Deze Auteursindex heeft betrekking op auteurs in het verzameld werk, dwz. alle pagina’s in het linkermenu.
Voor vindplaatsen in de blogbiografie-in-wording raadpleegt u de categorie Auteurs in de ‘Berichtcategorieën’ onderaan in het rechtermenu.
Voor uitgebreide vindplaatsen typt u de auteursnaam in het zoekvenster rechtsboven.
Autobiografisch
De open ruimte [Inleiding. Over: Bikini, kosmische metafoor]. [Gedateerd Den Haag, 9/14 augustus ’66].
De open ruimte, p. 11-13.
Een onroman een bitterboek [Over: autobiografie, onderwijs, geschiedenis].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 3 (juni 1967), p. 143-161.
18/1 [Autobiografisch].
Striptease, p. 8-9.
3/2 [Autobiografisch].
Striptease, p. 14-17.
9/2 [Autobiografisch].
Striptease, p. 18-20.
20/2 [Autobiografisch].
Striptease, p. 56-57.
21/2 [Autobiografisch].
Striptease, p. 58-59.
2/4 [Autobiografisch].
Striptease, p. 77-79.
14/4 [Autobiografisch].
Striptease, p. 82-83.
Liefde, wat heet! [Roman].
Uitgeverij De Prom, Baarn, z.j. (september 1983), 136 blz., 12 x 20,5 cm.
Tropische jaren [Roman].
Uitgeverij De Prom, Baarn, 1986 (maart), 140 blz., 12 x 20,5 cm.
Dagboek 1985-1986 [Ongepubliceerd dagboek].
Het huis [Vermelding in voetnoot: ‘Eerste hoofdstuk van een roman met de voorlopige titel We’ll Meet Again Some Sunny Day‘].
De tweede ronde, Indonesië-nummer, (lente 1988), p. 25-32.
Indisch dagboek 1987 [Onvoltooid].
Ongedateerd [1987].
We’ll meet again some sunny day [Onvoltooide ‘Indische’ roman].
Ongedateerd [1988].
Over Tropische jaren [interview door Marja Käss].
Literama, NCRV-radio, 1 maart 1988.
Dagboek 1989-1990 [Ongepubliceerd dagboek].
Gerrit Achterberg
Het nieuwe thebe [Over ‘Thebe’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1984 (8e dr.), p. 257-298].
De open ruimte, p. 31-43
Het afwijkend sonnet bij Gerrit Achterberg [Over: G. Achterberg, sonnet].
Labirinteek, p. 139-147.
Een dubbelesseej bij Achterbergs Dwingelo [Over: G. Achterberg, ‘Dwingelo’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1984 (8e dr.), p. 879. Ook bij dit essay, p. 149].
Labirinteek, p. 150-155.
Formules [Over: G. Achterberg]. [Gecorrigeerde herdruk van ‘Labirinteek 4: Formules’, in: Raam, sept 1967].
Labirinteek, p. 157-166.
Besproken plaats [Over: G. Achterberg, E.J. Potgieter].
Labirinteek, p. 169-191.
Naschrift [bij Jacques Kruithof, ‘A = A, maar B is géén b’. Over: R.A. Cornets de Groot, ‘Formules’, in: R.A. Cornets de Groot, Labirinteek, Den Haag, 1968, p. 157-166].
Raam, nr. 42 (feb 1968), p. 64.
Labirinteek – Sötemanspraat weerlegd [Over: G. Achterberg, ‘Thebe’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, p. 257-298. N.a.v. A.L. Sötemann, ‘Achtergronden bij enige critici’, Nieuwe Taalgids, 61e jrg., nr. 2 (mrt 1968), p. 104-108].
Raam, nr. 44 (apr 1968), p. 53-56.
Achterberg als hermetist [Over: G. Achterberg, ‘Spel van de wilde jacht’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1984 (8e dr.), p. 863-919]. [Gedateerd Den Haag, januari ’69].
Contraterrein, p. 25-40.
Achterberg en de alchemie [Over: G. Achterberg, ‘Spel van de wilde jacht’, in: Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1984 (8e dr.), p. 863-920]. [Met prt.].
De Syllabus, 10e jrg., nr. 1 (okt 1970), p. 14-16.
Girl picture album foldout [Over: ‘Zestien’, in: G. Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1984 (8e dr.)]. [Drieledig essay, achtereenvolgens: ‘I. Pin up’, ‘II. Een zoete meid’ en ‘III. Over de compositie van zestien’].
Striptease, p. 21-42.
Hiëronymus van Alphen
Van Windsels bevrijd [Over: neoromantiek, romantiek, Potgieter, Hanlo].
Ladders in de leegte, p. 101-112.
Peter Andriesse
Schrijver Peter Andriesse hanteert waansystemen [Over: Beweren en bewijzen zijn twee, en Zuster Belinda en het geheime leven van dokter Dushkind, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 22 januari 1972.
Schrijven hoeft hier niet [Over: De roep van de tokèh, Paris-Manteau, Amsterdam/Brussel, 1972].
Het Parool, 5 augustus 1972.
Jan Arends
Jan Arends.
De kunst van het falen, p. 95-107.
Beatrijs
Nonnenwerk is monnikenwerk [Over: Beatrijs].
Intieme optiek, p. 81-99.
18/2 [Over: Beatrijs, H. Mulisch, Het zwarte licht. Kleine roman, Amsterdam, 1957, en S. Vestdijk, ‘De verdwenen horlogemaker’, in: S. Vestdijk, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1976, p. 277-303].
Striptease, p. 43-55.
Simone de Beauvoir
Nieuwe verdachten [Over: Lilith, Lucebert, Heinrich Heine, Simone de Beauvoir, Brigitte Bardot, Goethe].
Met de gnostische lamp, p. 52-58.
Geert van Beek
Verhalen van Geert van Beek boeiend en hallucinerend [Over: De 1500 meter, Querido, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 19 juni 1971.
Berg, Arie van den
Van den Bergs minzame onmin met woorden [Over: De kapper spreekt tegen zijn spiegel, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1976].
Bzzlletin, 5e jrg., nr. 41 (december 1976), p. 24.
Correspondentie Arie van den Berg, 1971
Herman van den Bergh
Over een bekend gedicht [Over: ‘Nocturne’, in: Herman van den Bergh, De boog, Zeist, 1917, p. 52].
Raam, nr. 32 (feb 1967), p. 39-45.
J. Bernlef
Een veldmuis dresseren [Over: Marianne Moore, een veldmuis in Versailles, Querido, Amsterdam, 1968].
Elseviers Weekblad, 11 januari 1969, p. 62.
Sluw spel in een wereld van spiegels [Over: Het verlof, Querido, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 8 mei 1971.
Schilderijenvervalser als raadsel [Over: De maker, Querido, Amsterdam, 1972].
Het Parool, 22 april 1972.
Jan J. Bijlsma
Correspondentie Jan Bijlsma, 1981-1984
Th. Bogaerts
Anton Dercksz en de menselijkheid [Over: De antieke wereld van Louis Couperus, Polak en Van Gennep, Amsterdam, 1969].
De Gids, 132e jrg., nr. 9-10 (september-oktober 1969), p. 316-319.
Gerrit Borgers
Correspondentie Gerrit Borgers, 1968
P.J. Bouman
Menselijke waardigheid of de verzuimde kans [Over: Een handvol mensen, Van Gorcum, Assen, 1969].
De Gids, 133e jrg., nr. 7-8 (juli-aug 1970), p. 227-230.
Willem Brandt
Willem Brandt en de modernen [Over: Pruik en provo, Strengholt, Amsterdam, 1967].
Elseviers Weekblad, 25 november 1967, p. 57-58.
Hugo Brandt Corstius
Een half dozijn geachte duo’s viert een gros lustra
De Volkskrant, 31 maart 1989. [Column onder ps. Battus].
Hoe men een boek niet moet lezen
De Volkskrant, 3 juni 1994. [Column onder ps. Battus].
Van bal masqué tot droommachine
Blogbericht.
Jeroen Brouwers
Schrijven op de tweesprong [Over: Groetjes uit Brussel, Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1969].
De Gids, 133e jrg., nr. 1 (jan 1970), p. 68-70.
Cees Buddingh’
Een pakje per dag [Over: Een pakje per dag, Bruna, Utrecht, 1968].
Elseviers Weekblad, 23 maart 1968, p. 114.
Gaston Burssens
Poëzie van Burssens: internationale allure [Over: Verzamelde dichtbundels, Bert Bakker, Den Haag, 1970].
Het Parool, 4 september 1971.
De kleine gernegrosz [Over: De avonturen van Bazip Zeehok, De Bezige Bij, Amsterdam, 1969].
Raam, nr. 64, (april 1970), p. 62-63.
Remco Campert
Een quiz [Over: Remco Campert, ‘Lullaby for a bebop baby’, in: Remco Campert, Vogels vliegen toch, Amsterdam, 1951, p. 8, ook bij dit essay, p. 111, en Rudy Kousbroek, Begrafenis van een keerkring, Amsterdam, 1953].
Labirinteek, p. 112-123.
Mijn leven’s liederen [Over: Mijn leven’s liederen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1968].
Elseviers Weekblad, 30 november 1968, p. 131.
Hugo Claus
Geheimwaffe van de ziel [Over: Hugo Claus, ‘April in Paris’, in: Hugo Claus, Gedichten 1948-1993, Amsterdam, 1994, p. 175-177].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 22e jrg., nr.5 (mei-juni 1969), p. 488-500.
