Met dit nummer begint het Informatief Bulletin, het I.B. of populair gezegd: de gele vellen aan de vijfde jaargang, – men begrijpt: een onvermijdelijke ontwikkeling.1
De inhoud geeft deze keer niet de indruk dat het geheel tot stand gekomen is, door wat men wel aanduidt met ‘groepsjournalistiek’. Integendeel, elk van de hier opgenomen artikelen is van de hand van bekwame schrijvers, die er dan ook hun initialen onder hebben geplaatst.
Een uitzondering hierop wordt gevormd door tóch een collectief stukje werk, nl. een verzameling poëzie, door de voormalige AB6 klas opgedragen aan de docenten die ze door het examen hebben geloodst. De bedoeling was aanvankelijk dat de verzen op de promotie-avond door de betrokken leraren zouden worden voorgelezen, maar door gebrek aan belangstelling voor deze avond is lang niet heel de verzameling aan iedereen bekend. ’t Leek uw redacteur daarom een goed idee ze hier te publiceren, en hij is BN dan ook heel dankbaar dat die ze tot dit moment heeft bewaard.
Over de belangstelling voor die promotie-avonden leest u behartigenswaardige opmerkingen in ‘Officieel en officieus’, het nieuws uit de directiekeet.
Vanzelfsprekend volgen daarop enkele wenken voor de nieuwe docenten. Uw redacteur heet ze allen hartelijk welkom, en niet hen alleen, maar ook de ouderen onder ons.
Ten slotte is er het gebruikelijke I.B.-essay, dit keer door ondergetekende in de vorm van een brief geschreven.
Laten we maar es beginnen met wat gedichtjes. Uit AB6.
CN
[…]
Hier volgt een verslag bestuursvergadering, mij vanmorgen nog ter hand gesteld, waardoor ik het niet in het overzicht van de inhoud heb kunnen noemen.
(CN)
- Met ingang van deze vijfde jaargang nam Cornets de Groot het redacteurschap weer van Van den Ende over. Deze schreef in het laatste nummer van de vorige jaargang: ‘Helaas Ru, je zult haar [bedoeld wordt: de Gele vellen] weer terug moeten nemen. (…) Haar hart lag eigenlijk steeds bij jou.’ Zie Wisseling van de wacht uit de derde jaargang. [↩]