IX. Bandoeng

Bron: Saskia Cornets de Groot, Verborgen identiteit, Den Haag, 2024, p. 99-114.

Na het huwelijk van mijn grootouders in 1925 werd mijn vader Rudolf Adriaan op 3 februari 1929 om kwart voor twee ’s middags te Bandoeng geboren.

Geboortekaartje van mijn vader, 3 februari 1929.
Geboortekaartje van mijn vader, 3 februari 1929.

Zijn ouders berichtten hierover dat hij “een flinken zoon” was, toen nog zonder voornamen. Ook is er een schattige babyfoto van hem genomen. De dag na zijn geboorte deed zijn vader Piet op 4 februari 1929 aangifte bij de burgerlijke stand te Bandung.

Geboorteakte van mijn vader, 4 februari 1929.

Net zoals ik altijd wist dat mijn vader uit Indië kwam, wist ik ook dat hij in Bandoeng was geboren. Het gezin Cornets de Groot (hierna: het gezin) woonde op dat moment aan de Tuindorpweg 3 (Jalan Lengkong Tengah) en bestond uit mijn grootouders Piet en Anna, mijn vader Rudy, zijn zus Loes en halfzus Maud. Maud was de dochter uit het eerste huwelijk van mijn grootmoeder Anna. Haar zus Cil maakte ook deel uit van het gezin.
Tijdens het bezoek van Sven en mij aan mijn vaders geboorteplaats Bandung, hoopte ik het huis te zien dat ik van de foto’s kende.

Huis waar het gezin Cornets de Groot woonde, Tuindorpweg 3 Bandoeng circa 1929.
Van rechts naar links: mijn grootmoeder Anna, haar man Piet, dochter Maud en zus Cil. Voor Anna is het naambordje “P. Cornets de Groot” bevestigd, Bandoeng circa 1929.

We gingen naar Jalan Lengkong Tengah en vonden een huis op nummer 3, maar er was helaas geen gelijkenis.1 Was het huis misschien onherkenbaar verbouwd? We zochten verder in de straat, omdat huizen soms zijn omgenummerd, maar ook daar was geen gelijkend huis te vinden.

Op zoek naar het woonhuis van het gezin Cornets de Groot. Het huis aan Jalan Lengkong Tengah 3 (Tuindorpweg 3) vonden we weliswaar, maar het leek niet op het huis van toen, Bandung 2010.

Ik zou op mijn reizen vaker een adres niet vinden en troostte me dan met de gedachte dat ik in ieder geval in de buurt was geweest en de sfeer van de huizen, de straat en de buurt had kunnen proeven.

De stad, waar mijn vader werd geboren en waar hij het laatste oorlogsjaar en de bersiap-tijd zou doormaken, hebben we uitgebreid bekeken. We liepen door Jl. Braga, een van de oudste en bekendste winkelstraten in het centrum, vanwege de herinnering van mijn vader in zijn reisverslag:

Braga, de luxewinkelstraat, is een volkswinkelstraat geworden. Bata, de Boogerij, ze staan er nog alsof er niets gebeurd is, en net als vroeger kun je in die lunchroom – hoe Hollands is ‘t hier toch – boterstaven en mergpijpjes kopen. Ik herken hier veel, en niet zonder genoegen. Er is op de drukte na, weinig veranderd in Bandung.2

De schoenenwinkel Bata was er niet meer, overigens zag ik die wel in andere Indonesische plaatsen. De lunchroom “Boogerij” intrigeerde me. Na goed zoeken, begreep ik dat mijn vader lunchroom Bogerijen bedoelde. Het was gek om zo ver van huis die typisch Nederlandse producten te zien. We bestelden een saucijzenbroodje. Ik kon er niet zo van genieten zoals in Nederland, het paste niet. Bovendien was ik gewend om álle maaltijden van de dag rijst te eten, ik had liever een Indonesische lunch besteld.

Met Sven in lunchroom Bogerijen met zijn Hollandse banketbakkersproducten, die mijn vader zich uit zijn jeugd herinnerde, Bandung 2010.

Verder wandelend door Bandung passeerden we een paar kleine paarden. Ik dacht aan een dierbaar moment, toen ik als kind aan mijn vader vroeg wat hem was opgevallen toen hij in Nederland kwam. Hij zei toen de paarden groot te vinden en het gras heel groen. Ik fotografeerde de paardjes en herinnerde me de foto waarop hij zelf tijdens de vakantie op zo’n paardje reed, samen met zijn zus Loes in het landelijke gebied Tjioemboeleoeit (Ciumbuleuit). Het is nu een wijk in het noorden van Bandung die wij ook bezochten.

Kleine paardjes, Bandung 2010.
Mijn vader en zijn zus Loes te paard, Tjioemboeleoeit ongedateerd.