Louis Couperus
Anton Dercksz en de menselijkheid [Over: Th. Bogaerts, De antieke wereld van Louis Couperus, Polak en Van Gennep, Amsterdam, 1969].
De Gids, 132e jrg., nr. 9-10 (september-oktober 1969), p. 316-319.
Robert Creeley
De opgeheven vinger [Over: The Finger, poems 1966-1969, Calder & Boyars, Londen, 1970].
Elseviers literair supplement, 26 september 1970.
Jan Cremer
Te weinig wol [Over: Made in USA, De Bezige Bij, Amsterdam, 1969].
De Gids, 132e jrg., nr. 4-5 (april-mei 1969), p. 286-288.
Cornelis Crul
Een nieuwe Ikaros [Over: ‘Cluchte van eenen dronckaert’, in: Cornelis Crul, Heynken de Luyere en andere gedichten, uitg. door C. Kruyskamp, Amsterdam (enz.), 1950. Vs. 100-196 ook bij dit essay, p. 125-127].
Labirinteek, p. 128-135.
Enno Develing
Onbaatzuchtig maar ambietsjeus [Over: Voor de soldaten, Amsterdam, 1966].
Lynx, nr. 1 (1967), p. 28-30.
Anthonie Donker
Het daglicht van de nacht [Over: Anthonie Donker, ‘Davos’, in: Anthonie Donker, Kruistochten, Utrecht, 1929, p. 47-48. Ook op p. 75-76 van dit boek]. [Gecorrigeerde herdruk van ‘Labyrinteek II: Het daglicht van de nacht’, in: Raam, dec 1966].
Labirinteek, p. 77-81.
J.H. Donner
Intieme optiek [Over: ‘”Het stenen bruidsbed” van Harry Mulisch’, in: Podium nr. 58, jrg. 1960-1961, en Mulisch, naar ik veronderstel, Amsterdam, 1971.
Intieme optiek, p. 107-125.
Over het schrijven als levensproces [Over: Jacht op de inktvis, Amsterdam, 1975].
De kunst van het falen, p. 68-77.
Johnny van Doorn
Poppoëzie [Over: Een nieuwe mongool, Amsterdam, 1966].
6 blz. typoscript.
F.M. Dostojewski
Dagboek 1985-1986 [Over: Boze geesten, Van Oorschot, Amsterdam, 1984].
Heiman Dullaert
Met en zonder zonnebril [Over: anti-intellectualisme].
Randstad, nr. 8 (winter 1964), p. 153-155.
Hans Dütting
Correspondentie Hans Dütting: 1981-1990
Jan G. Elburg
Prinses onder de heksen [Over: Jan G. Elburg, ‘Heks heks’, in: Jan G. Elburg, Gedichten 1950-1975, Amsterdam, 1975, p. 103. Ook op p. 33 van dit boek]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in: Raam, mrt 1968].
Labirinteek, p. 34-40.
Interview met Jan Elburg
Eigen opname, gemaakt ten huize van Elburg, 1 maart 1969.
Een kettergericht [Over: Jan G. Elburg, troubadourslyriek].
Kultuurleven, 36e jrg., nr. 4 (mei 1969), p. 280-285.
Het woord en de stem [Over: Jan G. Elburg].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 23e jrg., nr. 9 (nov 1970), p. 908-918.
Over Jan Elburg en troubadourslyriek
Voorrang, NCRV-radio, 9 november 1970.
Sensatie van dichten [Over: De quark en de grootsmurf, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 13 november 1971.
Poëzie is zweven [Over: Jan G. Elburg].
Elseviers literair supplement, 4e jrg., nr. 1 (8 jan 1972), p. 5.
Over het schrijven als levensproces [Over ‘willen’, in: Jan G. Elburg, Gedichten 1950-1975, Amsterdam, 1975, p. 54].
De kunst van het falen, p. 107-112.
Marx, drank en die lekkere muze
Ladders in de leegte, p. 113-133.
Een beetje echt, lekker kunstenaarsbloed [Over: Jan G. Elburg]. [Met prt.]. [Toespraak, gehouden bij de opening van de tentoonstelling Jan G. Elburg, Vroeger komt later in het Letterkundig Museum te Den Haag, 10 september 1986].
Juffrouw Ida, 12e jrg. nr. 3 (dec 1986), p. 10-12.
Je zal het zien en beleven [Over: Jan G. Elburg].
Alles voor niets. Hommages aan Jan G. Elburg, Amsterdam, 1989, p. 67-69.
Correspondentie Jan G. Elburg (1969-1991)
Willem Elsschot
Idealist door gedrag [Over: Willem Elsschot, gedichten]. [Hierbij: Willem Elsschot, ‘Bij het doodsbed van een kind’, p. 65, en ‘De klacht van den oude’, p. 66-67]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in: Maatstaf, mei 1966].
Labirinteek, p. 68-73.
Over Gresshoff en Elsschot [Over, volgens Inhoud en Bladwijzer: Forum, voor- en nawerk in Elsschots boeken, anekdotische poëzie, Forumpropaganda]. [Bewerking van ‘Buiten het boekje’ op p. 38-41, in: Bzzlletin, apr 1977].
De kunst van het falen, p. 33-46.
Jan Engelman
Wat nou? Is Vera Janacopoulos geen muzikaal gedicht? [Over: Jan Engelman, ‘Vera Janacopoulos’, in: Jan Engelman, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 1960, p. 57].
Kentering, 9e jrg., nr. 6 (nov-dec 1968), p. 5-7.
Rhynvis Feith
Een achttiende eeuws labyrint [Over: Rhijnvis Feith, ‘Julia’]. [Met ill.]. [Tekst van uitzending voor de Radio Volksuniversiteit op 9 juni 1967, Hilversum 1, 19.30-20.00 uur].
De Syllabus, nr. 7 (feb 1968), p. 90-91.
Een wijze van lev/zen [Weergave in facsimile].
Mouette Press, Oxford, juli (mei) 1969.
Een wijze van lev/zen [Gecorrigeerde herdruk van de afzonderlijke uitgave, Moutte Press, Oxford, 1969, maar zonder de Aantekeningen]. [Met een tekening door Faber Heeresma op p. 85]. [Gedateerd Zonnewende 1968].
Contraterrein, p. 67-104.
Gerard Fieret
Correspondentie Gerard Fieret (1973)
Jef Geeraerts
Echtheid geëcht [Over: Gangreen I (Black Venus), A. Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1967].
Raam, nr. 52 (februari 1969), p. 50-53.
Africa addio [Over: Jef Geeraerts, Gangreen I (Black Venus), A. Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1968].
Elseviers Weekblad, 1 maart 1969, p. 95.
Proza van het ‘coeur humain’ [Over: Indian Summer, A. Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1969].
Raam, nr. 64 (april 1970), p. 64.
Guido Gezelle
Een hibridies geschrift [Over: Guido Gezelle, ‘Kerkhofblommen’, in: Laatste tekst van Kerkhofblommen, verz. en van inl. en aant. voorzien door J.J.M. Westenbroek, Kapellen, 1964]. [Gecorrigeerde herdruk van ‘Labyrinteek III: Een hybridisch geschrift’, in: Raam, mrt 1967]. [Hierbij: Guido Gezelle, Bezoek bij ’t graf, p. 9-11].
Labirinteek, p. 13-18.
J.W. von Goethe
Nieuwe verdachten [Over: Lilith, Lucebert, Heinrich Heine, Simone de Beauvoir, Brigitte Bardot, Goethe].
Met de gnostische lamp, p. 52-58.
Herman Gorter
Het water van de zon [Over: ‘Mei. Een gedicht’, in: Herman Gorter, Verzameld Werk dl. 1, Bussum, Amsterdam, 1948].
De zevensprong, p. 23-36.
Balders zelfkick [Over: Herman Gorter, ‘Ik zat eens heel alleen te spelen’, in: Herman Gorter, Verzamelde lyriek tot 1905, Amsterdam, 1978, p. 104-105. Ook op p. 83-84 van dit boek]. [Gecorrigeerde herdruk van ‘Balders zelf-kick’, in: Maatstaf, dec 1966].
Labirinteek, p. 85-93.
Het oude licht en het nieuwe geluid [Over: Herman Gorter, ‘Mei. Een gedicht’, in: Herman Gorter, Verzameld werk dl. 1, Bussum, Amsterdam, 1948, en H.K. Poot, ‘Mei’, in: H.K. Poot, Vervolg der gedichten, Delft, 1735, p. 86-92]. [Gedateerd Den Haag, juli 1968].
Contraterrein, p. 15-19.
Thomas Graftdijk
Inktvergiftiging [Over: Treurarbeid, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1976].
Bzzlletin, 5e jrg., nr. 46 (mei 1977), p. 7-8.
Nol Gregoor
Nol Gregoor en Vestdijk [Over: Nol Gregoor in gesprek met S. Vestdijk, De Bezige Bij, Amsterdam, 1967].
Elseviers Weekblad, 6 januari 1968, p. 71.
Jan Greshoff
Over Gresshoff en Elsschot [Over, volgens Inhoud en Bladwijzer: Forum, voor- en nawerk in Elsschots boeken, anekdotische poëzie, Forumpropaganda].
De kunst van het falen, p. 33-46.
