Weerzinwekkende praktijken of rugby voor gehandicapten

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 6e jrg., nr. 17, 24 juni 1975.

Tekening in de 'Gele vellen' van Cornets de Groot als scheidsrechter
 
Het is een van mijn goede gewoontes, om tegen de afloop van het schooljaar de scholieren te vragen naar twee plaatsen – éen waar ze het liefste zijn, en een ander die ze het liefst zouden willen mijden.
Hoewel dit een stijl- en stelopdracht is, krijgt de uitwerking ervan niet zelden het karakter van een enquête, zoals ook nu weer.
Het is geloof ik, geen toeval dat de plaatsen die deze jongens en meisjes aanwijzen als het oord waar ze het liefst verblijven – naast vakantieplaatsen als Tahiti, Bali en Hawaï (in deze volgorde) – precies die klassen zijn, waar intelligente types als VR, HA en CN les geven (in omgekeerde volgorde). Uit de vaak gevoelig geschreven stukjes zal ik maar niet citeren: onze drie-eenheid heeft aan een naar panegyriek zwemende bekentenisliteratuur waarlijk geen behoefte.
Maar hoe staat het met de plaatsen, of liever gezegd, de mensen, die onze scholieren zouden willen ontvluchten?
Precies! Het zijn de narcissussen van deze school – u hebt het al geraden – met Jan de Jager voorop! Wie lopen er immers rond als tyrannen? Wie ronselen niet-geïnteresseerde leraren, om ze voor hún karretje te spannen? Waarbij ze zich zelfs niet ontzien om op geraffineerd-vulgaire wijze te zinspelen op zulke hoge waarden als collegialiteit, solidariteit, etc. en als dat allemaal niet meer helpt, dan BAM – het lichamelijk geweld er maar tegen aan. Van de vele tekenen van afkeer over hun even doorzichtige als verwerpelijke mentaliteit, volgt hieronder er éen, dat exemplarisch is voor het gevoel van weerzin, dat deze school vervult, wanneer de heren gymleraren ook es het onderwijs genietbaar willen maken. Báh. Ik kan niet anders zeggen. En daarom:

Zie hier

Plaatsbeschrijving

Iedere vrijdagmiddag weer hetzelfde.
Steeds weer tussen half twee en tien over drie naar die enorme ruimte met die eeuwig bestofte groene vloer. Die koude leegte met ergens aan de achterwand dat hok met die martelwerktuigen. Eerst komt het ‘rondjes rennen’. Als je dan hijgend tien maal bent rond geweest, worden de toestellen naar het midden gesleept. Eén voor éen.
De ladenkast. Het paard of de bok komen ook van stal.
Of soms die stomme touwen waar je langs moet klimmen. En waar naartoe?
Als je na een halsbrekende klim dat immense plafond bereikt, mag je weer naar beneden toe. Alles zo doel- en soms zo eindeloos.
Steeds weer hetzelfde.

(Naam van de schr. is bij de redaktie bekend als A. Hillebron; men zij gewaarschuwd)

CN

Plaats een reactie