Jaren later las ik mijn vader die schrijft:

Mijn eerste verbazing: Kan gras werkelijk zo groen zijn als hier?

Mijn tweede: Alle paarden hier zijn verbazend groot.3

Omgeving van Bandung
Uit de oude fotoalbums maakte ik op dat het gezin in West-Java op vakantie ging, onder andere naar de vulkaan Tangkoeban Prahoe (Tangkuban Perahu). Sven en ik bezochten deze plaats ook, wij stonden aan dezelfde kraterrand.

Mijn vader (vierde van links) als kind met zijn familie bij de kraterrand van de vulkaan Tangkoeban Prahoe, ongedateerd.
Sven en ik zagen dezelfde kraterrand als mijn vader als kind, Tangkuban Perahu 2010.

Ook bezocht het gezin het meer Telaga Warna, dat als Telaga Hideung een sleutelrol in de novelle Oeroeg van Hella Haasse speelt. Dit vulkaanmeertje (bij de Puncak Pas) zagen mijn vriendin Joos en ik tijdens mijn tweede reis. Ik vond er het volgende mooie en passende fragment uit Oeroeg over:

Het meer maakte, wonderlijk genoeg, ook op klaarlichte dag de indruk door de maan beschenen te worden. Het licht, dat tussen de bergtoppen en overhangende boomkronen tot de oppervlakte van het water doordrong, was goudgroen, als gefilterd door scherven glas van kerkramen. Ik zag de drijvende planten, de kringen en rimpelingen op het water, dáár waar Oeroegs vader in de diepte verdwenen was.4
Mijn vader bezocht als kind het vulkaanmeer Telaga Warna, ongedateerd.
Met Joos bij hetzelfde vulkaanmeer Telaga Warna, 2013.

Institut Teknologi Bandung
Naast de familieplekken wilde ik in Bandung ook per se het Institut Teknologi Bandung (oude naam: Technische Hoogeschool te Bandoeng) zien, omdat Soekarno er gestudeerd had. Het was de eerste technische universiteit (1920) van Nederlands-Indië en dus ook van het huidige Indonesië.

De oudste gebouwen zijn ontworpen in Minangkabause stijl (met puntige daken die de horens van de karbouw symboliseren). Toen Soekarno er ging studeren, telde de universiteit slechts elf Indonesische studenten. Hij studeerde er in 1925 af als ingenieur, gespecialiseerd in “het aanleggen van wegen en waterwerken”.5

Institut Teknologi Bandung in Minangkabause stijl, waar Soekarno begin jaren twintig van de vorige eeuw studeerde, Bandung 2010.

Waarom wilde ik de universiteit van Soekarno zien? Ik kijk met een politieke blik naar de wereld. Mijn politieke interesse kreeg ik, misschien niet altijd expliciet, van huis uit mee. Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik in 1968 aan de hand van mijn vader naar de Amerikaanse ambassade aan het Haagse Voorhout ging, om er het condoleanceregister voor de vermoorde Democratische presidentskandidaat Robert Kennedy te tekenen. Ook wist ik op welke partijen mijn ouders stemden, zoals een keer op de Kabouters begin jaren zeventig.

Toen mijn vader na ons weerzien vernam dat ik lid was geworden van de CPN, nadat de vernieuwende en democratisch gezinde Ina Brouwer in 1986 het roer had overgenomen, was hij maar wat trots!6 In die jaren was ik vaak op demonstraties te vinden, ik heb nog altijd mijn protestbuttons die ik toen droeg. Ook ging ik naar de 1 mei-vieringen van de Dag van de Arbeid of ik vierde Internationale Vrouwendag met het feministische vrouwenkoor waarin ik dwarsfluit speelde.

Protestbuttons die ik tijdens demonstraties droeg, 2022.

Onlangs herinnerde ik me dat mijn vader me begin middelbareschooltijd een korte biografie over Friedrich Engels had gegeven.7 Waarom gaf hij mij dat boekje? Had hij mijn linkse denken toen al herkend? Er zat tot mijn verrassing een briefje in het boekje met een korte samenvatting van mijn vaders hand. Hij schrijft onder andere:

Zowel hij [Engels] als Marx hebben zich voor de mens ingezet en om deze te verlossen uit mensonwaardige sfeer zich in de politieke en sociale strijd geworpen.

