3 februari 1989

 

Bron: Archief Cornets de Groot.

Op deze dag waarop de crocusvakantie van Matti begint, ben ik jarig. Ik zal mijn zestigste geboortedag niet vieren: Narda moet gewoon naar kantoor en als Mats vakantie begint, is ook zij weer thuis. Ik ga de middag al schakend doorbrengen op de galerie van Leo Verboon.1 “Je mag rustig tot een uur of zes wegblijven, als het leuk is,” zei Narda, “Of later, als je wilt: ik zal wel voor een lekker verjaardagshapje zorgen.2
Op de galerie kreeg ik een drukwerk van welgeteld zestien Schoonhovens3 op een vel van 1.02 x 71 cm. “Voor Rudie van Jan Schoonhoven” stond er onder, – alleen de datum was misplaatst (“26 XII ’88”): had ik het aanvankelijk met kerstmis moeten krijgen? Leo werd snel moe. We dronken wat: hij appelsap, een hele karaf en ik, in snel tempo lekker gekoelde gin-tonic, die me pas goed in een verjaardagsstemming bracht. Toen ik na het schaken met dat drukwerk niet zo maar in de trein durfde te stappen, bood Leo me aan me thuis te brengen, als hij tussendoor maar even naar de kapper mocht en natuurlijk mocht dat. Om half zes waren we thuis. Narda deed open, teleurgesteld. “Je zou na zes uur komen,” zei ze verwijtend tegen Verboon. En tegen mij: “Ik had een surprise-party voor je georganiseerd… en de grootste surprise is nu, dat jij op dat feest niet de laatste, maar de eerste gast bent…” Hoe vervelend dit ook voor haar was – ze had er zich zo erg veel van voorgesteld – ik vond haar feestje een hele verrassing en haar én wat ze gedaan had, ontiegelijk lief. Omdat ze al die bijna vergeten vrienden op deze verjaardag had gevraagd; omdat ze die ene dochter had gevraagd, die mij dertien jaar lang had gemeden en die me nu zo onstuimig en zo oprecht omhelsde. Narda had verjaardagshapjes in overvloed, en bijna alles zelf gemaakt: met monchou gevulde dadels, die in drieën verdeelde saucijzebroodjes, rempèjèh, een ham/preitaart in punten, rookworst, brie, minipizza’s en ongetwijfeld vergeet ik de helft nog. Drank te kust en te keur. Met zoveel te eten en te drinken kon het laat worden en werd het laat. En gevaarlijk – voor mij: de weegschaal wees gisteren al aan, dat ik twee kilo meer weeg dan mag.


  1. Kunsthandelaar en galeriehouder. Presenteerde vanaf de jaren zestig in zijn galerie Orez – eerst aan de Javastraat, later aan de Paviljoensgracht in Den Haag – werk van o.a. Armando, Henk Peeters, Jan Hendrikse en Jan Schoonhoven, kunstenaars uit de Nul of Zero-groep. Figureert als ‘Rex’ in Cornets de Groots roman Liefde, wat heet! (vooral in hoofdstuk 6); in zowel dit dagboek uit 1989 als dat uit 1985-1986 doet Cornets de Groot regelmatig verslag van hun onderlinge schaakpartijen. [Noot van de bezorger]. []
  2. Gewoonlijk kook ik op doordeweekse dagen. Narda doet dat in het weekend en in de vakantiedagen – als ze daar tenminste trek in heeft. []
  3. Jan Schoonhoven (1914-1994), Nederlandse beeldend kunstenaar, lid van de Nederlandse Zero of Nul-beweging. [Noot van de bezorger]. []

Plaats een reactie