Een krabbel…

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 10e jrg., onderwijs-special, 17 mei ’79.

Zoals u weet, bestond er tot voor kort een commissie van 13, die tot opdracht had, zich in de leerplanontwikkelingsproblematiek te verdiepen. Zij heeft zich met groot plezier van haar taak gekweten, scheidde onlangs een Nota af, die u woord voor woord in dit I.B.-special zult aantreffen, en ontbond zich kortelings tijdens een avondmaal. Zij verkeerde toen in de gelukkige omstandigheid, dat niet alle dertien leden aanwezig konden zijn, waardoor er geen slachtoffers vielen en ongelukken uitbleven. Er werd alleen flink met zilverlingen gesmeten daar, in dat wat landelijk restaurant in Wateringen, waar de middellijn en de diepte van de borrel groter is dan in menig ander café, dat u zonder gêne dezelfde prijs berekent.
Deze nota, waar ik het over had, dient als informatiebron, discussiestuk en middel om uw gedachten te bepalen bij uw oordeelvorming over de voorstellen die zij bevat, – voorstellen waarover u zich op de A.D.V.1 van 22 mei zult willen uitspreken.

De commissie is nogal ingenomen met het resultaat van haar bemoeienissen, al haalde zij veel overhoop gedurende de woensdagmiddagzittingen, en al leek het er vaak op dat het boek, dat inzet was van alle besprekingen, werd beschouwd als niet meer dan een aanleiding om over onderwijs en school te bomen en te dwarsbomen. Ik vind dat dat ook zo moet. Wie leerplanontwikkeling zegt, zegt onderwijs en school, en wat meer zegt: hij zegt: òns onderwijs en ònze school.
Wanneer u het mij vraagt, was het grote probleem: waar moet nu de nadruk op vallen: op het ‘cognitieve’ of op het ‘affectieve’? Wanneer een tolk van de in de commissie heersende opinie zeggen zou, dat bij ons het idee leefde, dat beide gebieden elkaar w.i.w. schijnen uit te sluiten, maar niettemin de twee voornaamste aspecten van ons onderwijs vertegenwoordigen, die voortdurend op elkaar betrokken zijn, en niet van elkaar kunnen worden gescheiden, dan zei hij geloof ik niet te veel, al zei hij veel paradoxaals.
Het is Frans’ deus ex machina, de andragoog Veendricks, geweest, die – onder het roepen van: ‘Het intellectualisme is de dood in de pot’ – ons deed besluiten op de onderwijsdag het ‘cognitieve’ (!) aan de orde te stellen. Zo paradoxaal was en is en blijft onze situatie.

CN


  1. Algemene docentenvergadering. []

Plaats een reactie