Hoe het ook zij, met Soekarno voelde ik me politiek verwant. Zonder hem was Indonesië 77 jaar geleden niet onafhankelijk geworden!
Soekarno heeft niet lang als ingenieur gewerkt. Zijn bestemming was om de “bouwer van een natie” te worden.8 Want hij was in zijn onafhankelijkheidsstrijd als geen ander in staat de drie grote antikoloniale stromingen – islam, marxisme en nationalisme – tot een alliantie te smeden. Hieruit kwam zijn Pancasila voort, de vijf basisbeginselen waarop de Indonesische staat gebaseerd is, waarvan hij in 1945 de eerste president zou worden.9

Gedung Merdeka
In Bandung bezochten Sven en ik ook de voormalige sociëteit Concordia. Van 18 tot 24 april 1955 vond hier de Aziatisch-Afrikaanse conferentie, beter bekend als de Conferentie van Bandung, plaats. Het als museum ingerichte gebouw (Museum Konperensi Asia-Afrika), dat geheel gewijd is aan deze ene week, heet Gedung Merdeka (Vrijheidsgebouw). De straat waar het gebouw aan ligt, heet sinds de conferentie Jl. Asia-Afrika.

Gedung Merdeka waar in 1955 de Aziatisch-Afrikaanse conferentie plaatsvond, Bandung 2010.

We zagen de enorme balzaal die tijdens de plenaire vergadering plaats bood aan 2000 deelnemers. Ook zagen we Soekarno, toen tien jaar president, spreken tegen de achtergrond van de vlaggen van de deelnemende landen en we begrepen dat hier iets groots gebeurd was. Hier was de Beweging van Niet-Gebonden Landen uit voortgekomen: landen die zich organiseerden tegen (neo)-kolonialisme en imperialisme, met Indonesië als voortrekker daarvan.

Gedung Merdeka is ingericht als museum, geheel gewijd aan de Aziatisch-Afrikaanse conferentie die hier in 1955 plaatsvond, Bandung 2010.

In het boek Revolusi las ik er meer over.10 De conferentie behelsde de eerste grote bijeenkomst van de politieke leiders zonder het Westen en het communistische Oostblok. Het plan om als collectief de krachten te bundelen kwam van Soekarno. De deelnemers waren afkomstig uit 29 Aziatische en Afrikaanse landen. Zij vertegenwoordigden 65% van de wereldbevolking, zo’n anderhalf miljard mensen. Ook waren er 400 journalisten aanwezig.
De conferentie was een belangrijk moment in het bewustzijn van de deelnemers, die hun conferentie voor het eerst op deze grote schaal hielden. Soekarno zei in zijn openingswoorden: “Dit is de eerste intercontinentale conferentie van gekleurde volkeren in de geschiedenis van de mensheid. Het is een nieuwe start in de geschiedenis van de wereld wanneer leiders van Aziatische en Afrikaanse volkeren elkaar kunnen ontmoeten in hun eigen landen”.11 De deelnemers eisten hun stem op in hun afkeer van kolonialisme en rassendenken en in hun sterke wens naar wereldvrede. Soekarno was een wereldleider geworden.
De ‘geest van Bandung’ verspreidde zich over de wereld, leiders als Nelson Mandela en Martin Luther King lieten zich erdoor inspireren.
Maar “de geest van Bandung werd moedwillig gesmoord”.12 Op 1 oktober 1965 vond een militaire coup plaats. Generaal Suharto, die toen feitelijk de macht nam, begon een massaslachting op verdachte communisten, gesteund door de CIA. Naar schatting kwamen tussen een half miljoen en een miljoen Indonesiërs om het leven. Soekarno werd in 1967 vervangen door Suharto, hij vestigde toen een militaire dictatuur die 31 jaar zou duren. “Het was de eerste grote, door Amerika gesteunde regimewissel van de Koude Oorlog”.13 De steun voor Suharto viel pas weg toen de Sovjet-Unie uiteen viel en de Amerikanen geen communistisch gevaar meer vreesden. Suharto trad af in 1998.


  1. In Indonesië is het gebruikelijk Jalan (straat) af te korten tot Jl. Vanaf hier schrijf ik Jl. []
  2. Cornets de Groot, Indisch dagboek 1987, hoofdstuk 6. []
  3. Cornets de Groot, Tropische jaren, 124. []
  4. Haasse 1948: 66. []
  5. Adams 1967: 83. []
  6. CPN = Communistische Partij Nederland. Ik vond het mooi dat mijn partij in de jaren 1945-1949 als enige partij had gekozen voor een onafhankelijk Indonesië en stelling had genomen tegen het Nederlands-Indiëbeleid. []
  7. Mellink 1954. []
  8. Adams, 1967: 85. []
  9. Deze beginselen zijn nationalisme, internationalisme, democratie, sociale rechtvaardigheid en geloof in één God. []
  10. Van Reybrouck 2020: 483-517. []
  11. Van Reybrouck 2020: 497. []
  12. Van Reybrouck 2020: 514. []
  13. Van Reybrouck 2020: 515. []

Plaats een reactie