Galerie Lissabon

 

Galerie Lissabon, 1966.

Zo langzamerhand is de naam Galerie Lissabon1 niet alleen een bekende klank maar ook een begrip geworden in de hele (Haagse kunst)-wereld. Ik wil in alle gemoedsrust wel zeggen dat dit feit alleen maar bewijst, dat er dus in Den Haag door deze Galerie in een bewust gevoelde behoefte werd en wordt voorzien. Zo’n ontwikkeling kon natuurlijk niet zonder gevolgen blijven. Ik memoreer in de eerste plaats de waardering alom: door de pers, in woorden – door het Rijk in klinkende munt, in de vorm van subsidies, en door u: door uw aanwezigheid. Een ander gevolg was de grondige metamorfose die de Galerie innerlijk onderging, en die op zijn beurt bijdroeg tot de steeds toenemende belangstelling, die trouwens door het peil van de exposities volledig gerechtvaardigd is.
Aanvankelijk opgezet met het doel om tot tentoonstellingen in uitwisseling met groepen in het buitenland te komen, bleek de Galerie ook tegemoet te kunnen komen aan de wens van velen om jong talent van eigen bodem te kunnen zien. Groepstentoonstellingen als die van de winnaars van de koninklijke subsidie 1966 vormden een overgang naar de volgende poging: het brengen van eenmanstentoonstellingen. Betekent dit nu dat het vroegere standpunt van “het brede overzicht” verlaten werd voor dat van “het dieper inzicht”? Nee, de Galerie heeft al experimenterend onderzocht of beide standpunten ook te verenigen zijn. Dat zijn ze. U kunt het aan de Zomercollectie 1966 zien: een collectie van werk van 14 jonge kunstenaars, van wie Nic Blans de oudste is. Het werk bestaat uit stockwerken in bezit van de Galerie en het weerspiegelt getrouw het beleid ervan, dat gericht is op het tonen van de meest belangwekkende facetten van de hedendaagse kunst. Mijn pen weigert te helpen de beproefde scheidsmuren op te trekken, als daar zijn: opart, nouveau réalisme, popart, etc. etc. Liever wijs ik op tegenstellingen die een zeker saamhorigheidsgevoel niet in de weg hoeven staan, – op de zinnelijke zindelijkheid van Jurjen de Haan en de zindelijke zinnelijkheid van Jan Snoeck; op de ontbinding, gebonden bij Peter Jansen, die tal van overgangsfasen in sexy vormen op heterdaad betrapt. Ik kijk naar Martineau’s vrolijke droefheid, terecht in veel zwartwit, naar Jaap van der Pol, met dat schijnbaar medelijdend leedvermaak om eigen ideeën, naar Willem Kloppers met werk dat architecten tot lyrici maakt, zoals men weet, en naar Henk van der Plas: de jongste met alle mogelijkheden nog voor zich. Het is een groep jongeren van wie insiders zich, bij het begin van hun carrière, veel voorstelden. Zij hebben die verwachting niet beschaamd, ik druk me eufemistisch uit. Een rijtje biografische gegevens, elders in deze krant, staat vol onderscheidingen, prijzen en opdrachten…
De Galerie gaat na de opening van het nieuwe seizoen voort op de nieuwe, oude weg: eenmanstentoonstellingen in uitwisseling met kunstenaars uit het buitenland, – uit de V.S., Duitsland, Frankrijk, Mexico, Zweden en Denemarken. Van de Galerie kan in de toekomst nog van alles worden verwacht.


  1. Galerie Lissabon, gevestigd in het Lissabon, een steegje schuin aan de overkant van van Cornets de Groots woning aan de Denneweg in Den Haag. Met dit artikel opent de catalogus van de genoemde ‘Zomercollectie 1966′. []

Plaats een reactie