Bron: Archief Heeresma.
1. Cornets de Groot aan Loes Heeresma-Cornets de Groot
[Brief in typoscript, 1 blz.]
Leiden, 22-4-86
Lieve Loes,
Wat leuk – een brief van jou, en dan zo’n lieve!
Dank daarvoor en voor de complimenten, die me — van een echte kenner — echt goed doen. Heb je de recensie in De Volkskrant1 gelezen? En nog éen in Het binnenhof, maar dat is een vriendje van mij, dus…2
Maar toch, hè?
Ik ben zelf heel lang onzeker geweest over dit boek. Je weet hoe mijn essays in het algemeen ontvangen worden in dit land. Gelukkig heb ik geen ‘winkeltje’ en ben daardoor vrijer dan een ander in mijn bewegingen. Ik heb ook nooit het idee dat ik ‘arbeid’ verricht, wanneer ik me met schrijven bezig hou. Het is dan ontspanning, en wat een ander van het resultaat denkt, interesseert me natuurlijk wel, maar gaat me ten slotte weinig aan. Soms voel ik me beledigd, maar ik ben dan de moeite van het beledigen in ieder geval nog waard. Misschien brengt dit boek een wending te weeg, wie zal dat zeggen?
Ik heb me er altijd over verbaasd, dat we van jou nooit meer iets hoorden sinds Leiden.3 Ik heb nog een paar pogingen gewaagd, je weet dat wel, maar eens raakt men ontmoedigd. Nu uit je brief te moeten lezen, dat al die doden je tot zwijgen hebben gebracht, – ik schrik daarvan. Zo zit volgens mij het leven niet in elkaar. Misschien had je het aangekund, Pa’s laatste dagen te verlichten, maar het is anders gegaan. De dingen gebeuren, en ze gebeuren niet om niet. Zo liep het – zo moest het lopen. Was hij dan niet iedere keer blij, als hij je zag? Maar als hij je doorlopend ziet, kan hij geen staat van blijvende blijdschap in zich opwekken. Je kunt trots zijn op wat je nog voor hem deed, buiten de zorg die het verpleeghuis op zich nam. Je behoort je niet te verloochenen, je af te trekken van de liefde die anderen voor je voelen. Waarom schuldgevoelens te koesteren: gevoelens van een zich op zichzelf wreken? Wat helpt het? Het brengt geen dode tot het leven terug, het brengt veeleer een levende áls levende in de staat van een posthuum leven, maar dat is de bedoeling van het leven en niet de bestemming van een mens. Ik geef er de voorkeur aan, niet in ‘schuld’ te geloven. Zet die somberheid van je af, haal de schade in: Pa zou niets liever voor je wensen dan dat. Er zijn al genoeg dingen in de wereld, die zich tegen ons keren: daar hoeven we die dingen niet een handje bij te helpen door te roepen ‘weg met ons’. Dat wordt echt te dol, hoor.
Hoe is het met de beide Heeres? Van Her hoor of zie ik ook niets meer de laatste tijd.
Reageer je snel op deze brief?
Liefs dan, en tot gauw,
[In handschrift]: je Rudy
2. Cornets de Groot aan Loes Heeresma-Cornets de Groot
[Brief in typoscript, 2 blz.]
Leiden, 20 juni [1986]
Lieve Loes,
veel dank voor je kaart uit Parijs en voor de brief, kort erna. Ik heb even met antwoorden gewacht, omdat ik niet weet, hoe lang je in Fr. blijft, misschien zit je er nu nog.
Wij gaan dit jaar niet met vakantie. We hebben de badkamer laten vernieuwen, een klus van vijf weken en een getal van vijf cijfers. Maar Matti kan nu zelfstandig in bad, en dat is er het aardige van. Over vier dagen heeft ze vakantie. Leo over drie weken. Die is nu directie-secretaresse bij Nutricia, een vaste baan, die goed verdient. Vandaag is ze naar een feestje van de zaak, in Brussel, ter gelegenheid van het afscheid van éen van de directeuren. Soms moet ze een vergadering organiseren voor haar baas. In het Kurhaus, in de Beukenhof met een dure lunch – wat een baan, hè?
Mat schreef voor vaderdag een gedicht:
stond daar een oud bild
als een kuiken zonder kuikeneinde
stond daar mijn kleine popedijne
En daar maakte ze een vrolijke tekening bij.
Rutger is sinds een paar dagen op vakantie naar Italië, met zo’n liftersorganisatie van truckers. Hij moet wsch. in dienst en ziet daar wel tegen op. Het is ook jammer, want hij heeft net een klein huis weten te huren (in de schildersbuurt), waar hij precies in past met zijn kleine bedoening. Hij heeft nog een kleine, m.i. te verwaarlozen kans op afkeuring. Afwachten maar. Andrea heeft eindelijk haar draai gevonden in een slecht betaald baantje, – een rechtswinkeltje of iets in die geest. Ze heeft iets idealistisch over zich, maar dat moet je tegenwoordig zelf betalen. Klagen doet ze niet, dat vind ik mooi. Van Saskia hoor ik nooit iets, dat duurt nu al een jaar of tien en is soms heel verdrietig voor mij.
Maud en Ad4 zijn in Turkije geweest (ik kreeg een kaart uit Istanboel: ‘Groetjes van Mr. Edip!’)5 en komen overmorgen (22/6) verslag uitbrengen bij ons thuis. Voor het eten zorgt Maud: die neemt haar zelfgemaakte laksa voor ons mee. Een recept dat ze me ooit stuurde, raakte ik op onverklaarbare wijze kwijt.
