- Een tussenhistoriese figuur [Over: A.C.W. Staring]. [Met prtn.].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 618-631. - Starings liriese poëzie [Didactische inleiding tot Starings poëzie]. [Herdrukt in: ‘Kritisch akkoord 1969’, Brussel (enz.), 1969, p. 47-52].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 632-639. - Awater op dood spoor [Over: M. Nijhoff, ‘Awater’, in: M. Nijhoff, Verzameld werk dl. 1, (gedichten), Amsterdam, 1982, p. 214-224]. [Herdrukt, onder aangepaste spelling, in: Nooit zag ik Awater zo van nabij. Teksten omtrent Awater van Martinus Nijhoff, bijeengebracht door Dirk Kroon, Den Haag, 1981, p. 184-193]. [Herzien in: Labirinteek, p. 95-108: Awater op dood spoor].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 674-688. - Een wijze van lev/zen [Over: literaire kritiek, Rhijnvis Feith, H.K. Poot, A.L. Sötemann]. [Met coupures]. [Als afzonderlijk werk bij Mouette Press, Oxford, 1969: Een wijze van lev/zen. Een verhalend essay van een tijdgenoot van Poot, Feith en Gagarin. Voorts in: Contraterrein, Een wijze van lev/zen, p. 67-104].
Komma, 4e jrg., nr. 2 (feb 1968), p. 8-49. - Apokrief en kanoniek (1). Aantekeningen bij het werk van Harry Mulisch [Over Harry Mulisch]. [Herzien in Contraterrein, p. 130-136: Notities bij werk van Harry Mulisch III].
Kentering, 9e jrg., nr. 1 (feb 1968), p. 17-22. - Een achttiende eeuws labyrint [Over: Rhijnvis Feith, ‘Julia’]. [Met ill.]. [Tekst van uitzending voor de Radio Volksuniversiteit op 9 juni 1967, Hilversum 1, 19.30-20.00 uur].
De Syllabus, nr. 7 (feb 1968), p. 90-91. - Naschrift [bij Jacques Kruithof, ‘A = A, maar B is géén b ‘. Over: R.A. Cornets de Groot, Formules, in: R.A. Cornets de Groot, Labirinteek, Den Haag, 1968, p. 157-166].
Raam, nr. 42 (feb 1968), p. 64. - Prinses onder de heksen [Over: Jan G. Elburg, ‘Heks heks’, in: Jan G. Elburg, Gedichten 1950-1975, Amsterdam, 1975, p. 103. Ook in: Labirinteek, p. 33]. [Herzien in: Labirinteek, p. 34-40: Prinses onder de heksen].
Raam, nr. 43 (mrt 1968), p. 53-57. - Labirinteek – Sötemanspraat weerlegd [Over: G. Achterberg, ‘Thebe’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, p. 257-298. N.a.v. A.L. Sötemann, ‘Achtergronden bij enige critici’, Nieuwe Taalgids, 61e jrg., nr. 2 (mrt 1968), p. 104-108].
Raam, nr. 44 (apr 1968), p. 53-56. - De Maria-metafoor in Een alpenroman en de devotie van het hart [Over: S. Vestdijk, Een alpenroman, Amsterdam, 1961]. [Herzien in: Contraterrein, p. 41-55: De Maria-metafoor in ‘Een alpenroman’ en de devotie van het hart]. [Gedateerd januari ’68].
Raam, nr. 46 (juni 1968), p. 52-61. - Rektifikatie [N.a.v. R.A. Cornets de Groot, ‘Een tussenhistoriese figuur’, in: Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 632-639].
Maatstaf, 16e jrg., nr. 3 (juni 1968), p. 295. - Aprokief [sic] en kanoniek (2). Een veelvuldig essay over het werk van Harry Mulisch [Over: Harry Mulisch, de ‘Tegenaarde’]. [Ingrijpend herzien in Contraterrein, p. 137-141: Notities bij werk van Harry Mulisch IV].
Kentering, 9e jrg., nr. 4 (juli 1968), p. 48-50. - Versbevrijding en het vers libre [N.a.v. Hendrik de Vries, ‘Staring, Bilderdijk en de “versbevrijding”‘, in: Maatstaf, 16e jrg. nr. 4 (juli 1968), p. 305-311. Ook in: Hendrik de Vries, Kritiek als credo. Kritieken, essays en polemieken over poëzie, keuze, samenstelling en toelichting Jan van der Vegt, Den Haag, 1980, p. 42-46; en in: Kritisch akkoord 1969, Brussel (enz.), 1969, p. 53-57]. [Herdrukt in: Kritisch akkoord 1969, Brussel (enz.), 1969, p. 58-61].
Maatstaf, 16e jrg., nr. 4 (juli 1968), p. 312-315. - Luceberts gedicht Nazomer [Over Lucebert, ‘Nazomer’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 188]. [Met prt.].
AKT, 16e jrg., nr. 7-8 (juli-aug 1968), p. 161-164. - Taal voor ontschoolden [Over: Lucebert, ‘Horror’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 44].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 21e jrg., nr. 6 (juli-aug 1968), p. 611-620. - Het persoonlijk systeem [Over: literaire kritiek].
Gids, 131e jrg., nr. 8 (aug 1968), p. 175-176. - Bikini ’s van mijn naakte waarheid [Aforismen over traditie en revolutie]. [Ook in: Literair akkoord 12, Utrecht, Antwerpen, 1969, p. 67-68].
Kentering, nr. 5 (sept-okt 1968), p. 62. - Crisis in de kritiek [Over: literaire kritiek].
Podium, 22e jrg., extra nr., (okt-dec 1968), p. 228. - Het proza van Bert Schierbeek [Over: Bert Schierbeek, Het boek ik, Amsterdam, 1951].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 21e jrg., nr. 9 (nov 1968), p. 920-924. - Een epicurische Robespierre [Over: W.F. Hermans, Een wonderkind of een total loss, Amsterdam, 1967]. [Herzien in: Contraterrein, p. 20-22: Een epicurische Robespierre].
Yang, 5e jrg., nr. 2-3 (nov 1968), p. 59-60. - Wat nou? Is Vera Janacopoulos geen muzikaal gedicht? [Over: Jan Engelman, ‘Vera Janacopoulos’, in: Jan Engelman, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1960, p. 57].
Kentering, 9e jrg., nr. 6 (nov-dec 1968), p. 5-7. - Apocrief en canoniek (3) Aantekeningen bij het werk van Harry Mulisch [Over: Harry Mulisch, ‘Zelfportret met tulband’, in: Voer voor psychologen, Amsterdam, 1961, p. 89-231].
Kentering, 9e jrg., nr. 6 (nov-dec 1968), p. 41-45.