Voor-/nawerk

 

Bron: Met de gnostische lamp, Uitgeverij Bzztôh, ‘s-Gravenhage, 1979.

[p. 5]

INHOUD

I SIGNALEMENT 7
De eerste verdachte 9
Een voorgeschiedenis onder de loep 20
Handlangers en slachtoffers 26
Persoonsverwisselingen 33
Constructietekening van Lilith 39
Nieuwe verdachten 52
Verdenking, vrijspraak, nieuwe verdenking 59
Roosje Waas vs. Henk Been 65
Het milieu van de meesterkraker 71
II BEWIJSMATERIAAL EN AANWIJZINGEN 89
De gnostische lamp 91
Explosieven 97
De thermische lans 132
III OPSPORING EN AANHOUDING VERZOCHT 147
Een paar nooit opgehelderde inbraken 149
BIJLAGEN 173
Bijlage 175
Noten 178

[Achterflap]

De essayist Cornets de Groot (1929) is eens vanwege zijn manier van werken door de dichter en criticus Peter Nijmeijer een ‘literaire detective’ genoemd.
Deze kwalificatie sprak de auteur zo sterk aan dat hij de structuur van het essay over de dichtkunst van Lucebert waaraan hij op dat moment bezig was, omwerkte tot die van een detectiveverhaal.
Met de gnostische lamp is dan ook een krimi-essay geworden. Zo worden er aanklachten ingediend, verdachten ten tonele gevoerd en tenslotte vrijgesproken.
Lucebert schreef de auteur na lezing van het manuscript:
‘Je essay is nu een voorbeeldige misdaadroman geworden met twee schurken die ieder voor zich hun eigen uniek profijt een brein-systeem om zeep trachten te brengen. Zijn ze daar echt in geslaagd? De vraag blijft open, want het lijk is onvindbaar of beweegt zich nog steeds onder ons als een Zombie die wellicht gelijk is aan onze schaduwen.’

ISBN 90 6291 021 1

Plaats een reactie