Pentekening van naakte vrouwen

Rudy Cornets de Groot en de pedagogische Eros (slot)

Fuck is God: seks niet als geheime agenda achter een op idealisme gegronde pedagogie, maar als middel om de status quo te ondermijnen met lust als hoogste principe, in plaats van plicht, discipline, gehoorzaamheid aan ‘old men’. Wat voor pedagogie, en vooral: wat voor pedagoog zou de pupil hierbij van dienst kunnen zijn? Het zou moeten gaan om een figuur die zich formeel in dienst stelt van de gevestigde orde, maar zijn pupil tegen die orde in bescherming neemt en leert hoe hij zich ertegen kan verweren. Een gespleten figuur dus, een heilige en een gangster ineen, conform Mulisch’ opvatting van het schrijverschap: Ik wilde gangster worden, en weldra heilige, – maar omdat ik het alle twee tegelijk wilde, of althans te kort na elkaar (want alle rechtgeaarde heiligen hebben een suksesrijke karrière als gangster achter de rug), werd ik niets. Een schrijver (…).1 Het is opnieuw Vestdijk die zijn portret tekent, en wel in de pedagoog Cheiron, uit een roman waar Cornets de Groot liefst vier keer uitvoerig over heeft geschreven: Aktaion onder de sterren (1941), een half-historische, half-mythologische roman ‘uit het voor-Homerische Griekenland’, zoals de ondertitel luidt. Cheiron is niet Aktaions erastes; hij is een kentaur: half paard, …

Lees meer

Rudy Cornets de Groot en de pedagogische Eros (3)

‘Je weet niks, hè? Je weet met al je schuttingwoorden nergens van!’ zei ze. ‘En wat ben je laat, je bent al bijna veertien.’ ‘Wat moet ik weten?’ vroeg ik, ‘en waarvan?’ ‘Weet je dan niet,’ begon ze, en ze legde me uitvoerig uit wat mij was overkomen die morgen, () en dat ik groot geworden was vandaag – hoe zou dat ooit smerig kunnen zijn?1 Zo tekent Cornets de Groot in zijn tweede roman Tropische jaren (1986) zijn entree in zijn eigen leerschool der liefde. Narda’s rol is in dit boek naar de achtergrond verschoven, al ‘doorstraalt [ze] het geheel als idee.’2 Het boek opent al op de eerste pagina met de initiatie van de ik-zegger in sexualis. In wezen gaat de roman minder over Nederlands-Indië of over de vraag door wie of wat zijn leven daar ‘uit zijn baan is geslingerd’,3 dan om zijn eigen seksuele volwassenwording, met een vriendinnetje als Carla in het citaat hierboven, of met Julie hieronder: Ik kuste haar zoals een kind dat doet, op de wang, lang en met grote vasthoudendheid. ‘Je lijkt wel een drukpers,’ zei ze, en toen kuste ze mij, op de mond, met zoetsmakende tong. ‘We moeten je nog …

Lees meer

Pentekening van touwtjespringend meisje

Rudy Cornets de Groot en de pedagogische Eros (2)

In 1970 kreeg Cornets de Groot op de middelbare school waaraan hij Nederlands en tekenles gaf, een veertienjarige leerlinge in de klas, die in zijn autobiografische werk vanaf de bundel Striptease (1980) onder de naam Narda figureert. In zijn eerste roman Liefde, wat heet! (1983) doet hij als volgt verslag van het ontstaan van deze relatie: Ze openbaarde zich in een paar weken als een kapitaal kreng. Had van thuis ideeën meegekregen inzake orde en tucht en toonde geen enkel begrip voor begrippen als democratisering, inspraak en wantrouwen tegen autoritair gezag – belangrijke kwesties, toen. Geheel in tegenspraak met de geest des tijds smeet ze op een dag sinaasappels en ander fruit door het tekenlokaal, krijste naar een vriendinnetje in de uiterste hoek (‘Ted, is deze pruim van jou?’), ging ook nog op een tekentafel staan, wijdbeens het ding benuttend als wip! Wat ging er in mij om, dat uur? Straf, dacht ik, en ik dacht: wat straf je dan? Haar ouders, hun opvattingen, haar demonstratie daarvan – dus niets, niemand.1 In de versie in Striptease van deze geschiedenis betrekt hij er nog een meer principiële overweging bij: Een andere vraag was natuurlijk wat ik met haar aan moest. Was straf hier …

Lees meer