Heere Heeresma, Geef die mok eens door, Jet!

 

Bron: Literama, 3e jrg., nr. 26 (uitzending: 28 oktober 1968, 19.05-19.20 uur).
Over: Heere Heeresma, Geef die mok eens door, Jet!, Polak & Van Gennip/Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1968.

Heeresma’s nieuwste roman, Geef die mok eens door, Jet!, heeft met het genre van de schelmenroman de schelmen en het landelijke gemeen. Het is een intriest en een opperst vrolijk verhaal. Het speelt zich af in een van onze noordelijke provincies, maar het is geen streekroman. Er komt wat dialect in voor maar alleen in lachwekkende situaties. Een karakteristiek van de landelijke bevolking geeft het boek niet, maar er is een polsstokwedstrijd waarbij capriolen worden uitgehaald die met de zwaartekracht de spot drijven. De twee hoofdfiguren, Bodde, een landloper, en een naamloze, met hij aangeduide persoon, een roadman, nemen deel aan een maaltijd, ergens in de polder, maar de maaltijd is een rijsttafel die op de stank van de trassie weer weggedragen kan worden.
De roadman is een jeugdvriend van Bodde, maar trok zes jaar geleden met Jet naar de stad, om zich een menswaardig bestaan op te bouwen. Nu is hij als vertegenwoordiger aan het werk in dit land van zijn jeugd. In zijn DAF voelt hij zich opperbest. Het land is voor hem niet meer wat het was – geen oord meer van zorgeloosheid, maar een afzetgebied, waarvan de bevolking geen eigen gemeenschap meer lijkt, maar een hoeveelheid relaties zonder identiteit. Dat blijkt als men ziet, hoe iedereen hier Tamsma heet: voor de stedeling zijn alle dorpelingen eender. Dat blijkt ook, als de roadman overal de natuur ziet ontbloeien: het lid- en leedgras, het paan en het triticum repens: allemaal namen voor een en hetzelfde onkruid.1 Door een toeval bij Bodde terug, besluit de roadman het vrije leven te verkiezen boven zijn huis, zijn vrouw en kinderen en de welstand daar. En zo begint het grote avontuur, dat bestaat uit het uithalen van allerlei grollen, die overigens niet alle even onriskant zijn. Maar voor Bodde verzwijgt hij zijn huwelijk met Jet, eveneens uit deze streken afkomstig, verstopt zijn trouwring, en krabt niet zonder moeite een foto van zijn gezin van het dashboard. Het is die onoprechtheid waar Bodde zich (maar dat blijkt pas aan het eind van het verhaal) gruwelijk op wreken zal. Dat gaat heel geleidelijk, die wraakneming die wordt langzaam opgebouwd, en de eerste tijd heeft men het boosaardig opzet van Bodde niet eens in de gaten. Maar hoe weinig er ogenschijnlijk ook mankeert aan de vriendschap tussen de twee, toch krijgt de roadman het steeds, en vooral in financieel opzicht hard te verduren. En geen moment dat hij de roadman belachelijk maken kan, laat Bodde onbenut voorbij gaan. Zijn nietsvermoedende vriend laat met zich sollen in de veronderstelling dat dit een leerschool is, om weer met de natuur in het reine te komen, en hij doet dan ook zijn best om het Bodde zoveel mogelijk naar de zin te maken. Op een dag ontmoeten ze een evangelist en diens dochter. Bodde werpt het plan op het tweetal er eens tussen te nemen. Door de roadman komt Bodde met de twee in kontakt en tijdens een korte afwezigheid van de roadman heeft hij zijn plan al klaar. Met zijn vieren stappen ze vrolijk in de DAF van de vertegenwoordiger en wijzen hem de weg naar de plaats van bestemming. Die blijkt een autodealer te zijn, waar ze de wagen van hun vriend, die ook al om zijn uiterlijk aan Bodde aan te passen, zijn kleren heeft geruïneerd, voor een krats van de hand doen. Nu komt het erop aan de roadman van zich af te schudden, en dat lukt, hardhandig en door toedoen van een hele volksmenigte die hem op de vlucht jaagt. Berooid, met hangende pootjes komt de roadman bij zijn Jet terug. Jet, die onmiddellijk begrijpt wat er gebeurd is, en die hem dan ook, zonder één woord van verwijt, zekerheid verschaft inzake Bodde: Weet je wat er met Bodde gebeurd is? – Niets! Woorden die zijn nederlaag vergroten: hoog boven hem en zijn vriend rijst Jet uit, de keurige, moederlijke, burgerlijke Jet.2


  1. Over deze grassoort schrijft Cornets de Groot in heel ander verband uitvoerig in Een proeve van Hineininterpretierung, p. 90-92. [Noot van de bezorger]. []
  2. Zie over Geef die mok eens door, Jet! ook Te lande en Een roadman-roman. []

Plaats een reactie