Correspondentie Sjoerd van Faassen (Bzztôh, 1979-1980)

9 brieven.
Bron: Letterkundig Museum.
Sjoerd van Faassen.

1. R.A. Cornets de Groot aan Sjoerd van Faassen

[Brief in typoscript, 1 blz.]

Leiden, 25 maart 1979

Beste Sjoerd,

Hartelijk dank voor de toezending van Luk de Vos zijn Lilith-artikel, dat ik met veel belangstelling las, en dat in ieder geval een aantal plaatsen noemt, waar je haar treffen kunt.
Ik bedankte hem in een brief, die ook jou mogelijk interesseert, weshalve ik hem voor je copieerde; hij gaat hierbij, amuseer je er maar mee…1

hartelijks,

[Handtekening]

Rudie

2. Sjoerd van Faassen aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

5 november 1979

Beste Rudy,

Zoals je wellicht weet neemt Henk Wage2 aan het eind van dit studiejaar afscheid van de School voor Taal- en Letterkunde.
Zoals gebruikelijk bij dat soort gelegenheden wordt hem bij dat afscheid een bundel opstellen van oud-leerlingen en collegae aangeboden, die, gezien Henks voornaamste preoccupaties, over de periode 1870 tot 1940 zou moeten gaan.
Ik zou je graag willen uitnodigen om aan bedoelde bundel een bijdrage te leveren.
Uiteraard het liefst over Vestdijk, en dan wellicht over z’n Verwey en de Idee (je kunt dan aansluiten bij eerdere opstellen van je in Maatstaf).3 Uiteraard sta ik echter wijd open voor een andere suggestie. Graag zou ik voor 15 november enigerlei bericht van je ontvangen.
Je bijdrage zou tussen de 3000 en 5000 worden mogen beslaan en zou omstreeks eind februari 1980 in mijn bezit moeten zijn.

Ik hoop dat je de tijd kunt vinden aan mijn verzoek te voldoen.
Met vriendelijke groet,

Sjoerd van Faassen

3. R.A. Cornets de Groot aan Sjoerd van Faassen

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Leiden, 11 nov. 79

Beste Sjoerd,
Wel bedankt voor je brief met de vraag om mee te doen aan een bundeltje voor Wage.
Ik maakte net iets persklaar (voor Nieuw Vlaams Tijdschrift), waar ik nogal gesteld op ben, en dat ik voor ’t doel wil afstaan.
’t Gaat alleen niet over Vestdijk (in ’t verleden schreef ik iets voor W., over V., toen W. uit Leiden vertrok, maar de commissie die er mij om vroeg, wilde ’t tenslotte niet hebben, door ’t gebrek aan wetenschappelijk gehalte (alsof ze anders hadden verwacht). Dat art. komt nu in een boek van mij (met opdracht aan Wage).4
Ik hoop dus, dat dit toereikend is, al gaat het dan over Rilke, met Mulisch, Slauerhoff en Lucebert in de bijrollen.5 Vóór febr. 1980 zal ik beslist niets weten te vinden, waarmee ik Wage een lol zou kunnen doen. Ik heb er al moeite mee, iets voor mezelf te vinden…6
Ik merk tot mijn verbazing dat mijn naam uit de lijst van medewerkers v. Bzzlletin is verdwenen – van de week zei iemand me dat, ik geloofde ’t niet, maar hij heeft gelijk. Enfin, weer een verplichting minder, maar raar toch dat de belanghebbende ’t van derden moet horen (of ’t, uit ijdele nieuwsgierigheid, zelf moet vaststellen).7
Zien we elkaar nog es?
t.à.t.
Rudy

4. Sjoerd van Faassen aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

14 november 1979

Beste Rudy,
Dank voor je aardige en welkome artikel over Rilke. Ik vraag me alleen af wat de aard [onleesbaar] status van het artikel precies is. Verschijnt het óók in het Nieuw Vlaams Tijdschrift? Als dat zo is, dan verschijnt het daarin waarschijnlijk eerder dan in de Wagebundel, die immers pas in mei 1980 zal verschijnen. Ik weet niet zeker of ik dat wel zo leuk vind; mijn streven is natuurlijk naar inedita.
Laat je mij dat nog even weten?
Ik hoop niet dat je míj verantwoordelijk acht voor de strapatsen die Phil M.8 uithaalt. Ik heb niets met Bzzlletin te maken (zoals je ziet sta ík ook niet onder de vaste medewerkers vermeld!) uitsluitend ben ik redakteur van de boekserie. Het is mij wel vaker opgevallen dat Phil af en toe uiterst merkwaardig met relaties omspringt… Nu ja, zo lang ik hem nog goed kan gebruiken…
Hart. gr., je