Jacques Hamelink
Toneel van Hamelink [Over: De betoverde bruidsnacht, mysteriespel voor stemmen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970].
Het Parool, 7 november 1970.
Jan Hanlo
O Nederlandse taal! (2) [Over: Vondel, Tollens, K. Schippers, Hanlo].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 4 (april 1973), p. 37-39.
Van Windsels bevrijd [Over: neoromantiek, romantiek, Van Alphen, Potgieter, Hanlo.].
Ladders in de leegte, p. 101-112.
Martin Hartkamp
Vertelt een verteller? [Over: Verhalen na ’60, Polak & Van Gennep, Amsterdam 1967].
De Gids, 131e jrg., nr. 9-10 (september-oktober 1968), p. 301-303.
Pé Hawinkels
Bosch en Breughel [Over: Bosch en Breughel, Ambo, Amsterdam, 1968].
Literama, 3e jrg., nr. 7 (Uitzending 17 juni 1968, 22.15-22.30 uur).
Correspondentie Pé Hawinkels, 1968
Heere Heeresma
Te lande [Over: Geef die mok eens door, Jet!, Polak & Van Gennip/Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1968].
Elseviers Weekblad, 19 oktober 1968, p. 123.
Geef die mok eens door, Jet! [Over: Heere Heeresma, Geef die mok eens door, Jet!, Polak & Van Gennip/Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1968].
Literama, 3e jrg., nr. 26, p. 2-3. (Uitzending: 28 oktober 1968, 19.05-19.20 uur).
Een roadman-roman [Over: Geef die mok eens door, Jet!, Polak & Van Gennip/Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1968].
De Gids, 132e jrg., nr. 1-2 (januari-februari 1969), p. 86-89.
Gelukkige paren [Over: Gelukkige paren, Amsterdam, 1967]. [Ook, zonder naamsvermelding maar met toeschrijving in het voorwoord, als ‘Handleiding’ bij het boek].
Podium, 23e jrg., nr. 2 (feb 1969) p. 122-126.
Leegheid als voer [Over: Heere Heeresma].
Soma, nr 10-11 (okt-nov 1970), p. 55.
Lachen om jezelf met Heeresma [Over: Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp, Thomas Rap, Amsterdam, 1972].
Het Parool, 15 april 1972.
Heere Heeresma als moralist [Over: Heere Heeresma, Waar het fruit valt, valt het nergens, Thomas Rap, Amsterdam, 1976].
Bzzlletin, 5e jrg. nr. 43 (februari 1977), p. 33-34.
Over het schrijven als levensproces [Over: Heere Heeresma].
De kunst van het falen, p. 78-106.
Correspondentie Heere Heeresma: 1958-1985
Heinrich Heine
Nieuwe verdachten [Over: Lilith, Lucebert, Heinrich Heine, Simone de Beauvoir, Brigitte Bardot, Goethe].
Met de gnostische lamp, p. 52-58.
Willem Frederik Hermans
Denkbare tautomerie [Over: De God Denkbaar Denkbaar de God, Amsterdam, 1956].
De zevensprong, p. 37-86.
Een epicurische Robespierre [Over: Een wonderkind of een total loss, Amsterdam, 1967]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in: Yang, nov 1968].
Contraterrein, p. 20-22.
Sybille [Filmscenario. Over: Een wonderkind of een total loss, Amsterdam, 1967].
Striptease, p. 84-92.
Van atheïsme en bijgeloof. Nieuwe spelen van Harry Mulisch en W.F. Hermans [Over: Periander, De Bezige Bij, Amsterdam, 1974].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 23 (februari 1975), p. 26-27.
Onder professoren [Over: Onder professoren, De Bezige Bij, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 4e jrg., nr. 30 (november 1975), p. 41-42.
Daar rijdt een koffiebroodje door de straat! [Over: Saul Steinberg].
Ladders in de leegte, p. 88-91.
Ed. Hoornik
Vingerwijzing of werkstershand? [Over: De vingerwijzing, J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1969].
Raam, nr. 59-60 (november-december 1969), p. 58-61.
Correspondentie Ed. Hoornik: 1965-1970
Constantijn Huygens
0 Nederlandse taal! [Over: Vondel, Huygens].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 3 (mrt 1973), p. 43-46/51.
Marc Insingel
De schrijver als modelbouwer [Over: Modellen en Een tijdsverloop, Meulenhoff, Amsterdam, 1970].
Het Parool, 13 november 1971.
Martien J.G. de Jong
Onder ons (gezegd en gezwegen) [Over: Flierefluiters apostel. Meningen en meningsverschillen, Sijthoff, Leiden, 1970].
De Gids, 134e jrg., nr. 2 (feb 1971), p. 129-131.
Essays van een buitenbeentje [Over: Flierefluiters apostel. Meningen en meningsverschillen, Sijthoff, Leiden, 1970].
Elseviers literair supplement, 22 mei 1971.
Gerrit Komrij
Romantisch doodsgevrij [Over: Alle vlees is als gras of Het knekelhuis op de dodenakker, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1969].
Raam, nr. 63 (maart 1970) p. 60-61.
Fabeldieren door Gerrit Komrij [Over: Fabeldieren, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 28 (september 1975), p. 5-6.
Hans Koning
In liefde en dood [Over: In liefde en dood, Meulenhoff, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 25 (april 1975), p. 23-24.
Anton Koolhaas
Een muis ondergraaft mensenlevens [Over: De nagel achter het behang, Van Oorschot, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 4 maart 1972.
Twee verhalen samengeweven [Over: Blaffen zonder onraad, Van Oorschot, Amsterdam, 1972].
Bron: Het Parool, 2 september 1972.
Anton Korteweg
Correspondentie Anton Korteweg (1989)
Rudy Kousbroek
Een quiz [Over: Begrafenis van een keerkring, Amsterdam, 1953].
Labirinteek, p. 112-123.
Gerrit Kouwenaar
Landschappen en andere gebeurtenissen [Over: Landschappen en andere gebeurtenissen, Querido, Amsterdam, 1974].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 22 (jan 1975), p. 24-25.
Gerrit Krol
APPI zingt zoals het gebekt is [Over: Automatic Poetry by Pointed Information: Poëzie met een computer, Querido, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 29 januari 1972.
William D. Kuik
Historistisch antihistorisme [Over: Utrechtse notities, Broese, Utrecht, 1968].
De Gids, 133e jrg., nr. 4-5 (apr-mei 1970), p. 322-324.
Lanseloet van Denemarken
25/1 [Over: Lanseloet van Denemarken].
Striptease, p. 10-13.
J.H. Leopold
Rapsodomantie [Over: ‘Oinou hena stalagmon’, in: J.H. Leopold, Verzameld werk dl. 1. Verzen. Fragmenten. Rotterdam (enz.), 1951, pp. 115-119].
De open ruimte, p. 45-58.
Herwig Leus
Sensatiebladproza [Over: Mijn leuzen, teksten, A. Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1968].
Raam, nr. 51 (januari 1969) p. 53-55.
Jac van Looy
Penelope’s einde in zicht [Over: S. Vestdijk, Van Looy].
Ladders in de leegte, p. 41-46.
Lucebert
Een gors is een gors is geen gors is een gors [Analyse van ‘Op het gors’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 389].
Raam, nr. 27 (sept 1966), p. 39-43.
Van letter tot letter [Over: letters als bouwmateriaal]
De open ruimte, p. 119
De daden van het licht [Over: pre-adamische metafoor, licht]
De open ruimte, p. 131
Lichamelijke taal [Over: vorm]
De open ruimte, p. 151
De nieuwe school der poëzie [Analyse van IX uit de cyclus ‘de dieren der democratie’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 122].
De open ruimte, p. 163
Een proeve van Hineininterpretierung [Analyse van ‘hu we wie’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 154].
De zevensprong, p. 87-123.
Zonder titel [Over: Lucebert en het vrije vers]. [Ongedateerd, oorspronkelijk behorend bij de inleiding tot Poëzie is kinderspel, 1968. ‘Door Lucebert verworpen’].
2 blz.
Zonder titel [Onvoltooid, ongedateerd, niet gepubliceerd essay over het gedicht ‘de discipel’ in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 199].
4 blz.
Interview met Lucebert [Interview met Lucebert, Tony Lucebert en Bert Bakker sr.].
Eigen opname, gemaakt ten huize van Lucebert, Bergen (N-H), 11 oktober 1967.
Aan de leraar [Inleiding tot de bloemlezing Poëzie is kinderspel, samengesteld door R.A. Cornets de Groot].
Poëzie is kinderspel, p. 5-8.
Wie dit leest… [Inleiding tot de bloemlezing Poëzie is kinderspel, samengesteld door R.A. Cornets de Groot, bestemd voor de leerling].
Poëzie is kinderspel, p. 9-22.
Spelregels [Overzicht van formele aspekten van Luceberts poëzie].
Poëzie is kinderspel, p. 23-46.
Licht waartegen het lied [Slotbeschouwing bij Poëzie is kinderspel].
Poëzie is kinderspel, p. 47-49.
Jaartallenlijst [Samengesteld uit een bandrecorderinterview met Lucebert op 11 oktober 1967, en door de dichter geautoriseerd].
Poëzie is kinderspel, p. 51-56.
Telefoongesprek met Lucebert (Over de royalties voor Poëzie is kinderspel].
± 1968).
