Interview over Vestdijks Kind tussen vier vrouwen

 

Door: Wim Hazeu.
Bron: NCRV-radio, uitzending 25 september 1972, 22.40-23.00 uur. Tekst in Literama, 7e jrg., nr. 22, p. 112-114.


[storing verdwijnt na 40 seconden]

Rudi, je hebt al een aantal uitgebreide Vestdijk-studies geschreven en gepubliceerd, o.a. gebundeld in jouw boek De chaos en de volheid. Dit om je even te plaatsen voor de luisteraar. Indien Kind tussen vier vrouwen veertig jaar geleden wel gepubliceerd zou zijn, zouden wij nooit, of wellicht nooit van Vestdijk een roman als Terug tot Ina Damman hebben gekregen. Vind jij, voor zo ver dit mogelijk is achteraf te zeggen, het juist, dat toen het omvangrijke manuscript van Vestdijk Kind tussen vier vrouwen geweigerd is door de uitgever?

Ja, ik weet niet waarom het toen geweigerd is. Zo’n beslissing vind ik natuurlijk onjuist, maar achteraf kun je er wel gelukkig mee zijn omdat Vestdijk zich toen gedwongen heeft gevoeld zijn ideeën op een andere manier in een andere vorm te gieten. En toen kregen wij natuurlijk die Anton Wachterromans en nu hebben wij dit erbij en dat is natuurlijk erg mooi.

Wat is voor jou het meest interessante aspect van Kind tussen vier vrouwen?

Dat is de cyclische bouw. Je ziet Vestdijk in het begin als een geest zweven boven zijn geboortestadje en terugkeren tot zijn vroegste jeugd die hij zich nog herinneren kan. En in het laatste hoofdstuk, dat Terugkeer heet, zien we ook dat het een terugkeer is want dat sluit prachtig aan op die proloog. Het is echt in een kringloop gebracht, die levensgeschiedenis van hem.

Dus jij kunt het boek zien los van elke historische samenhang en vergelijking met later werk van Vestdijk?

Ja, ik geloof dat dat de kunst is om het boek te zien met de ogen van iemand die zo’n veertig jaar geleden geconfronteerd zou zijn met dit boek, toen nog niet bekend was dat Ina Damman en allerlei andere lijnen van dat boek uit zouden gaan. Nu kun je het zien als een brandpunt van waaruit allerlei stralen gaan naar pakweg De koperen tuin, b.v. Maar toen was het natuurlijk een boek dat demonstreerde hoe de sprong was van Vestdijk toen hij eenmaal voor het talent gekozen had.

Jij noemde Kind tussen vier vrouwen Vestdijks meest persoonlijke boek. Wil je daarmee zeggen dat de latere Vestdijk meer afstand heeft genomen van zichzelf? Meer buiten zichzelf getreden is als literator?

Dat geloof ik zeker, want in die proloog van Kind tussen vier vrouwen schrijft hij ergens – ik kan het niet precies citeren – over iets bevends, iets onbeschermds. En die toon die zie je in zijn latere boeken toch niet meer terug.

Vind je het een nadeel?

Nee, ik vind dat hij zo schrijven moet als hij zelf wil, maar het gaat mij erom dat in dit boek dat persoonlijke accent sterk benadrukt wordt, terwijl hij dus in zijn andere werk veel meer afstand genomen heeft. Hij heeft het meer weten te objectiveren.

Vestdijk heeft eens toegegeven dat Kind tussen vier vrouwen geïnspireerd was door À la recherche du temps perdu van Proust. Kun jij die invloed ook aanvoelen of aanwijzen, of zeg je met anderen dat de psychoanalyse van Freud meer aantoonbaar is?

Vestdijk zegt zelf van Proust dat hij daar speciaal het idee van de associatiepsychologie heeft toegepast, je kunt dus de koolzaadgeur en alle elementen die daar omheen spelen terugkeren tot Ina Damman. En dat is volgens Vestdijk een literaire truc. Echt psychologie is het geloof ik niet. Freud heeft natuurlijk ook een geweldige invloed gehad en je ziet in Kind tussen vier vrouwen een grootvader doodgaan, die op een of andere manier verbonden is met zijn lievelingstante Nellie, dat zijn dus plaatsvervangende vader- en moederfiguren en daar speelt dus dat oeidipuscomplex een bepaalde rol.

Ten slotte nog iets over de inhoud. Wie zijn die vier vrouwen?

Dat is een puur aards wezen, het dienstmeisje Janke; zijn moeder, die hemelhoog verheven wordt ten ene en dan weer gediaboliseerd wordt aan de andere kant; het is Marie van den Boogaard, die min of meer als seksueel object wordt gezien en Ina Damman, in wie de vrouw gewoon erkend wordt., Niet als iemand die verheven is, niet als iemand die lager geplaatst is, maar als mens wordt geaccepteerd.

Is dat boek nu – ik kan het historisch niet aantonen – in een opwelling geschreven of heb je ook het vermoeden dat het eigenlijk twee boeken zijn? Het laatste gedeelte van het boek bestaat uit hoofdstukken en het eerste gedeelte niet. Het is struktureel nogal verschillend, dacht ik.

Ja, dat dacht ik wel. Je kunt zeggen dat dáar, waar de zaak werkelijk tot een crisis gedreven wordt, Vestdijk opeens met een nieuw boek begint: Ina Damman. Aan de andere kant sluit het natuurlijk toch mooi aan omdat dat de kritische fase is, waar hij dan een totaal andere vormgeving voor moet vinden.

 

Plaats een reactie