Democratie kost tijd. Om tijd te besparen werd eens, bij ons, de sectievoorzittersvergadering uitgevonden. Die functioneerde niet lang, maar leverde wel het model voor andere commissies. Zij komen met hun voorstellen en ideeën voor een al dan niet daarop voorbereide docentenvergadering.
Er is een proces aan de gang, niet alleen bij ons en op school. Er is een nieuw soort mensen. Wij hebben Provo gehad, de P.P.R. en D’66: welwillende knakkers die de nieuwe regenten op de stoel van de oude hielpen. Zoals Mulisch het op 26 juli 1955 (!) voorzag: ‘In Singapore, Praag, Amsterdam, Alamogorde, Djakarta (en Wassenaar) zit een heel nieuw soort heren om tafels in café’s en regeringsgebouwen: zij zijn de machten. Twee tafeltjes of kamers verder weet niemand wie ze zijn. Met politiek heeft het niets meer te maken. () Welke taal spreken zij? Niemand verstaat het. () Niemand begrijpt nog hoe het in elkaar zit, wat er allemaal omgaat, wat er mogelijk is, waar het heen gaat.’ En iemand die mocht denken dat het elders anders is, leeft in een wereld die niet meer bestaat, en vergist zich.
Er is een systeem van onderlinge afspraken dat als bijprodukt communicatiestoornissen levert, die op vergaderingen tot ontladingen komen, migraine veroorzaken, wrevel, hilariteit, onverschilligheid, afweer. Die sommigen onzer tot de schaamteloze bekentenis verleiden, niet precies te weten hoe alles in elkaar steekt, die anderen, beter op de hoogte, tot de gebeten hond maken, omdat ze met alternatieven komen, want daar werd immers niet om gevraagd.
Er is een tijd geweest, waarin grote avonturiers tot de conclusie moesten komen, dat het in deze wereld, die de beste is van alle werelden, het beste is, zijn eigen tuintje maar te verzorgen, zijn eigen contactstoornissen te heiligen. Ik besluit deze waardevolle bijdrage tot een nieuwe discussie dan ook gaarne met de slogan:
CULTIVER SON JARDIN
OF:
Bakker maakt zelf centen