Het mirakels orakel [Over: ‘Het orakel van monte carlo’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 118-119. Ook op p. 43-44 van dit boek]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in: Maatstaf, aug 1967].
Labirinteek, p. 45-63.
Over Lucebert [Voordracht van Lucebert met commentaar van Cornets de Groot].
Eigen keuze, NCRV-radio, 7 juni 1968.
Over Fata Banana [Interview met Lucebert en Adri Boon].
RVU-radio, mei 1971.
Luceberts gedicht Nazomer [Over: ‘Nazomer’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 188]. [Met prt.].
AKT, 16e jrg., nr. 7-8 (juli-aug 1968), p. 161-164.
Taal voor ontschoolden [Over: ‘Horror’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 44].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 21e jrg., nr. 6 (juli-aug 1968), p. 611-620.
De metamorfose van het woord [Over: ‘Horror’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 44].
Kentering, 10e jrg., nr. 3-4 (mei-aug 1969), p. 69-71.
Met andermans veren VI / Zwijgen dat spreken doet [Over: invloed van Slauerhoff op Lucebert].
Raam, nr. 71 (jan 1971), p. 37-42.
Domesdaybook [Met prt.].
Soma, nr. 22 (mrt 1972) p. 36-41.
Domesdaybook (II) [Hierbij: 3 hoofdstukken door Lucebert onder ps. ‘het oog van Gol’ uit Chambre-antichambre op p. 13-15]. [Met prt.].
Soma, nr. 23 (mei 1972), p. 16-20.
Domesdaybook (III) [Over: ‘Horror’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 44]. [Gedateerd Den Haag, januari ’72].
Soma, nr. 24-25 (juni-juli 1972), p. 34-36/81-82.
O Nederlandse taal 3 [Over: ‘Ballade van de goede gang’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 22-23].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 6 (juni 1973), p. 37-45.
Een gevallen engel [Over: ‘Het licht is dichter dan’ en ‘Nazomer’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 41, resp. 188].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 18 (sept 1974) p. 7-11.
Teamwork. Wie niet liefheeft wordt gezien [Over: Lucebert en Bert Schierbeek, Dames en heren, De Bezige Bij, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 4e jrg., nr. 37 (juni ’76), p. 48-50.
Inleidende verantwoording
Lucebert, Bert Schierbeek, Chambre-antichambre, Bzztôh, Den Haag, 1978, p. 5-9.
Causerie bij de presentatie van Chambre-antichambre [Ongepubliceerd, gedateerd Leiden, 3/2/78].
4 blz.
Inleidend [Over: Lucebert].
De kunst van het falen, p. 28-31.
1 De eerste verdachte [Over: Lucebert, ‘Op het gors’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 389, en Herman Gorter, ‘Lucifer (fragment)’, in: Herman Gorter, Verzamelde lyriek tot 1905, Amsterdam, 1978, p. 23-41].
Met de gnostische lamp, p. 9-19.
2 Een voorgeschiedenis onder de loep [Over: Lucebert in de jaren ’47- ’48, gnosticisme].
Met de gnostische lamp, p. 20-25.
3 Handlangers en slachtoffers [Over: Lilith, Lucebert, Bert Schierbeek, Marcellus Emants]. [Gedeeltelijke bewerking van ‘Wie is Lilith?’, in: Bzzlletin, sept 1978].
Met de gnostische lamp, p. 26-32.
4 Persoonsverwisselingen [Over: Bert Schierbeek, ‘Het boek Ik’, Amsterdam, 1951, en Lucebert en Bert Schierbeek, ‘Chambre-antichambre’, Den Haag, 1978]. [Gedeeltelijke bewerking van ‘Wie is Lilith?’, in: Bzzlletin, sept 1978].
Met de gnostische lamp, p. 33-38.
5 Constructietekening van Lilith [Over: Lucebert, Lilith]. [Gedeeltelijke bewerking van ‘Wie is Lilith?’, in: Bzzlletin, sept 1978].
Met de gnostische lamp, p. 39-51.
6 Nieuwe verdachten [Over: Lilith, Lucebert, Heinrich Heine, Simone de Beauvoir, Brigitte Bardot, Goethe].
Met de gnostische lamp, p. 52-58.
7 Verdenking, vrijspraak, nieuwe verdenking [Over: Lucebert, orfuis, poëziekritiek].
Met de gnostische lamp, p. 59-64.
8 Roosje Waas vs. Henk Been [Over: Lucebert, ‘Voorwoord voor val voor vliegengod’, in: Lucebert, ‘Verzamelde gedichten’, Amsterdam, 2002, p. 297-307].
Met de gnostische lamp, p. 65-70.
9 Het milieu van de meesterkraker [Over: Lucebert. Algemene beschouwing].
Met de gnostische lamp, p. 71-87.
10 De gnostische lamp [Ondertitel: Gnostische leer en taal].
Met de gnostische lamp, p. 91-96.
11 Explosieven [Ondertitel: Verstechnische beschouwingen].
Met de gnostische lamp, p. 97-131.
12 De thermische lans [Ondertitel: Tekstverklaring van Luceberts bijdragen aan Chambre-antichambre].
Met de gnostische lamp, p. 132-145.
13 Een paar nooit opgehelderde inbraken [Over: Lucebert, ‘er is alles in de wereld’, ‘het licht is dichter dan’, ‘seizoen’, ‘de amsterdamse school’, ‘het vlees is woord geworden’, ‘de slaap zijn schaduw’, resp. in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 65, 41, 187, 150-151, 24, 123].
Met de gnostische lamp, p. 149-172.
Het subjectieve als objectiviteit [Over: C.W. van de Watering, Met de ogen dicht. Een interpretatie van enkele gedichten van Lucebert als toegang tot diens poëzie en poëtica, Muiderberg, 1979].
Ons Erfdeel, 23e jrg., nr. 2 (mrt-apr 1980), p. 269-271.
10/4 [Over: engel, Orphuis].
Striptease, p. 80-81.
Rilke, Rilke, Rilke! [Over: Rilke, Mulisch, Slauerhoff].
Ladders in de leegte, p. 57-82.
Contact, of de herkenning van het eigene in de ander [Over: Po Tsju I, Slauerhoff].
Ladders in de leegte, p. 83-87.
Een ladder in de leegte [Over: C.W. van de Watering, Met de ogen dicht. Een interpretatie van enkele gedichten van Lucebert als toegang tot diens poëzie en poëtica, Muiden, 1979].
Vierledig essay, achtereenvolgens:
Ontoereikendheid van de close reading
Ladders in de leegte, p. 159-182.
Een voorbeschouwing
Ladders in de leegte, p. 183-208.
Een discussie over het begrip lichamelijke taal
Ladders in de leegte, p. 209-217.
Foutenanalyse
Ladders in de leegte, p. 218-225.
Correspondentie over ‘Met de gnostische lamp’ [Briefwisseling met Lucebert, Luk de Vos en Mimo Caenepeel].
4 blz. typoscript.
Over Lucebert [Interview door Hans Keller, met opnamen van Lucebert].
Het zout in de pap, VARA-radio, 11 mei 1984.
Notities voor een recensie [Ongepubliceerde bespreking van Luceberts bundel Oogsten in de dwaaltuin, Amsterdam, 1981. Geschreven op 7 december 1984].
4 blz.
Debat over Lucebert [Ter gelegenheid van Luceberts 60e verjaardag, met C. van de Watering en R. Fokkema].
Audiobestand, opname gemaakt in De Balie, Amsterdam, 14 oktober 1984.
[Aantekeningen over Lucebert] [Ongedateerd, ongepubliceerd].
2 blz.
De robot en het woord Over: Troost de hysterische robot, Amsterdam, 1989].
Maatstaf, 38e jrg., nr. 3 (mrt 1990), p. 1-9.
Ontwerp voor een quizz [Over: Lucebert, ‘hoop op iwosyg’, in: Lucebert, Verzamelde gedichten, Amsterdam, 2002, p. 153].
Licht is de wind der duisternis, Historische uitgeverij, 1999, p. 57-73.
Correspondentie Lucebert, 1967-1989
Jacob van Maerlant
Chemisch reinigen [Over: Jacob van Maerlant, De roman van Torec, uitg. met inl., aant. en bibliographie door A.Th.W. Bellemans, 2e uitg., Amsterdam (enz.), 1948].
De zevensprong, p. 9-22.
Lidy van Marissing
Loslippigheden van kunstenaars gebundeld [Over: 28 interviews, Meulenhoff, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 28 augustus 1971.
Henk Romijn Meijer
Naakt twaalfuurtje [Over: Naakt twaalfuurtje, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1967].
Elseviers Weekblad, 25 november 1967, p. 120.
Emile van Moerkerken
Met andermans veer [Over: plagiaat, Van Moerkerken, Speenhoff].
Ladders in de leegte, p. 7-15.
Jan Molitor
Over het schrijven als levensproces [Over: Jan Molitor].
De kunst van het falen, p. 112-120.
22 november 1985
Dagboek 1985-1986
Alberto Moravia
Over Vrouw van Rome
[Over Alberto Moravia, Vrouw van Rome, Bruna, Utrecht, 1963. Oorspr. titel ‘La Romana’, 1947.]
Ongepubliceerd. ± 1985.
[Over: Vrouw van Rome, idem].
