Kids are special people

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 14e jrg., [april 1983].

We noemen haar José: zij is het voorwerp van onze aandacht. Ze heeft, toen ze van de mavo kwam, met meer dan overtuigende cijfers en met een leergeschiedenis, die boven iedere verdenking staat, aan haar ambities toegegeven, doordat zij wis- en natuurkunde in haar Havo-pakket heeft opgenomen.
Het is waar, dat zij op de Mavo, waar iedereen iedereen kende, makkelijk het vertrouwen van de leraren won. Maar ook is het waar, dat zij op de leerfabriek, die onze school in haar ogen is, veel moeilijker contacten leggen kan met haar docenten. Na de les is er geen tijd voor praatjes tussendoor. Les is les: tijd is tijd en af is af. Befehl ist Befehl, – José heeft dat helemaal niet door! Je kunt haar niet afschepen met een opmerking als: ‘Kom straks maar es praten: tien over drie!’ Zij vraagt integendeel je aandacht nu: zij geeft haar aandacht toch ook aan jou? José wordt maar half begrepen. Het is zo verleidelijk om op grond van haar gedrag te zeggen: ‘Dit kind hangt van de onzekerheden aan elkaar’. Zo’n opmerking lijkt – haar gedrag in aanmerking genomen – heel plausibel. Zij klinkt ook verstandig. En staan wij niet beroepsmatig op goede voet met het rationele? Nou dan! Maar wat ben je voor psycholoog als je een verklaring aanvaardt, alleen maar omdat die plausibel lijkt? Dan druk je toch alleen je eigen onzekerheid uit in bluftaal? Dan ben je toch alleen maar bezig iemand als José te intimideren? Dan schiet je toch gevoelsmatig te kort? Ik beweer, dat José niet onzeker is: ze zoekt alleen naar zekerheden. En dat betekent, voor wie deze uitdrukking duister is, (maar het gedrag van José kennelijk zo helder als kristal!) dat José geen adept is van een of ander nihilisme.
Ik beweer, dat ik begrijp waarom José in haar schulp kruipt: waarom zij bepaalde proefwerken door ziekte ontloopt. Ik beweer dat als José zich ziek meldt, ziek ís. Ik beweer tenslotte dat miskenning van de kwaliteiten van José neerkomt op verspilling van ontluikende gaven, die bij een beetje verzorging daarvan uit kunnen groeien tot iets dat je Talent zou kunnen noemen. Zij is in de storm van proefwerken en proefwerkweken geknot in haar groei. Het klimaat hier is haar niet welgezind. Haar klas lacht haar uit, als ze de dag na haar proefwerk weer gezond is. Men moet – met haar conditie – maar overgeleverd zijn aan zo’n klas!
Men moet haar klasseleraar – mij dus – maar es zien te overtuigen dat het gelijk in deze aan die klas is! Wie daarin slaagt heeft mij daarvan weten te doordringen dat de psychologie, waar wij van uit gaan, heilzaam is, omdat zij in wezen en in feite een antipsychologie is, waar niet het kind, maar de School als instituut profijt van trekt.
Het geval José is mij in de Paasrapportvergadering niet meegevallen.
Daar heeft men, der traditie getrouw, haast: José is geen José. Daar plaatst men het systeem boven de mens. Daar moet VR als voorzitter ingrijpen om CN tot ernst te manen. Daar moet CN dan maar zien, hoe hij serieus moet blijven tussen lieden, die hoogst-serieus níet de zaak dienen, waar ze voor zitten, maar hun door de klok geregelde eigenbelang: hun onuitblusbare verlangen naar huis.

CN
 

Plaats een reactie