een lader lenen met verloopstekker, want stopcontacten zien er hier anders uit. En voor geld kan ik naar een pinautomaat aan de overkant. Als ik voor het apparaat sta duizelt het me van de Chinese tekens, maar ik waag het er maar op, ik heb ook geen keus. Hulp vragen kan sowieso niet want niemand spreekt hier een woord Engels, dat heb ik al gemerkt. Op hoop van zegen dus maar. Pinnen is pinnen, lijkt me. Gelukkig verschijnt er een optie English nadat ik met een 1, 2, 3 in godsnaam mijn kaart in de sleuf steek. Maar het bericht ‘Processing your request’ blijft wel heel lang staan. En dan ineens: kaart terug, maar geen geld. Huh? Ik loop naar buiten. Wat zou het probleem zijn? Dit is een Visakaart van Bank of America waar ik al jaren mijn inkomen op ontvang (van Amerikaanse bedrijven waar ik vertaalwerk voor doe) en die nog nooit problemen heeft gegeven. Ik heb nog wel een girokaart maar daar staat niks op nu. Ik loop een lange rechte straat af naar een …

Lees meer