In: Dagboek 1989-1990, achtereenvolgens:
6 januari 1989
6 februari 1989
26 februari 1989
30 maart 1989
Harry Mulisch
Korrektie op Witboek [Trefw: Mulisch, A. Roland Holst].
Maatstaf, 13e jrg., nr. 2 (mei 1965), p. 180-181.
Telefoongeprek met Harry Mulisch [Over thema’s en motieven in diens werk].
± 1967.
De heilige optekening [Over: Italo Calvino, de tegenaarde]
De open ruimte, p. 75-88.
Misverstand rond Harry Mulisch
Podium, 21e jrg., nr. 1 (jan-feb 1967), p. 33.
Witboek [Over: Het zwarte licht. Kleine roman, Amsterdam, 1956].
De zevensprong, p. 124-149.
Apocrief en canoniek (3), Aantekeningen bij het werk van Harry Mulisch [Over: ‘Zelfportret met tulband’, in: H. Mulisch, Voer voor psychologen, Amsterdam, 1961, p. 89-231].
Kentering, 9e jrg., nr. 6 (nov-dec 1968), p. 41-45.
De ontoegankelijke verteller [Over: De verteller, of Een idioticon voor zegelbewaarders, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970].
Elseviers literair supplement, 19 december 1970.
Notities bij werk van Harry Mulisch I [Over: ‘Zelfportret met tulband’, in: H. Mulisch, Voer voor psychologen, Amsterdam, 1961, p. 89-231].
Contraterrein, p. 107-115.
Notities bij werk van Harry Mulisch II [Over: Het stenen bruidsbed, Amsterdam, 1959]. [Gedateerd Den Haag, januari ’67].
Contraterrein, p. 116-129.
Notities bij werk van Harry Mulisch III [Bewerking van ‘Apokrief en kanoniek (1). Aantekeningen bij het werk van Harry Mulisch’, in: Kentering, feb 1968].
Contraterrein, p. 130-136.
Notities bij werk van Harry Mulisch IV [Over: ‘De tegenaarde’]. [Ingrijpende bewerking van ‘Aprokief [sic] en kanoniek (2). Een veelvuldig essay over het werk van Harry Mulisch’, in: Kentering, juli 1968].
Contraterrein, p. 137-141.
Notities bij werk van Harry Mulisch V [Over: ‘Oneindelijke aankomst’, en ‘Chantage op het leven’, in: H. Mulisch, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1977, resp. p. 95-124; 59-93].
Contraterrein, p. 142-146.
Notities bij werk van Harry Mulisch VI [Over: ‘elementaire beweging’].
Contraterrein, p. 147-150.
Notities bij werk van Harry Mulisch VII [Over: ‘elementaire beweging’].
Contraterrein, p. 151-153.
Notities bij werk van Harry Mulisch VIII [Over: tweelingenmotief, Laurel & Hardy].
Contraterrein, p. 154-156.
Notities bij werk van Harry Mulisch IX [Over: ‘Keuring’, in: H. Mulisch, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1977, p. 125-174]. [Gedateerd Den Haag, herfst ’70].
Contraterrein, p. 157-160.
De verteller verteld [Over: Harry Mulisch, De verteller verteld. Kommentaar, katalogus, kuriosa en een katastrofestuk, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Literama, 6e jrg., nr. 33, p. 1-2. (Uitzending: 20 december 1971, 22.40-23.00 uur)
Intieme optiek 6 [Over: J.H. Donner, Mulisch, naar ik veronderstel, Amsterdam, 1971].
Intieme optiek, p. 107-114
Het zonnestelsel van Mulisch [Over: Harry Mulisch].
Intieme optiek, p. 116-126.
Harry Mulisch laat zijn tanden zien [Over: De verteller verteld. Kommentaar, katalogus, kuriosa en een katastrofestuk, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Elseviers literair supplement, 29 januari 1972.
Van atheïsme en bijgeloof. Nieuwe spelen van Harry Mulisch en W.F. Hermans [Over: Bezoekuur, De Bezige Bij, Amsterdam, 1974].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 23 (februari 1975), p. 26-27.
Over Het zwarte licht van Harry Mulisch
Ongepubliceerd typoscript, 6 blz.
Mulisch tussen lawaai en stilte [Over: Mijn getijdenboek en Tegenlicht, Landshof/De Bezige Bij, Athenaeum – Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 3e jrg., nr. 27 (juni 1975), p. 5-7.
Over het schrijven als levensproces [Over: een ‘kalender’ bij Mulisch].
De kunst van het falen, p. 56-68.
Verduistering van bronnen [Over: Nietzsche].
Ladders in de leegte, p. 23-34.
Een onopvallende Uebermensch [Over: ‘Wat gebeurde er met sergeant Massuro? ‘ in: H. Mulisch, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1977, p. 455-478].
Ladders in de leegte, p. 35-40.
Rilke, Rilke, Rilke! [Over: Rilke, Mulisch, Lucebert, Slauerhoff].
Ladders in de leegte, p. 57-82.
Dagboekbladen [Over: H. Mulisch, ‘De compositie van de wereld’, dl. 1, Amsterdam, 1980]. [Ook in: ‘Harmonie als tegenspraak. Beschouwingen over ‘De compositie van de wereld’ van Harry Mulisch ‘, inl. en samenstelling Piet Meeuse, Amsterdam, 1986, p. 130-165]. [Gedateerd 5-1-81 / 19-1-81].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 34e jrg., nr. 6 (nov-dec 1981), p. 857-886.
Friedrich Nietzsche
Verduistering van bronnen [Over: Mulisch, Nietzsche].
Ladders in de leegte, p. 23-34.
Over Nietzsche en Freud [Over: Nietzsche en Freud]. [Ongedateerde kladnotitie].
1 blz. A4.
Martinus Nijhoff
Awater op dood spoor [Over: M. Nijhoff, ‘Awater’, in: M. Nijhoff, Verzameld werk, dl. 1 (gedichten), Amsterdam, 1982, p. 214-224]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in:Maatstaf, jan-feb 1968].
Labirinteek, p. 95-108.
Bijdrage tot de psychologie van de fan [Over: M. Nijhoff, ‘Awater’, in: Verzameld werk dl. 1 (gedichten), Amsterdam 1982, p. 214-224].
Nooit zag ik Awater zo van nabij. Teksten omtrent Awater van Martinus Nijhoff, Den Haag, 1981, p. 358-362.
Jan van der Noot
De zevensprong [Over: Jan van der Noot, Lofsang van Brabant, Zwolle, 1958.
De zevensprong, p. 177-213.
J.J. Oversteegen
Vorm én vent [Over: Vorm of vent, Athenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1969].
De Gids, 132e jrg., nr. 8 (augustus 1969), p. 191-196.
Piet Paaltjens
28/3 [Over: ‘Immortellen’, in: Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes, Schiedam, 1867, p. 5-22].
Striptease, p. 70-74.
1/4 [Over: ‘Tijgerlelies’, in: Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes, Schiedam, 1867, p. 23-32].
Striptease, p. 75-76.
Sybren Polet
Raadsels van de mens belicht in een cirkel [Over: De sirkelbewoners, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970].
Het Parool, 24 december 1970.
‘Overgebleven gedichten’ van Sybren Polet [Over: Persoon onpersoon, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 21 augustus 1971.
Schrijver in ‘bruto’ [Over: De man die een hoofd groter was, De Bezige Bij, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 11 december 1971.
H.K. Poot
Een wijze van lev/zen
Contraterrein, p. 67-104.
Het oude licht en het nieuwe geluid [Over: Herman Gorter, ‘Mei. Een gedicht’, in: Herman Gorter, Verzameld werk dl. 1, Bussum, Amsterdam, 1948, en H.K. Poot, ‘Mei’, in: H.K. Poot, Vervolg der gedichten, Delft, 1735, p. 86-92].
Contraterrein, p. 15-19.
E.J. Potgieter
Besproken plaats [Over: G. Achterberg, E.J. Potgieter].
Labirinteek, p. 169-191.
Poessie-poëzij [Over: ‘Klagt en troost. Aan een meisje’, in: E.J. Potgieter, Werken X. Poëzy 1827-1874, 4e druk, Haarlem, 1886, p. 15-19. Ook op p. 101-104 vanStriptease]. [Vierledig essay, achtereenvolgens: ‘De jonge grijsaard’, ‘Het meisje’ en ‘Het mechaniek’].
Striptease, p. 93-108.
Van Windsels bevrijd [Over: neoromantiek, romantiek, Van Alphen, Hanlo].
Ladders in de leegte, p. 101-112.
Hugo Raes
Apollonia in Wonderland [Over: De lotgevallen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1968].
Elseviers Weekblad, 12 oktober 1968, p. 117.
De lotgevallen [Over: De lotgevallen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1968].
Literama, 3e jrg., nr. 27, p. 4-5. (Uitzending 4 november 1968, 19.05-19.20 uur).
Een anti-reisgids [Over: Hugo Raes, De lotgevallen, Amsterdam, 1968].
In gesprek met Hugo Raes (Interviews en beschouwingen), Amsterdam, 1969, p. 104-114.
Rainer Maria Rilke
Rilke, Rilke, Rilke! [Over: Mulisch, Lucebert, Slauerhoff].
Ladders in de leegte, p. 57-82.
Paul Rodenko
Over Den Haag en Rodenko [Over, volgens Inhoud en Bladwijzer: Rodenko, Maatstaf, Steinberg, Roëde, Stols].