5. R.A. Cornets de Groot aan Sjoerd van Faassen

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Leiden, 28 nov. 1979

Beste Sjoerd,

Even heb ik moeten wachten op een fatsoenlijke envelop, voor ik je ’t Vestdijk-stukje9 sturen kon. Ik hoop dat ’t leesbaar is (wat wazig hier en daar – de afdruk, natuurlijk – niet de inhoud!).
Al is mijn Rilke-opstel wat verrassender dan dit, toch heeft ook dit een aardig slot, dat een schril licht werpt op Vestdijks persoonlijke afhankelijkheid van de astrologie.

Denk er maar es over na, of je ’t hebben wilt!

Groetjes, t.à.t.
Rudy

’t Geheel zit raar in mekaar. Er is een gewone doortellende paginering voor ’t verhaal zelf. En er zijn bladzijdenummers gevolgd door een @. Dat zijn de noten die bij de tegenblz. horen.

6. R.A. Cornets de Groot aan Sjoerd van Faassen

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Leiden, 9 mei 1980

Beste Sjoerd,

Dank voor je brief en proef.
Van fouten waar je bij de correctie voor uit moet kijken, maakte ik een lijstje. Niet omdat ik je niet vertrouw: je corrigeert denk ik veel beter dan ik, maar omdat ik mezelf geen kans gun me er met de Franse slag van af te maken.

  • Heel verraderlijk is bv. de duitse komma op p. 156 die een uitroepteken had moeten zijn.
    (Al lezend merk ik – op p. 157 – dat Vorbrot i kogel schieten mocht, maar er 5 aan toevoegde. Later schiet hij er 5 in Stefanie, en spaart er éen uit: zonder te weten waarom! Maar dit even terzijde).
  • Is ’t afbreken van ‘systematisch’ zó goed: ‘sys|tematisch’ of ‘sy|stematisch’ (zoals gebeurt op p. 158.)?
  • P. 169: ‘daarvan’ is natuurlijk één woord. Ik heb er lang op zitten te turen, voor ik begreep wat er aan de hand was.
    ’t Is wel makkelijker, als je mèt de proef ook de kopij bij de hand hebt. Is die eigenlijk zoek geraakt?

Zoals gezegd, ik heb m’n best gedaan, maar hoop en vertrouw erop dat jij de revisie nog eens grondig bekijkt, ook op evt. overgeslagen fouten van mij. Ik moet nodig es een leesbril hebben: zelfs ’t klokkijken op mijn polshorloge is een voortdurende bron van vergissingen (bij leswisselingen, pauzes e.d.).
Hé, de beste wensen met den arbeid.
Grote groeten en tot gauw!

Rudy

7. Sjoerd van Faassen aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

16 mei 1980

Beste Rudy,

Ik meende dat je zelf wel een kopie van je kopij voor de Wagebundel behouden zou hebben, mij stuurde je namelijk een stencil.
Hoe dan ook, voor alle volledigheid stuur ik je artikel terug. De proef is door naar Haasbeek voor revisie.
Kreeg je al een uitnodiging voor de neerlandistendag waarop Wage de bundel zal worden aangeboden? Ik zag tot mijn verbazing dat er een voorbereidingscommissie was, terwijl ik toch in de veronderstelling verkeerde dat initiatief en gehele uitwerking van de Wagebundel bij mij lag! Zo zie je maar…

Hart. gr.,

Sjoerd van Faassen

8. R.A. Cornets de Groot aan Sjoerd van Faassen

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Leiden, 1/8/8010

Beste Sjoerd,

Is dit iets voor Bzztôh, bv.?11
Je Wage-boek ziet er fraai uit. ’t Artikel van de Smit vind ik erg interessant. Jouw stuk over Verwey heb ik met instemming gelezen. Vooral ’t slot, waarbij V. ‘Eenheid’ interpreteert en Gorter daarbij als wilsmens typeert, spreekt me sterk aan – op p. 123 van Striptease laat ik Vestdijk iets dergelijks zeggen.12

Als dit soms niet iets voor Bzztôh is, weet jij er dan plaats voor elders? De Gids (Kouwenaar) vond het, hoewel ‘interessant’, te ‘specialistisch’ en te ‘lang’.
Enfin, laat me gauw es horen of er iets mee is te doen. Henk Flinterman schijnt zich intussen bezig te houden met mijn Striptease. Hij is wsch. de enige, maar ja, zo is ’t leven.13

Vriendelijks,
je
Rudy

9. Sjoerd van Faassen aan Johan Diepstraten

[Brief in typoscript, 1 blz.]

