Kentering
Het tijdschrift Kentering1 onder leiding van Wim Hazeu – ik zeg maar leiding; want wat bedoelt men in het letterkundig tijdschriftwezen nog met redactie? – komt dit najaar uit met een nummer speciaal gewijd aan het onderwijs in de Nederlandse taal op middelbare scholen. Wie in dit opzicht met een vraagteken rondloopt op school, moet het najaar maar es goed alle kiosken afstropen, want soms ligt Kentering daar. Men kan natuurlijk ook even naar Nijgh en Van Ditmar schrijven, Badhuisweg; het lijkt me overigens wel iets voor de leeszaal.
In aansluiting op bovenstaand bericht: Frans van der Horst is bereid in de Gele Vellen ook iets over het onderwijs in onze taal te schrijven, mits het hem gevraagd wordt door een aantal collega’s. ‘Vijf minstens’ zei hij. Wie maakt de intekenlijst?
Graag in viervoud.
Discussie
Vaak ben ik getuige van discussies over school en de gang van zaken daar. Konings, die altijd heel opmerkelijke ideeën heeft, vroeg ik es ze op schrift te stellen. ‘Dat kan ik niet’, zei hij, ‘ik kan erover praten’. Een met hem afgesproken bandrecorderinterview ging de mist in – althans het is er tot nu toe niet van gekomen. Zo blijft de discussie een spel met woorden, tot de schoolzoemer gaat.
Maar wat is opgeschreven, is in ieder geval niet verzwegen. Leo Bakker schreef een stuk dat vat op zich geeft, waar je iets mee kunt doen. En alleen zo komen we waar we wezen willen. Bij de waarheid. De naakte. De kaalhoofdige waarheid.2