Het paradijs op aarde volgens Baudet

Omslag 'Het paradijs op aarde'

What’s in a name? Al sinds Thierry Baudets opkomst moet ik, steeds als ik zijn naam hoor, denken aan een prachtig, intrigerend en heel verhelderend boekje dat ik een paar jaar geleden las, althans aan de auteur daarvan: Henri Baudet. Het heeft een ogenschijnlijk nogal onbeholpen titel, Het paradijs op aarde, maar daarin zit ook enige pijn, want het boekje gaat over de verhouding tussen de westerse en niet-westerse mens, en we weten wat er met dat paradijs is gebeurd: van wie het was, en wie het zich heeft toegeëigend en grotendeels heeft vernietigd.

“Be not afeard”, zegt Caliban uit Shakespeare’s The Tempest, dat door Baudet uitvoerig wordt besproken, terwijl hij zijn paradijs, het eiland waarop hij geboren is voor zijn bezoekers schildert:

the isle is full of noises,
Sounds, and sweet airs, that give delight and hurt not.
Sometimes a thousand twangling instruments
Will hum about mine ears; and sometime voices,
That, if I then had waked after long sleep,
Will make me sleep again: and then, in dreaming,
The clouds methought would open, and show riches
Ready to drop upon me; that, when I waked,
I cried to dream again.

Voor Caliban, die wild is en lelijk als de nacht, is het in alle opzichten beter om te slapen en te dromen, want sinds de witte koloniaal Prospero kwam en hem en zijn eiland inlijfde, is zijn werkelijkheid een hel:

You taught me language, and my profit on ’t
Is, I know how to curse

bijt hij hem toe.

Ik weet niet of Thierry Baudet familie is van Henri Baudet;1 hij heeft het nooit over zijn afkomst, wel vaak over die van anderen. Zijn overwinningsspeech gisteren trok een merkwaardige figuur: hij kreeg zijn aanhang enthousiast over woorden en beelden waar het nog nooit van had gehoord. Waarom juichten en joelden ze dan? Omdat ze erdoor werden geïntimideerd – en intimidatie doet het altijd goed voor wie niet met argumenten wil overtuigen, dat wist het ploertendom destijds in Italië en Duitsland inderdaad ook al.

‘Uil van Minerva’, ‘Renaissance’: als ík dat zeg, denken de mensen ‘Wat een aansteller’ – maar in combinatie met vreemdelingenhaat lijkt het plots alsof de onderbuik legitimatie vindt in gestudeerde kringen. ‘Boreaal’: in extreemrechtse kringen schijnt dat woord een sjibbolet te zijn. ‘Wij zijn Hyperboreeërs’ zegt Nietzsche aan het begin van De Antichrist – maar als in dit soort kringen naar Nietzsche wordt verwezen, pas dan maar op.

Over het boekje van Henri Baudet schreef mijn vader in 1986 in een mooie brief aan Jan Verstappen, een vriend en collega-leraar Nederlands aan zijn school, die net als hij niet in Nederland was geboren maar in een kolonie: in de West, op Curaçao. Ik laat de betreffende passage hieronder volgen; het is wonderlijk hoe in de brief het ideeëngoed van de Baudet van nu te kijk wordt gezet:

‘In de tijd dat ik nog geschiedenis deed (M.O.) kreeg ik les van Baudet, een Indo. Hij had net een boekje geschreven onder de knullige naam Het paradijs op aarde. Het behandelt de verhouding tussen westerlingen en de niet-westerse mens. Voor enkelen onder ons was hij wat je noemt een goeroe. Na een jaar verdween hij naar Groningen. Zijn boek is een livre de chevet geworden, maar je mag er mij de gevangenis mee in sturen (livre de cachot!). Eens lichtte hij de voorbeelden die hij geeft toe, en merkwaardigerwijze ontbreekt de toelichting, die zelf een voorbeeld is, in dat wonderlijke boek.
“De westerse mens”, zei hij, “wordt voortdurend geplaagd door een kwaad geweten.” Geen wonder: die mens beschikte van begin af aan over techniek. Dat had de buiten-europese mens niet, – niet in die mate. Het is door technische middelen dat de westerling de niet-westerse mens naar de verdommenis hielp. Neem Odysseus, zei hij. Een Griek, een westerling. Een ingenieur, die de beslissing bracht in de strijd tegen de Trojanen: Aziaten waren dat. Hij vond het Trojaanse paard uit en bracht dood en verderf in de stad. Hector is een edelman, letterlijk. Odysseus een proleet (De verhouding is die als tussen Winnetou en een willekeurige blanke – níet Old Shatterhand, die is natuurlijk in orde: een mof, een Edelgermaan. Bij Karl May begint dat al. Hij (Baudet) brengt je andere verhoudingen onder het oog: Robinson – Vrijdag, etc.). Odysseus voelt geen spijt, maar aan zijn plan: zo gauw mogelijk naar huis – kan hij geen uitvoering geven. De goden sturen hem op een tienjarige zwerftocht; hij zal moeten boeten. “Vergelijk dit verhaal met onze geschiedenis”, zei hij (Baudet). “Vervang dat paard door de a-bom der Amerikanen”. Een of twee jaar na deze les verscheen de briefwisseling tussen Claude Eatherly (de bommengooier) en Günther Anders (Off limits für das Gewissen), waaruit duidelijk wordt dat Eatherly eveneens een odyssee begonnen was. Hij ging opzichtig uit stelen, kwam in de gevangenis terecht, werd daar weer uitgehaald en begon opnieuw. Ik weet niet of Hiroshima Mon Amour vóor of na Het paradijs op aarde verschenen is. Het verhaal op zich heeft natuurlijk wel te maken met de problematiek van Baudet, de profeet.

Omslag 'Noa noa'

In diezelfde tijd las ik nog het boekje Noa-noa van Paul Gauguin. De studie had ik inmiddels opgegeven. In ’63 verscheen Bikini.2

1959, Het paradijs op aarde
1961, Off limits für das Gewissen
1963, Bikini
het verband is duidelijk

: de zee, die Java, Bikini en Curaçao omspoelt, is dezelfde zee.
Voeg daaraan toe, dat de ándere zee een westerse zee is, die een aantal westerse landen in een bondgenootschap bindt – de rijke landen in het noordoosten van die zee – en je ziet, waarom de Pacific (0, symbolische naam) ons zo na aan het hart ligt. Wij hebben de tropen nooit verlaten. De westerling heeft de Middellandse zee uitgebouwd tot een oceaan. Hij is nog steeds met een renaissance bezig. Hij is van gisteren.
“Zijn wezen is: to do or to die”, zegt Cecil Rhodes.
Ons wezen is: leven en met je poten van andermans leven afblijven.
Gauguin, zelf een mixtiese natuur (zou Du Perron zeggen), geeft van het wezen van de niet-westerse mens een uitstekende psychologie. (…)’3

De Baudet van nu is van gisteren.


  1. Het blijkt zijn grootvader te zijn. []
  2. Een sleutelessay uit Cornets de Groots eerste periode, over het atol Bikini in de Stille Oceaan waarop de Amerikanen in 1946 hun eerste atoomproeven hielden. []
  3. Lees de volledige brief hier. []