24 februari 1986

 

Bron: Archief Cornets de Groot.

Gisteren, nadat ze Mat thuis hadden gebracht, bleven K., M.,1 en hun dochtertje Nina bij ons eten. De laatste bleef slapen om Matti een plezier te doen.
K. schonk me een boek, Denis de Rougemont, Denken met de handen. Met Narda kwam hij in gesprek over een A’damse vriendin van hem (en van V.),2 die alles wist van numerologie, astrologie, reïncarnatie. Hij wilde me aan haar voorstellen.
Op Narda’s antwoord dat ik helemaal niet geïnteresseerd was in die dingen, zei hij verbaasd: ‘Maar hij schrijft erover!’

Kort geleden stond er een interview met Sötemann3 in de Volkskrant.
Ik wilde het niet lezen, ik verwachtte een schrijver te zullen ontmoeten. Maar onlangs kreeg ik het opnieuw in handen en werd toen toch nieuwsgierig.
Hij heeft een hoge opvatting van zijn taak, Sötemann, waarschuwt aan het eind niet voor universitaire dwangconsumptie, maar voor de ‘aanbiedingen van de volksuniversiteit’ en bekent dat hij zijn hele wetenschappelijke loopbaan geven zou voor een paar gedichten van Leopold,4 die híj dan geschreven zou hebben.
Ik verwachtte een schrijver te ontmoeten, en ja hoor, ik ontmoette een schrijver.
 


  1. De volledige namen zijn in het typoscript op de initialen na met de hand doorgestreept. []
  2. ‘Vinkenoog’ doorgestreept. []
  3. Prof. dr. A.L. Sötemann had in 1968 in De Nieuwe Taalgids een artikel tegen Cornets de Groot gepubliceerd. []
  4. ‘Leopold’ is conform de andere namen in deze aantekening doorgestreept en vervangen door ’80-er L.’ []

Plaats een reactie