De kunst van het falen, p. 46-55.
De tarot [Lezing, gehouden bij een expositie van etsen van André Kerkhoven en de gelijktijdige presentatie van Paul Rodenko en André Kerkhoven, De tarot, Bzztôh, 1978, op 31 mei 1978].
Ongepubliceerd, 1978.
Correspondentie Paul Rodenko (1959-1976)
Jan Roëde
Over Den Haag en Rodenko [Over, volgens Inhoud en Bladwijzer: Rodenko, Maatstaf, Steinberg, Roëde, Stols]
De kunst van het falen, p. 46-55.
Richter Roegholt
De geschiedenis van De Bezige Bij [Over: De geschiedenis van De Bezige Bij, De Bezige Bij, Amsterdam, 1972].
Kentering, 13e jrg. (1972/1973), nr. 2, p. 46-47.
Willy Roggeman
Roggeman een creatief essayist [Over: De ringen van de kinkhoorn, Nijgh & Van Ditmar, ‘s-Gravenhage, Rotterdam, 1970].
Het Parool, 6 maart 1971.
A. Roland Holst
Domesdaybook [Over: ‘De twee planeten’, in: A. Roland Holst, Verzameld werk dl. 1 (proza), Amsterdam, 1983, pp. 371-394].
De open ruimte, pp. 17-28.
Schrikbewind of bevrijding? [Over.: A. Roland Holst].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 10 (okt 1973), p. 8-10.
Correspondentie Adriaan Roland Holst, 1968
Salman Rushdie
[Zonder titel] [Over: de Rushdie-affaire n.a.v. De Duivelsverzen].
In: Dagboek 1989-1990, achtereenvolgens:
18 februari 1989
20 februari 1989
21 februari 1989
6 maart 1989
29 maart 1989
Bert Schierbeek
Interview met Bert Schierbeek
Literama, NCRV-radio, 1 juli 1968
Het proza van Bert Schierbeek [Over: Bert Schierbeek, Het boek ik, Amsterdam, 1951].
Nieuw Vlaams tijdschrift, 21e jrg., nr. 9 (nov 1968), p. 920-924.
Motto [Motto bij Beginnerswerk, bloemlezing uit het werk van Bert Schierbeek].
Ongepubliceerd (1968).
Jaartallenlijst [Biografisch overzicht bij bloemlezing].
Ongepubliceerd (1968).
Biografie ‘Een gelijkenis’, uur, feit en interpretatiemateriaal [Hoofdstuk van bloemlezing].
Ongepubliceerd (1968).
Verantwoording [Inleidende verantwoording van geselecteerde fragmenten].
Ongepubliceerd (1968).
Beginnerswerk, bloemlezing uit het werk van Bert Schierbeek [Fragmenten uit ‘De derde persoon’ en ‘Het boek ik’].
Ongepubliceerd (1968).
Biografie van een wereld [Inleiding tot ongepubliceerde bloemlezing uit werk van Bert Schierbeek].
Maatstaf, 17e jrg., nr. 1 (mei 1969), p. 48-52.
Bibliografie van Bert Schierbeek [Onvolledig overzicht van primair en secondair werk, behorend bij ongepubliceerde bloemlezing].
Ongepubliceerd (1968).
Botsingen tussen humor en sentiment [Over: Inspraak, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970].
Het Parool, 9 januari 1971.
Schierbeeks eerste experimentele proza [Over: Lucebert & Bert Schierbeek, Chambre-antichambre, Den Haag, 1978. Oorspronkelijk in: Braak, nr. 7, p. 177-179 en in:Podium, jrg. 6, nr. 6 (juni 1950), p. 349-355, onder de pseudoniemen ‘het oog van Gol’ en ‘Lilithoog’]. [Hierbij: 9 hoofdstukken uit ‘Chambre-antichambre’ op p. 6-13].
Vlaamse Gids, 56e jrg., nr. 5 (mei 1972), p. 3.
Teamwork. Wie niet liefheeft wordt gezien [Over: Lucebert en Bert Schierbeek, Dames en heren, De Bezige Bij, Amsterdam, 1975].
Bzzlletin, 4e jrg., nr. 37 (juni ’76), p. 48-50.
Inleidende verantwoording
Chambre-antichambre, Bzztôh, Den Haag, 1978, p. 5-9.
Causerie bij de presentatie van Chambre-antichambre. [Ongepubliceerd, gedateerd Leiden, 3/2/78].
4 blz.
Bijlage [Een overzicht van hoofdstuk 3 van Het boek ik, 1e druk (1951)].
Met de gnostische lamp, p. 175-186.
Je binnenste buiten. Het scheppingswerk van Schierbeek [Over: Binnenwerk, De Bezige Bij, Amsterdam, 1982].
Elseviers Magazine, 5 februari 1983.
Correspondentie Bert Schierbeek, 1968-1969
K. Schippers
O Nederlandse taal! (2) [Over: Vondel, Tollens, K. Schippers, Hanlo].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 4 (april 1973), p. 37-39.
J.J. Slauerhoff
Met andermans veren VI / Zwijgen dat spreken doet [Over: invloed van Slauerhoff op Lucebert].
Raam, nr. 71 (jan 1971), p. 37-42.
22/2 [Over: Slauerhoff, Heine].
Striptease, p. 60-63.
Rilke, Rilke, Rilke! [Over: Rilke, Mulisch, Lucebert].
Ladders in de leegte, p. 57-82.
Contact, of de herkenning van het eigene in de ander [Over: Lucebert, Po Tsju I].
Ladders in de leegte, p. 83-87.
Hans Sleutelaar
Correspondentie Hans Sleutelaar: 1963
J.H. Speenhoff
Met andermans veer [Over: plagiaat, Van Moerkerken, Speenhoff].
Ladders in de leegte, p. 7-15.
De dichter-zanger J.H. Speenhoff of zelfportret met liedjes [(Auto)biografisch essay].
Afzonderlijke publicatie.
Speenhoff en Indië [Lezing, gehouden op de bijeenkomst van de Werkgroep Indisch-Nederlandse letterkunde op 19 mei 1989 te Leiden].
Indische letteren, 4e jrg., nr. 3 (sept 1989), p. 97-115.
A.C.W. Staring
Een opregt gemoed / fragment [Over: A.C.W. Staring, ‘De Israëlitische looverhut’, in: A.C.W. Staring, ‘Gedichten’, Amsterdam, 1940, p. 164-165. Ook op p. 21-22 van dit boek].
Labirinteek, p. 23-30.
Een tussenhistoriese figuur [Over: A.C.W. Staring].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 618-631.
Starings liriese poëzie [Didactische inleiding tot Starings poëzie]. [Herdrukt in: Kritisch akkoord 1969, Brussel (enz.), 1969, p. 47-52].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 632-639.
A.C.W. Staring, bloemlezing uit zijn lyriek [Bloemlezing van 19 gedichten].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 641-671.
Jaartallenlijst [Jaartallenlijst van het leven van A.C.W. Staring].
Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 671-672.
Rektifikatie [N.a.v. R.A. Cornets de Groot, ‘Een tussenhistoriese figuur’, in: Maatstaf, 15e jrg., nr. 10-11 (jan-feb 1968), p. 632-639].
Maatstaf, 16e jrg., nr. 3 (juni 1968), p. 295.
Versbevrijding en het vers libre [N.a.v. Hendrik de Vries, ‘Staring, Bilderdijk en de “versbevrijding”‘, in: Maatstaf, 16e jrg. nr. 4 (juli 1968), p. 305-311. Ook in: Hendrik de Vries, Kritiek als credo. Kritieken, essays en polemieken over poëzie, keuze, samenstelling en toelichting Jan van der Vegt, Den Haag, 1980, p. 42-46; en in:Kritisch akkoord 1969, Brussel (enz.), 1969, p. 53-57]. [Herdrukt in: Kritisch akkoord 1969, Brussel (enz.), 1969, p. 58-61].
Maatstaf, 16e jrg., nr. 4 (juli 1968), p. 312-315.
Een fase tussen de 18e en de 19e eeuw
Ladders in de leegte, p. 92-100.
Saul Steinberg
Daar rijdt een koffiebroodje door de straat! [Over: W.F. Hermans].
Ladders in de leegte, p. 88-91.
A.A.M. Stols
Over Den Haag en Rodenko [Over: Simon Vinkenoog (samenst.), Atonaal, Den Haag, 1952, en Lucebert, Triangel in de jungle, Den Haag, 1951].
De kunst van het falen, p. 52-54.
F.C. Terborgh
Terborghs personen op weg naar de top [Over: Verhalen, Polak & Van Gennep, Amsterdam, 1971].
Het Parool, 13 november 1971.
Gerard Termorshuizen
Correspondentie Gerard Termorshuizen: 1988-1990
Hendrik Tollens
O Nederlandse taal! (2) [Over: Vondel, Tollens, K. Schippers, Hanlo].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 4 (april 1973), p. 37-39.
Adriaan Venema
Drieluik zonder samenhang [Over: Een sterfgeval in Duitsland, Bert Bakker, Den Haag, 1971].
Het Parool, 30 december 1971.
S. Vestdijk
De artistieke opbouw van Vestdijks romans [Over: S. Vestdijk, astrologie]. [Bekort in: Striptease (1980), p. 129-136].
De Gids, 125e jrg., nr. 8 (okt 1962), p. 219-231.
