Indonesische reisnotities (1)

Oponthoud in Guangzhou

Niet met de Johan van Oldenbarnevelt, het passagiersschip dat mijn vader in ’34 tijdens een verlofjaar van zijn vader naar Nederland bracht, noch met het ms. Tegelberg, waarmee hij in ’46 definitief ‘repatrieerde’, maar met een Chinese prijsvechter ben ik onderweg naar – en hier strijden de literaire sjablonen om de voorkeur: de gordel van smaragd? ’t land van herkomst? de gemartelde bruid indonesia? Naar Java en Sumatra dus, voor een vakantie van 30 dagen.

Dankzij China Southern Airlines maak ik geen tussenlanding in de Emiraten of in Singapore, maar in Guangzhou, vroeger bij ons ook bekend als Kanton. Een added bonus zoiets vind ik: zomaar voet op Chinese bodem te kunnen zetten. Wanneer kom je nou in China, het land van de rijzende – ik bedoel het Rijk van het Midden? Als we na een vlucht van elf uur uitstappen, kijk ik dan ook overal om me heen, vastbesloten om in de anderhalf uur tot de aansluitende vlucht naar Jakarta zoveel mogelijk van het land op te doen.

Maar veel gelegenheid is er niet. Als transferpassagier kom je het vliegveld niet af, dus ik zal de Chinese buitenlucht niet kunnen inademen of mijn voet op echte Chinese bodem kunnen zetten. Ik kan alleen op en neer lopen langs een winkelgalerij met snoep en souvenirs en eettentjes waar de koffie onbetaalbaar is.

Dan zie ik helemaal achteraan toch een aantal Chinezen met stokjes in de hand verdiept in grote kommen. Wat eten ze? Ik ga zitten en vraag of ze euro’s accepteren. Dat doen ze. Ik bestel een soep en betaal met een tientje. Ik krijg 19 yen terug in briefjes van 10, 5 en 1 yen, allemaal met de kop van Mao erop.

Maar die soep! Hij is helemaal rood van de pepers en toch niet extreem heet, wel heel erg lekker. Eigenlijk heb ik nog nooit zo’n lekkere soep gegeten.

Ik koop nog een flesje water voor onderweg en kuier naar de gate. Als ik vlak voor de controle sta zie ik ineens Singapore op het bord staan. Singapore? Ik moet naar Jakarta! I’m sorry, your flight is already closed, zegt het meisje. Ik word gek. Ik ren naar een servicedesk en vandaar weer naar een transferdesk maar er is niets meer aan te doen. Mijn volgende vlucht vertrekt over 26 uur. Ik mag langs de immigratie om me voor een dag in het land in te schrijven.

Ineens schiet ik in de lach. Waar is hier eigenlijk het nadeel? Een hele dag in China! Neem het ervan man!

Ik loop naar een informatiebalie en regel een hotel en vervoer.