Over: Werk van nu II, A. Manteau NV, Brussel/Den Haag, 1967.
[p. 105]
Werk van nu II is een bundel vol werk van een aantal Vlaamse auteurs: drie dichters en negen prozaïsten.
Poëzie. Die van Ruysbeek, geen onbekende. Maar ik geloof niet in deze poëzie:
Licht vernietigt wat in mij verrees,
ik word de nacht, het holle van de tijd,
spelonk van wanhoop
spelonk van ijlte, etc.
Licht van buiten dat in ons de nacht wekt – vooruit, dat is in orde. Maar ik teken protest aan tegen een nacht, waarin de nacht nacht, het holle van de tijd het holle van de tijd, de spelonk de spelonk, de wanhoop de wanhoop en de ijlte de ijlte is. In poëzie moet er iets met die woorden gebeuren. Men late de holle tijd hollen, niets blijve heel. In poëzie zij niets blauw, blauw.
Men zal evenmin schrijven, gelijk Roger de Neef doet: “De avond legt / de wijsvinger op de mond”, noch zal men “ergens”, dat als modewoord aanstonds het twaalfeneenhalfjarig jubileum te vieren heeft, in poëzie hanteren: “en ergens draag ik onze liefde, en ergens zadelt de zon haar paard”, i.e. exact: in het westen. De poëzie van Dirk Christiaans heeft de charmante eigenaardigheid, dat vrijwel elk gedicht ook van onder naar boven te lezen is.
Essays en verhalen: van Lieve Scheer een essay over werk van Ward Ruyslinck: een peillood waarmee wij de bodemgesteldheid van Ruyslincks werk kunnen onderzoeken. De schrijfster voorspelt in haar helder betoog een vermenselijking van Ruyslincks figuren. Maar de hemel verhoede vervulling hiervan!
Het essay Ik ben een linkse bourgeois van Jef Geraerts is bovendien een verhaal, en wel een autobiografisch. Het is de beste, de meest overtuigende bijdrage aan deze bundel – een spel van platitudes die trouvailles zijn; een schipperen, jawel, conform Ter Braak, maar zonder uitzicht en iets intelligenter. (Manteau, f 3,50).