Memoriaal – schoolfeest

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 3e jrg., nr. 14, sprokkelmaand 1972.

Gewoonlijk ben ik geen scherp waarnemer: een gebrek dat bij iemand die zich leraar noemt des te betreurenswaardiger is. Maar het schoolfeest wás anders. Ook wie als blind door het leven gaat, zal het hebben moeten merken.
Over de dag hoef ik het niet te hebben, natuurlijk; de avond biedt stof genoeg. Ofschoon ik die uren toch niet met bestudeerde verbazing, laat staan met ogen als schoteltjes zo groot heb zoek gebracht. Mijn ervaring beperkt zich op het stuk van wat het feest te bieden had, tot het filmgebeuren: wat jazz, met een Nina Simone, wier stem in de luidsprekers werd gesmoord, een tekenfilm, de dunne en de dikke; Sexy Rexy ontvlood ik (Beunder niet, hetgeen hem op twee los latende vullingen kwam te staan). En verder? Een run langs de stands, waarbij geen marktgeschreeuw me tot dralen en drentelen noopte – dat is het aardige van die stands, vind ik: als je komt ben je welkom, wil je weg: wie houdt je tegen?
Heb ik iets gemist?
Jawel. De antitok. Of niet soms? Van der Ende, toch een nederlandist als u het mij vraagt, ontkende onder relativerende gebaren met hand, en in weerwil van het welwillend omlokte hoofd, de zin van de antitok, waarvan mijn beste leerlingen, (Havo, het is waar) getuigden dat ze het met plezier en inzicht genoten hadden. Hoewel ik dus het hele geval niet gezien had – ik ben ten slotte ook een soort nederlandist – liet ik me er toch niet van weerhouden Karel van der Heiden te vertellen, dat het hier ging om de bevrediging van orale driften. Achteraf betwijfel ik dat toch: ging het alleen daarom dan had de voorstelling ‘Tok’ moeten heten, nietwaar? Nou, dan lijkt dít stukje daar heel wat meer op.
Getroffen werd ik door de sfeer die hier was; ik zal uiteraard niet van landerigheid of verveling spreken – er was iets anders aan de hand, als ik dit feest vergelijk met wat ik, gekleurd door het jeugdsentiment dat mijn leeftijdgenoten nu eenmaal aankleeft, ken. Het is de staat van collectieve emotionaliteit die je overal aantrof: weinig eenlingen, veel samenklonteringen, soms hele klassen die niet uit elkaar waren te slaan. Het verschil met de school-van-vroeger en met deze is, geloof ik, dat die eerste school een school was in de etymologische betekenis van het woord, terwijl ons type school een verzameling is, een optelsom van klassen.
 

Plaats een reactie