[Geen titel]

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 5e jrg., nr. 2, 1974.

Dat directie, staf en bestuur bestuurlijke organisaties zijn – en dus formele – is een tautologie. De begrippen ‘directie’, ‘staf’, ‘bestuur’ zijn sprekende namen.
Maar wat voor functie heeft de docentenvergadering? De fractie? Bestuursapparaten zijn het niet. Het wezen van deze lichamen is onbureaucratisch. Maar hun belangstelling gaat wel uit, en in de eerste plaats, naar het administratieve beleid. De fractie is immers mede bedoeld als een kanaal waarlangs huishoudelijke plannen in de openbaarheid komen. Die functie is zelfs in de afgelopen jaren sterk benadrukt. Het feit dat sommige fractieleden langer dan een jaar aanblijven; dat de fractie toegang heeft tot de bestuursvergadering; dat ze in nauw contact staat met de directie – dit alles maakt duidelijk dat bestuur en directie goddank geen hecht gesloten systemen zijn die zich alle moeite geven om hun technieken buiten de publiciteit te houden. Maar het doet toch vooral ook vermoeden dat de fractie onderweg is zèlf een bureaucratie te worden. Men kan daarom niet zeggen dat de open opstelling van de formele organisaties bevorderd wordt door een college dat zelf naar zelfstandigheid streeft.
De paradox doet zich voor dat de fractie – in de greep van de bureaucratisering – de open relatie tussen bestuurders en bestuurden bedreigt. Een bedreiging die des te bedenkelijker wordt, indien het contact tussen fractie en docentencorps los en onverschillig is, door gebrek aan belangstelling van de laatste.
De groei van de zwijgende meerderheid, de teruggang van de creatieve minderheid – ze houden gelijke tred met de ontwikkeling van het bestuursapparaat en de daarmee lotsverbonden rakende fractie. Wat betekent, dat de docentenvergadering achter raakt, en, in overeenstemming met de natuurwet, een mooie kans maakt de fractie te krijgen die ze verdient. Natuurlijk verloopt ook dan het schoolleven wel rimpelloos.
Een bureaucratie functioneert altijd, ongeacht of ze een open dan wel geïsoleerde gemeenschap dient. Ongeacht het feit of die gemeenschap zijn verantwoordelijkheid ontvlucht met een vaag gebaar naar boven, aldus te kennen gevende dat men er maar liever van afziet mee te denken over werk en geestelijke overtuiging van de school.
Wij hebben behoefte aan een werkgroep uit de creatieve minderheid, die zich niet uit de docentenvergadering laat… zwijgen. Of die, bij een reorganisatie daarvan tot ‘specialistenvergadering’ (zie Officieel en officieus, laatste alinea) als niet- specialisten mee willen vergaderen. Niet om dwars te gaan liggen. Maar om een paar ideeën uit Noordwijkerhout1 hoog te houden.


  1. Zie voor deze verwijzing Cornets de Groots pleidooi voor een geïntegreerd onderwijsmodel uit de vierde jaargang. []

Plaats een reactie