Vestdijks Mnemosyne in de bergen 1 [Over: ‘Mnemosyne in de bergen’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. III, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 61-242].
De chaos en de volheid, p. 9-48.
Vestdijks Mnemosyne in de bergen 2 [Over: ‘Mnemosyne in de bergen’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. III, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 61-242].
De chaos en de volheid, p. 49-78.
Vestdijks Merlijn 3 [Over: ‘Merlijn’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. III, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 265-319].
De chaos en de volheid, p. 79-125.
Vestdijks De vijf roeiers 4 [Over: De vijf roeiers, Den Haag, Rotterdam, 1951].
De chaos en de volheid, p. 126-153.
Vestdijks De kellner en de levenden 5 [Over: De kellner en de levenden, Amsterdam, 1949].
De chaos en de volheid, p. 154-183.
De chaos en de volheid [Slotbeschouwing. Over: astrologie, alchemie, Boeddhisme].
De chaos en de volheid, p. 186-192.
Een schrijver mée als tegenschrijver over een schepper mée als tegenschepper [Over: R.A. Cornets de Groot, De chaos en de volheid, Den Haag, 1966. N.a.v. S. Vestdijk, ‘Schema en ideologie’, in: Maatstaf, 14e jrg., nr. 12 (mrt 1967), p. 1013-1031].
Maatstaf, 14e jrg., nr. 12 (mrt 1967), p. 1033-1038.
Een wilde jacht [Over: De filosoof en de sluipmoordenaar, ’s Gravenhage-Rotterdam, 1980, en Ivoren wachters, Amsterdam, 1984].
De open ruimte, p. 61-72
Een heksensabbat [Over S. Vestdijk, De kellner en de levenden, Amsterdam, 1979].
De open ruimte, p. 105-116
Knipselbureau [Over: R.A. Cornets de Groot, De chaos en de volheid, Den Haag, 1966. N.a.v. recensies door Jan Kolkhuis Tanke in De Nieuwe Linie en Carel Peeters in Het Parool].
Kentering, 8e jrg., nr. 6 (nov-dec 1967), p. 5-8.
De zon van Zen [Over: Het genadeschot, Den Haag, Rotterdam, 1964].
De zevensprong, p. 150-175.
De Maria-metafoor in ‘Een alpenroman’ en de devotie van het hart [Over: S. Vestdijk, ‘Een alpenroman’, Amsterdam, 1961]. [Gecorrigeerde herdruk; eerder in: Raam, juni 1968]. [Gedateerd januari ’68].
Contraterrein, p. 41-55.
De regisseur houdt zich stil [Over: De filmheld en het gidsmeisje, De Bezige Bij, Amsterdam, 1968].
Elseviers Weekblad, 20 april 1968, p. 80.
Vestdijks brieven aan Theun de Vries [Over: S. Vestdijk: Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries, ‘Achter het boek’, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ‘s-Gravenhage, 1968].
De Gids, 132e jrg., nr. 6-7 (juni-juli 1969), p. 102-105.
Drievoudige nederlaag van Meester Eckhart [Over: Het proces van Meester Eckhart, Nijgh & Van Ditmar, Den Haag, 1970]. [Opgenomen in: Rudy van der Paardt, Je kunt er toch bij blijven zitten? Kritieken op de romans van Simon Vestdijk, Amsterdam, 1983, p. 287-291].
Elseviers literair supplement, 25 april 1970.
Vestdijk en Verwey – idee, kristal, retoriek [Over: poëzie].
Kentering, 11e jrg., nr. 3 (mei-juni 1970) p. 34-37.
De kracht van de herinnering [Over: S. Vestdijk].
Elseviers literair supplement, 3e jrg., nr. 7 (10 apr 1971), p. 5.
De scheiding [Over: ‘De ontmoeting’, sonnetten I t/m VIII uit ‘Madonna met de valken’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten, dl. II, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 171-178].
Maatstaf, 19e jrg., nr. 4-5 (aug-sept 1971), p. 281-291.
Tussen stoommachine en computer [Over: S. Vestdijk, persoonlijkheid]. [Hierbij: S. Vestdijk, Het veer, (uit: De dood betrapt, 1935), p. 13-24].
Vestdijk op de weegschaal, p. 10-24.
Persoonlijkheid als maat der dingen [Over: S. Vestdijk, persoonlijkheid, Forum, mythe]. [Hierbij: S. Vestdijk, Over het Lied van de dwaze bijen, (uit: De glanzende kiemcel, 1950), p. 29-30, en Tussen ik en menigte, (uit: Muiterij tegen het etmaal 2, 1966), p. 31-32].
Vestdijk op de weegschaal, p. 25-32.
Het aansprakelijk individualisme [Over: S. Vestdijk, individualisme, collectivisme]. [Hierbij: S. Vestdijk, Historische contingentie, (uit: Essays in duodecimo, 1952), p. 39-43].
Vestdijk op de weegschaal, p. 33-43.
Verweys idee en Vestdijks poëzie [Over: S. Vestdijk, Albert Verwey]. [Hierbij: Sonnetten uit “Madonna met de valken” (sonnetten CXIX t/m CXXIII, opgenomen in:Gestelsche liederen, 1949), p. 48-50].
Vestdijk op de weegschaal, p. 44-50.
Een kwestie van accenten [Over: S. Vestdijk, ‘mystisch-introspectieve type’]. [Hierbij: S. Vestdijk, Hercules (eerste hoofdstuk uit: De dokter en het lichte meisje, 1951), p. 53-56].
Vestdijk op de weegschaal, p. 51-56.
De mythe in actie [Over: S. Vestdijk, mythe]. [Hierbij vier fragmenten uit S. Vestdijk, De dokter en het lichte meisje, 1951, achtereenvolgens: ‘De sprong van de rotspunt’, p. 59-63; ‘Het rijk van het midden’, p. 63-71; ‘Ik verdedig het midden en mijn eer’, p. 71-79 en ‘Een bezoek’, p. 79-82].
Vestdijk op de weegschaal, p. 57-82.
Vestdijk op de weegschaal [Slotbeschouwing. Over: S. Vestdijk, ‘weegschaal’-motief].
Vestdijk op de weegschaal, p. 83-86.
Beknopte biografische gegevens
Vestdijk op de weegschaal, p. 88-90.
Synthetisch overzicht [Over: S. Vestdijk, thema’s].
Vestdijk op de weegschaal, p. 88-99.
Voornaamste werken en literatuur
Vestdijk op de weegschaal, p. 97-99
De eerste Vestdijk nu pas verschenen [Over: Kind tussen vier vrouwen, De Bezige Bij, Amsterdam, 1972].
Het Parool, 12 september 1972.
Over Vestdijks Kind tussen vier vrouwen [Interview door Wim Hazeu met R.A. Cornets de Groot, n.a.v. de verschijning van S. Vestdijk, Kind tussen vier vrouwen].
Literama, uitzending 25 september 1972.
Geen god, geen halfgod ook [Over: Kind tussen vier vrouwen: de kroniek van een jongensleven, De Bezige Bij, Den Haag, 1972].
Elseviers literair supplement, 30 september 1972.
De opbouw van Vestdijks romans [Over: astrologie].
Raam, nr. 90 (dec 1972), p. 24-30.
De stuurman aan de kant [Over: literaire kritiek].
Vestdijkkroniek, nr. 2 (aug 1973), p. 58-59.
Vestdijk op de weegschaal [Een ‘kalender’ bij Vestdijks werk].
Intieme optiek, p. 47-70.
Madonna met de valken [Over ‘Madonna met de valken’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. II, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 169-320].
Vestdijkkroniek, nr. 3-4 (mrt 1974), p. 69-82.
Deernis met de wegen [Over ‘Deernis met de wegen’, in: Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1976, p. 475-478].
Audiobestand van ongepubliceerde lezing, 6 maart 1974.
Q en A over Vestdijk [Beantwoording van vragen uit het publiek, vervolg van vorig onderdeel].
Audiobestand van ongepubliceerde lezing, 6 maart 1974.
Huisvestingsproblemen (1) [Over: ‘Kapotte wekker op huurkamer’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. I, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 418].
Vlaamse Gids, 59e jrg., nr. 1 (jan-feb 1975), p. 34-39.
Vestdijk als moralist [Over S. Vestdijk, ‘Deernis met de wegen’, in: Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1976, p. 475-478].
Vestdijkkroniek, nr. 8 (juni 1975), p. 64-68.
Ierse en on-Ierse kwesties [Over: S. Vestdijk, Ierse nachten, Den Haag, 1946, en De vijf roeiers, Den Haag, Rotterdam, 1951. N.a.v. P. Kralt, ‘Vestdijks Ierse romans’, in: Vestdijkkroniek, nr. 12 (juni 1976), p. 13-36]. [Ingrijpend herzien in: Ladders in de leegte, p. 46-56: Hendrik Cramers verhaal].
Vestdijkkroniek, nr. 14 (dec 1976), p. 18-27.
Over het schrijven als levensproces [Over: S. Vestdijk, Ierse nachten, Den Haag, 1946].
De kunst van het falen, p. 120-125.
Astrologie – een extra-literair gegeven? [Over: S. Vestdijk].
Vestdijkkroniek, nr. 19 (mrt 1978), p. 46-48.