Ik moest n.a.v. Tropische jaren opdraven voor een programma van de TROS-radio, Tempo doeloe en kwam in een gezelschap van Indische dames terecht, type tante Jeanne – een mensensoort, die ik ontgroeid ben. Ze hadden het over Indische culturele waarden – taë koetjing!6 Ik wist natuurlijk niks te vertellen en heb geweigerd naar de uitzending te luisteren, die éen grote afgang was. Doe ik nooit weer.
Wat grappig, die belangstelling van jou voor bloemen en planten – waar heb je dat vandaan? Ik weet er zo goed als niets van, wat schandelijk is in deze tijd van milieuverval en groeiende woestijnen. Ik probeer wel een beetje belangstelling op te wekken bij Matti voor deze dingen. Ze heeft een vriendinnetje voor wie de natuur alles betekent, en je weet dat kinderen graag een ander nadoen, als ze daar bewondering voor hebben. Het moet natuurlijk niet te gek worden, want dan willen ze eerst een geit hebben en dan een paard om te eindigen in een dierenwinkel: kikkers en vissen verkopen aan mensen die er na een week op uitgekeken zijn.
[p. 2]
Ik vind het leuk dat je iets zegt over mijn boeken, ik kan er zelf eigenlijk niet zo goed op reflecteren. Ja, Lucard-Dracul viel me ook op.7 Dat laatste woord is iets dat in het Roemeens schijnt te bestaan. Het betekent daar ‘duivel’, maar doet natuurlijk ook aan Dracula denken (en aan maagdebloed). Ik zocht in het Leidse telefoonboek een geschikte naam, en kwam door blind prikken bij Lucardi terecht, een prof, hier. Ik vond dat een aardige naam, maar teveel schoorsteen en Italiaans ijsachtig en liet de i weg. Zo ontstond deze wat chique, pretentieuze naam. Aan Nomis heb ik niet gedacht, maar bijna iedere schrijver heet Simon (Vestdijk, Vinkenoog, Carmiggelt). Ik zei al dat kinderen het voorwerp van hun verering graag nadoen…
Dit boek is in de kritiek niet positief ontvangen, op twee uitzonderingen na, maar die waren afkomstig van vriendjes. De teneur is: schrijf jij nou maar over Indië en laat die meid met rust. Wanneer het boek af zou lopen als bv in Der blaue Engel het geval is, dan had men het weer heel wat anders gevonden. Een zonde moet niet worden beloond – dan wordt het te dol. Het zijn de morele vooroordelen die deze critici verhindert te zien, dat De Brauw wezenlijk ‘in’ is voor vrouwen en hun onafhankelijkheid. Feministische tijdschriften zouden daar op af moeten vliegen, maar het is tot nu toe niet gebeurd. Datzelfde verhaal gaat natuurlijk ook op voor Tr. jaren. Daar wordt ook in uitgelegd, dat De Brauw een ‘vrouwenman’ is: hij groeide tussen vrouwen op.
Tropische jaren: je weet toch dat een ‘tropisch jaar’ een jaar is van 365 dagen, 5 uren en 49 minuten? Tropenjaren tellen dubbel, maar een tropisch jaar duurt precies éen zonnejaar. Ik heb iets met jaren en leeftijden, dat heb je goed gezien. Maar wat het is? Ik weet het niet. Daar moeten de geleerden maar over denken.
In ieder geval zijn deze twee boeken eerder voorbeelden van propagandistische literatuur dan van bekentenisliteratuur en ‘t doet me plezier dat die moraal zo diep verborgen zit. De vijandigheid die critici t.a.v. Narda vertonen veroordeelt tenslotte hen – niet haar. En dat is een plezierige gedachte, vind je niet?
Hé, groet Her en Heere voor ons en alle liefs voor jou.
[In handschrift]: Rudy
Op de valreep: zojuist komt Treurslags boek8 bij me binnen, een genummerd ex., waar ik Heere heel dankbaar voor ben. Wil je hem dat vertellen?
Weet jij wat ‘een kuiken zonder kuikeneinde’ betekent? Ik vroeg het de kleine meid: het is een kuiken, dat altijd kuiken wil blijven, niet op wil groeien tot kip. Leuk, hè!
Krijg ik je ‘herinneringen’ te lezen? Of is dat te particulier? Leo dringt er bij mij almaar op aan een reisbeurs naar Indonesië aan te vragen.9
[In handschrift]: R
- De tropische nabloei in de Nederlandse literatuur, recensie door Aad Nuis in De Volkskrant van (o.m.) Cornets de Groots tweede roman Tropische jaren. [↩]
- Indringende tropische jaren, in Het Binnenhof, door Jan Verstappen, collega leraar Nederlands aan Cornets de Groots school. [↩]
- De gezinnen Heeresma en Cornets de Groot waren van 1977-1980 buren op resp. nr. 14 en 16 aan de Oude Singel in Leiden. [↩]
- Halfzus van Loes en Rudy en haar echtgenoot. [↩]
- De naam van de gids in Istanboel uit Tropische jaren. [↩]
- Lett. kattenpoep: nonsens, flauwekul. [↩]
- Verwijzing naar Cornets de Groots pseudoniem Simon Lucard voor zijn eerste roman Liefde, wat heet! [↩]
- Henk Reurslag, Han de Wit verplettert Frits van Egters: een vergelijkend onderzoek van Heeresma’s ‘Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp’ en Van het Reves ‘De avonden’, De Prom, 1986. Eerder, in De kunst van het falen, p. 92 had Cornets de Groot een vergelijking van Han de Wit met Reves Frits van Egters van de hand gewezen. [↩]
- Dit deed Cornets de Groot ook en de aanvraag werd gehonoreerd. Zie Aanvraag Reisbeurs. [↩]