12 oktober 1985

 

Bron: Archief Cornets de Groot.

[p. 15]1

Over de desoriëntatie in dit boek2 heb ik het eerder gehad: dat kompas met het mannelijke, vaderlijke in het zuiden, met het vrouwelijke, moederlijke in het noorden, met in het midden dat eilandje – het uiterste midden – in de diepte gelegen trouwens: het schimmenrijk, tegenover de kazerne vol Jappen. Hoe Carla De Brauw daar weg komt halen, als de prinses haar Mozes. De reinigende zondvloed (de regen), de liefde, dat kwaad. Het is die desoriëntatie – iets feministisch misschien – die als ‘onordelijk’ wordt gezien, als ‘grillig’. Nooit is een vrouw grilliger, dan wanneer zij ordelijk is: in de schoonmaaktijd. De Brauw kent zichzelf (vgl. Pascal, Br. 66).3 Dat hij werkelijk gericht is op de vrouw, dat hij bovendien weet, dat hij zich van de moederfiguur los moet maken, wil hij ooit als autonoom individu in de wereld staan, blijkt aan het slot. Die Dakota zwerft nog tussen de billen, tieten en heupen van moeder Aarde, maar in dat vliegtuig van de Türk Hava Yollari ziet hij dat machtig lichaam van haar als een soort suikerbrood. Ik vind dat het boek goed is doordacht. Het onordelijke is in hoofdzaak schijn.

Sympathiek, vindt Nuis mijn boek,4 ook waar het ‘pathetisch’ is (is hem dat ingefluisterd door Martin Ruyter?), en zelfs waar het de schrijver ‘kitscherig uit de hand dreigt te lopen’. Hoe kan sympathie het van zulke bezwaren winnen? Ik denk: omdat het niet pathetisch is. Niet pathetischer dan bij Vestdijk, Mulisch of Lucebert. En het is niet kitscherig. Ik vermoed dat deze kwalifikatie betrekking heeft op de lesbische scène aan het eind. Carla is dan terug, evenals dat tapijt, en zij bevindt zich in Sylvia’s gezelschap. Sylvia trok De Brauw aan, als was zij een tweede Julie. Maar een Julie die niet door hem is ‘gemaakt’: zij komt van buiten (sylvia = de landelijke). En ook deze Carla kwam ‘van buiten’: zij kan niet meer gelden als een schepping van hem. Er wordt, zoals dat bij een slot niet ongebruikelijk is, iets afgesloten. Sylvia’s naamdag valt op 31 december.

Ook de namen Tjoh (=George= landbouwer), Robbie (=Robert= stralende roem) en Julie (=de jeugdige) heb ik bewust gekozen. De andere niet.

Eens was het een deugd er op uit te gaan. Vreemde landen zien, vreemde talen leren, souvenirs meebrengen en weer er op uit, weg van moeders pappot, zoals dat heette. Oorlog, handel, uitbuiting, onderdrukking. Waarna het besef ontstaat dat sommige handelingen de oorzaak zijn van beroerde situaties. Zij die er eens op uit trokken, die eens het model waren van de heersende moraal, zijn nu de lieden, die niet deugen.
Wie deugt, is degeen die eens en voor al besloot er niet op uit te gaan. Zij zijn het goede geweten. Zij praten de anderen schuldgevoelens aan. Zij tasten hen in hun eigenwaarde aan. Zo neemt het geweten de aanvankelijk onschuldigen in hun greep en zo leidt de biechtvaderpsychologie tot dwaze vertoningen,- in Rusland: de stalinistische zelfbeschuldigingen, in de VS het gedoe van McCarthy, de bekentenisdwang bij Sonja, de roddelpers.

In deze tijd kan je natuurlijk zonder tot koloniaal te degraderen er weer op uit: vreemde landen zien, vreemde talen spreken. Boomsma deed dat om te schrijven, om over zijn vader te schrijven, over de soldaat, de idioot van de geschiedenis.5 Een inductief schrijven, waardoor het object van je aandacht verdwijnt. Er is verband tussen deze kunst en schuldgevoel. Schuldgevoel: dat is toch het wraak nemen op jezelf?
 


  1. De datum is onzeker; in het typoscript bevindt de betreffende pagina zich na een ontbrekende pagina tussen 11 en 15 oktober. []
  2. Tropische jaren. []
  3. De Pensée die als motto aan Bikini vooraf gaat: ‘Il faut se connaître soi-même: quand cela ne servirait pas à trouver le vrai, cela au moins sert à régler sa vie.’ (Men moet zichzelf leren kennen; als dat niet helpt om de waarheid te vinden, kan het tenminste dienen om wat meer regel in te brengen in ons leven; en niets is nodiger dan dat. – vert. Rob Limburg). []
  4. In zijn recensie in De Volkskrant van 4 april 1986. []
  5. Titel van roman van Graa Boomsma, tegelijk met Tropische jaren besproken in de recensie van Nuis. []

Plaats een reactie