Correspondentie Pierre H. Dubois (1963)

 

2 brieven.
Bron: Letterkundig Museum.
Pierre H. Dubois.
Pierre H. Dubois.

 

1.

[Brief in typoscript en handschrift, 1 blz.]

Den Haag, 20 april ’63

Zeer geachte heer Dubois,1

Hierdoor doe ik u mijn artikel over de romanopbouw bij Vestdijk toekomen, dat october verleden jaar in De Gids is verschenen.2
Zoals ik u telefonisch reeds meedeelde, verschijnt in de eerstvolgende aflevering van Randstad een tamelijk groot essay van mijn hand, waarin ik eenzelfde methode als voor Vestdijk, gevonden meen te hebben voor lieden van diverse pluimage: van de hoofse lyriek tot Mulisch.3
Naar aanleiding van dat stuk kreeg ik van Mulisch een opdracht een monografie over hem te schrijven: het lijkt mij van belang u dat te vertellen.4
Meer als een aardigheid van mij sluit ik hier meteen een getypt stukje in dat De kellner en de levenden nog van een andere kant onder de loep neemt.5 Ik hoop dat het u amuseren zal.
Inmiddels blijf ik, in afwachting van nader bericht,

met vriendelijke groet,
hoogachtend,
Uw:

[Handtekening]

R.A. Cornets de Groot
Denneweg 11a, den Haag-
tel. 116182.

Bijlagen:
1 brief Aimé van Santen6
1 Katharisme en Katharsis7
1 De Gids, nr. 8, 19628 – welke gaarne terug


 

2.

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Den Haag, 3 mei ’63

Geachte heer Dubois,

Onder dankzegging voor uw vriendelijke woorden over mijn stukjes, moet ik u helaas meedelen dat Aimé van Santen en ik het er tenslotte over eens geworden zijn, dat ik de juiste man niet ben voor het interview. Het zou z.i. een soort reclamecampagne moeten worden voor Molitor – iets wat ik gewoon niet wil doen – het zou bovendien een artikel moeten worden dat aan de tentoonstelling vooraf moest gaan – waar, zoals ik uit uw brief meen te lezen, Het Vaderland niets voor voelt. Ik betreur e.e.a. in hoge mate, juist omdat er met zijn “bedoelingen” en “resultaten” iets ongewoons had kunnen worden: zelfs in ± 1200 woorden, maar onze meningen botsen dus op het punt van het “hoe”. Hij zou er nu Sleutelaar9 voor proberen te vinden – in de Haagse Post – daarmee is dit spel voor mij in ieder geval uit.
Mocht ik u in de toekomst met nog iets van dienst kunnen zijn, dan houd ik mij daartoe gaarne aanbevolen.
Inmiddels teken ik

Met vriendelijke groet,
Gaarne uw

[Handtekening]


  1. Pierre H. Dubois (1917-1999), Nederlands dichter, prozaschrijver en criticus voor onder meer de Haagse krant Het Vaderland. []
  2. Cornets de Groots debuutartikel De artistieke opbouw van Vestdijks romans. []
  3. Bikini. []
  4. Daar is het nooit van gekomen. Zie brief 11 aan Bert Bakker. []
  5. Waarschijnlijk een vroege versie van Een heksensabbat, dat januari 1965 is gedateerd. []
  6. Aimé van Santen (1917-1988), schrijver en beeldend kunstenaar onder het pseudoniem Jan Molitor. In een bijgevoegd briefje schrijft Van Santen aan Dubois onder meer: “Beste Pierre, Cornets de Groot heeft jarenlang mijn werk gevolgd, beter nog dan Sleutelaar.” Zie eventueel De kunst van het falen, de dagboekaantekening van 22 november 1985 en brief 48 van de correspondentie met Hans Dütting. []
  7. Zie noot 5. []
  8. Zie noot 2. []
  9. Hans Sleutelaar (1935), dichter, destijds redacteur van het Zestigers-tijdschrift Gard Sivik en criticus voor weekblad Haagse Post. []

Plaats een reactie