De kruik van de waterman [Over: Ierse nachten, Den Haag, Rotterdam, 1946, en De vijf roeiers, Den Haag, Rotterdam, 1951]. [N.a.v. R.A. Cornets de Groot, ‘Ierse en on-Ierse kwesties’, in: Vestdijkkroniek, nr. 14 (dec 1976), p. 18-27 (herzien in Ladders in de leegte, p. 46-56: ‘Hendrik Cramers verhaal’), en P. Kralt, ‘Aantekeningen bij kanttekeningen’, in: Vestdijkkroniek, nr. 16 (juni 1977), p. 1-12].
Vestdijkkroniek, nr. 20 (juni 1978), p. 35-52.
Een fantasia [Over: ‘De fantasia’, in: S. Vestdijk, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1976, p. 367-474]. [N.a.v. H. Bekkering en F. von Meyenfeldt, ‘Fantoches’, in:Vestdijkkroniek, nr. 21 (sept 1978), p. 29-35].
Vestdijkkroniek, nr. 23 (mrt 1979), p. 30-35.
Rudi van der Paardt een betrouwbare gids [Over: Rudi van der Paardt, Over de Griekse romans van Simon Vestdijk, Amsterdam, 1979].
Vestdijkkroniek, nr. 26 (dec 1979), p. 30-35.
Het gedicht als persoonlijk schema [Over: ‘Griekse zuilenrij’, in: Verzamelde gedichten dl. II, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 67-68]. [Gedateerd Rijswijk, 19-11-75 / Leiden 23-6-80].
Vestdijkkroniek, nr. 29 (sept 1980), p. 23-40.
22/3 [Over: ‘Het veer’, in: S. Vestdijk, Verzamelde verhalen, Amsterdam, 1976, p. 35-48].
Striptease, p. 64-69.
Vestdijks poëziekritiek en de persoonlijkheid als norm [Over: persoonlijkheid].
Striptease, p. 109-128.
De artistieke opbouw van Vestdijks romans [Over: Aktaion onder de sterren, Den Haag-Rotterdam, 1979].
Striptease, p. 129-136.
Penelope’s einde in zicht [Over: Van Looy].
Ladders in de leegte, p. 41-46.
Hendrik Cramers verhaal [Over: Ierse nachten, Den Haag, Rotterdam, 1946, en De vijf roeiers, Den Haag, Rotterdam, 1951].
Ladders in de leegte, p. 47-56.
Op zoek naar het midden [Over: Het genadeschot, Den Haag, 1964].
Ladders in de leegte, p. 134-158.
Over de functie van het leidmotief [Over: Het genadeschot. N.a.v. Rob Schouten, ‘Gegalm met kop en staart. Over muziek in Vestdijks romans’, in: Vestdijkkroniek, nr. 32 (juni-sept 1981), p. 88-98]. [Gedateerd Leiden, 9 nov. ’81].
Vestdijkkroniek, nr. 33 (nov-dec 1981), p. 55-57.
Determinisme en contingentie [Over: hybris, astrologie]. [Gedateerd Leiden 29-12-’81].
Bzzlletin, 10e jrg., nr. 93 (feb 1982), p. 24-26.
De allegorische interpretatie van ‘Aktaion onder de sterren’ [Over: Aktaion onder de sterren, Rotterdam, Den Haag, 1941].
Vestdijkkroniek, nr. 35 (juni 1982), p. 2-22.
Van dwaling en waarheid [Over: ‘Vader en zoon’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. II, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 143-168. N.a.v. G.H. Wynia, ‘Vader en zoon. Een structuuranalyse’, in: Vestdijkkroniek, nr. 36 (sept 1982), p. 1-10].
Vestdijkkroniek, nr. 36 (sept 1982), p. 11-16.
Contingentie tot de laatste snik [Over: ‘Mnemosyne in de bergen. Een episch gedicht in negen zangen’, in: S. Vestdijk, Verzamelde gedichten dl. III, Amsterdam, Den Haag, 1987, p. 61-242. N.a.v. Marjoleine de Vos, ‘De chaotische hybris van Cornets de Groot’, Vestdijkkroniek, nr. 36 (sept 1982), p. 17-21].
Vestdijkkroniek, nr. 36 (sept 1982), p. 22-28.
Wynia, verdediger van zuiver ras [Naschrift bij G.H. Wynia, ‘Profeet en exegeet: Hoe een profeet andermaal zijn stokpaardje bereed, of hoe een exegeet een ketter ’t vertrouwde lijntje aanbond en deze zich daarvan losrukte’, Vestdijkkroniek, nr. 38 (mrt 1983), p. 65-69].
Vestdijkkroniek, nr. 38 (mrt 1983), p. 69.
Iets persoonlijks [Over: autobiografie].
Vestdijkkroniek, nr. 46 (mrt 1985), p. 1-7.
Persoonlijkheid en talent (fragment) [N.a.v. Herman Stevens, ‘Deze verlichte cel’, en Rudi van der Paardt, ‘Mythe en metamorfose in Else Böhler’, Vestdijkkroniek, nr. 50 (Else Böhler-nummer), 1986].
Vestdijkkroniek, nr. 51 (juni 1986), p. 28-30.
Vestdijks museum [Over: Peter de Boer, Vestdijks palet, Amsterdam, 1989].
Vestdijkkroniek, nr. 62 (mrt 1989), p. 39-49.
Correspondentie S. Vestdijk, 1961-1965
Simon Vinkenoog
Simon Vinkenoogs Eerste gedichten 49-64 [Over: Eerste gedichten (1949-1964), De Bezige Bij, Amsterdam, 1966]. [Uitgebreide versie van ‘Vijftien jaar poëzie van Vinkenoog’, Het Parool, 5 november 1966].
Wikor, 14e jrg., nr. 11 (nov 1966), p. 227-228.
Het daghet [Over: Simon Vinkenoog, Liefde. Zeventig dagen op ooghoogte, Amsterdam, 1965].
De open ruimte, p. 91-102.
Nawoord [Gedateerd Leiden 10/18 juni ’86].
Heren zeventien. Proeve van waarneming, 3e druk, Amsterdam, 1987, p. 45-51.
Correspondentie Simon Vinkenoog – Ivo Michiels
Correspondentie Simon Vinkenoog, 1966
Eduard Visser
Fyffes heten nu Chiquita [Over: Eduard Visser, Fyffes heten nu Chiquita, Meulenhoff, Amsterdam, 1968.
Literama, 3e jrg., nr. 33. (Uitzending: 16 december 1968, 19.05-19.20 uur).
Jacq. Firmin Vogelaar
Het heeft geen naam [Over: Jacq Firmin Vogelaar, Het heeft geen naam, Meulenhoff, Amsterdam, 1968.
Literama, 3e jrg., nr. 33. (Uitzending: 16 december 1968, 19.05-19.20 uur).
Vogelaars zwijggeld [Over: Het heeft geen naam, J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1968].
Raam, nr. 51 (januari 1969), p. 62-64.
Een wereld die de gewone wereld naar het leven staat [Over: Kaleidiafragmenten, Meulenhoff, Amsterdam, 1970].
Het Parool, 3 april 1971.
Joost van den Vondel
0 Nederlandse taal! [Over: Vondel, Huygens].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 3 (mrt 1973), p. 43-46/51.
O Nederlandse taal! (2) [Over: Vondel, Tollens, K. Schippers, Hanlo].
Vlaamse Gids, 57e jrg., nr. 4 (april 1973), p. 37-39.
Theun de Vries
Hernomen konfrontatie met S. Vestdijk [Over: Hernomen konfrontatie met S. Vestdijk, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1968].
Literama, 3e jrg., nr. 25, p. 2-3. (Uitzending 21 oktober 1968, 17.05-17.20 uur).
Vestdijks brieven aan Theun de Vries [Over: S. Vestdijk: Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries, ‘Achter het boek’, Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, ‘s-Gravenhage, 1968].
De Gids, 132e jrg., nr. 6-7 (juni-juli 1969), p. 102-105.
H.A. Wage
Correspondentie H.A. Wage: 1974-1990
Aldert Walrecht
Correspondentie Aldert Walrecht ± 1975
C.W. van de Watering
Het subjectieve als objectiviteit [Over: C.W. van de Watering, Met de ogen dicht. Een interpretatie van enkele gedichten van Lucebert als toegang tot diens poëzie en poëtica, Muiderberg, 1979].
Ons Erfdeel, 23e jrg., nr. 2 (mrt-apr 1980), p. 269-271.
Een ladder in de leegte
[Over: C.W. van de Watering, Met de ogen dicht. Een interpretatie van enkele gedichten van Lucebert als toegang tot diens poëzie en poëtica, Muiden, 1979].
Vierledig essay, achtereenvolgens:
Ontoereikendheid van de close reading
Ladders in de leegte, p. 159-182.
Een voorbeschouwing
Ladders in de leegte, p. 183-208.
Een discussie over het begrip lichamelijke taal
Ladders in de leegte, p. 209-217.
Foutenanalyse
Ladders in de leegte, p. 218-225.
Paul de Wispelaere
Mythe als band tussen schrijver en boek [Over: Facettenoog, Manteau, Brussel, 1968].
De Gids, 132e jrg., nr. 3 (maart 1969), p. 161-163.
Wandelingen langs boeken en mensen [Over: Paul tegenpaul, Nijgh & Van Ditmar, ‘s-Gravenhage, Rotterdam, 1970].
Het Parool, 28 november 1970.