4 juli 1980

Beste Johan,
Bijgaand artikel kreeg ik van Rudy Cornets de Groot toegestuurd met het verzoek het in Bzzlletin te publiceren. Ik heb hem inmiddels verteld dat ik hoegenaamd geen bemoeienis met Bzzlletin heb, maar geef z’n artikel graag aan je door om te beoordelen of het wat voor jullie is.
Gezien het relatief grote aantal boekjes dat Rudy voor Bzztôh geschreven heeft, en gezien het belang van zijn artikel, zou ik je, als mij dat toegestaan is, willen aanraden het artikel in, bijv., twee afleveringen te publiceren. Het lijkt mij de moeite waard.14
Met vriendelijke groet,

Sjoerd van Faassen


  1. Zie de brief aan Luk de Vos. []
  2. Hendrik Albert Wage (1911-1997), letterkundige met als specialisme de dichter P.N. van Eyck. Hij was leraar aan de kweekschool in Den Haag waar Cornets de Groot in 1955 zijn onderwijsdiploma behaalde. Later raadde hij hem aan om aan de Haagse School voor Taal en Letterkunde te studeren, waar hij doceerde; Cornets de Groot behaalde er in 1967 zijn MO-akte Nederlands. Zij bleven tot zijn dood bevriend, zie de briefwisseling. []
  3. Verwijzing naar het essay De scheiding in Maatstaf (aug-sept 1971); voorts schreef Cornets de Groot nog Vestdijk en Verwey – idee, kristal, retoriek, verschenen in Kentering (mei-juni 1970). []
  4. Bedoeld is Vestdijks poëziekritiek en de persoonlijkheid als norm, met opdracht ‘Voor de schrijver van Waar zijn de muzen gebleven?‘, Wage’s boek uit 1976. Cornets de Groots essay werd opgenomen in de bundel Striptease (1980). []
  5. Het essay Rilke, Rilke, Rilke!, inderdaad verschenen in Nieuw Vlaams Tijdschrift en opgenomen in Ladders in de leegte (1981). []
  6. Deze uitspraak staat in scherp contrast met de situatie van tien, twaalf jaar eerder, toen hij veel en vaak voor kranten en tijdschriften schreef en het ene boek na het andere publiceerde. Zie de brief aan Jan Verstappen. []
  7. In september 1978 was Cornets de Groots laatste bijdrage aan Bzzlletin, Wie is Lilith? (herwerkt in Met de gnostische lamp, p. 26-51) gepubliceerd. In 1982 verscheen nog één artikel van Cornets de Groot in het blad, Determinisme en contingentie. []
  8. Muysson, oprichter van uitgeverij Bzztôh, waar Cornets de Groot in 1978 Chambre-antichambre van Lucebert en Bert Schierbeek onderbracht en vervolgens zijn eigen De kunst van het falen (1978) en Met de gnostische lamp (1979). []
  9. Op zoek naar het midden, over Vestdijks roman Het genadeschot, verscheen metterdaad in de bundel voor Wage, Was ik er ooit eerder?, Den Haag, 1980, en werd als ‘bijlage’ opgenomen in Striptease. Over Het genadeschot had Cornets de Groot in 1965 al De zon van Zen geschreven, opgenomen in De zevensprong. []
  10. Gezien Van Faassens brief aan Van Diepstraten hieronder, lijkt deze datum een vergissing. []
  11. Dagboekbladen, over De compositie van de wereld van Harry Mulisch. []
  12. Zie de betreffende passage. []
  13. Flinterman was een oud-studiegenoot van Cornets de Groot aan de School voor Taal en Letterkunde, zie de correspondentie. Van Striptease verschenen vier korte recensies, waarvan twee van een bibliotheekdienst en één met een gunstig oordeel. Van Flinterman is geen bespreking teruggevonden. []
  14. Dagboekbladen (zie noot 11), een essay van ruim tienduizend woorden, verscheen niet in Bzzlletin maar in Nieuw Vlaams Tijdschrift, waar het 29 bladzijden besloeg. In 1986 nam Piet Meeuse het op in Harmonie als tegenspraak. Beschouwingen over ‘De compositie van de wereld’ van Harry Mulisch. []