Piëtistische natuurkunde

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 15e jrg., nr. 2, [oktober 1983].

School, proefwerk, rapporten, cijfers! Hoeveel schaduwen van bange verwachting, van angst misschien, gingen er schuil achter deze woorden, lang geleden, toen wij ons nog niet vóor, maar in de klas bevonden.
Maar kijk es om naar die kindertijd vol schimmen, en ei! is daar dan niet een zachte glans, een kleine schittering, een naam die onvergetelijk is gebleven?
Ik ben, ter reünie, naar een les van Cor Wester getogen. En niet omdat ik ook maar iets van natuurkunde begrijp, of ooit begrijpen zal, maar om het vermoeden, dat hij er zo een is – zo’n glans. Er waren in ieder geval plaatsen te weinig in zijn klas. Men moest op de vensterbank, men moest bij elkaar op schoot, om zijn woorden in zich op te zuigen.
Zoals het een goed katholiek betaamt, opende Cor zijn les met een gebed uit een boekje, dat zijn ‘kleintje’ – Tineke is dat – voor hem bij V & D op de kop had getikt. Het gebed – van Fénélon en dus beslist niet de eerste de beste, werd door Cor niet zonder vroomheid en met veel instemming gelezen. Ook de klas bleek er heel gevoelig voor:
‘Geef mij de genade, God, trouw te zijn in mijn arbeid, maar onverschillig te blijven bij de goede uitslag. Mijn aandeel in mijn arbeid is Uw wil na te streven en mij zelfs temidden van mijn werk, in U te verdiepen. Het Uwe is aan mijn zwakke inspanning het resultaat te geven, dat u behaagt; geen enkele, als Gij dit wilt’.
Het heeft de Alwijze inderdaad behaagd, aan enkele proeven van Cor geen enkel resultaat te geven. Ik herinner mij een snelkookpan, waar Cor een plastic-zakje peentjes uit diepte. Deze pan kwam helaas niet ter sprake in een proef, aangezien het ding onvoorzien lek was. Maar hoe mooi was de intentie!
Cor had ons immers bij het begin van zijn les een oranjekleurig instrument getoond, eveneens kapot, en dus evenzeer tot weinig goeds in staat.
‘Dit is het Oranje-huis!’ riep hij uit. ‘Het is een gescheurd huis, kijk maar: er loopt hier een scheur’.
En toen kwam het probleem: ‘Waar is die scheuring door ontstaan?’ vroeg hij. Ik wist niet eens wat voor een instrument of het was, maar gaandeweg werd het mij duidelijk, dat er met grote kracht water door geslingerd moest worden. De snel ronddraaiende schoepen veroorzaken dan een ontzaggelijke druk van het water.
En daar was Harry Bol, die begreep dat het de enorme spanning van het zich uitzettende water was, dat bij deze uitzetting – aangezien de bevriezing van buitenaf begon, – geen uitweg kon vinden, en daarom maar het huis uitbarstte.
Het Oranje-huis was door ‘kouwe drukte’ verscheurd, verklaarde Cor. En hier worden die worteltjes weer actueel. Want, aangenomen dat de pan níet lek was geweest, zou het dan niet aardig geweest zijn, de worteltjes tegen het plafond te projecteren, door de drukregelaar er plotseling af te nemen? De worteltjes zouden met grote kracht uit de pan spuiten, en Cor zou ‘Oranje boven’ hebben geroepen teneinde de legende tegen te gaan, als zou hij niet Oranjegezind zijn.
Zijn evenwichtige karakter zag ik dan ook spoedig bevestigd in zijn proef met de weegschaal.
Hij toonde ons een balans. Wierp iets in de schaal en herstelde het evenwicht door ook in de andere schaal iets te deponeren. Toen drukte hij de ene schaal omlaag, en tot mijn verbijstering bleef het instrument in deze voor weegschalen zo vreemde stand staan. Cor ramde met zijn vuisten op tafel. De weegschaal bleef hangen. Het draaipunt moest immers onder het zwaartepunt liggen, verklaarde Cor, maar misschien citeer ik hem hier verkeerd.
Aan zijn lessen kun je in ieder geval zien, hoe je met onvolwaardig materiaal Gods wil kunt nastreven, zonder je aan de resultaten al te veel gelegen te laten liggen. De reünisten waren er blij mee, en zo moet onderwijs ook zijn, vind ik.

CN

Plaats een reactie