11 november 1985

 

Bron: Archief Cornets de Groot.

[p. 21]

Terwijl ik zit te tikken breekt een geratel los tegen de ruit. Het zijn hagelstenen ter grootte van een erwt.
Vanmorgen al werd ik door hagel overvallen. Rijstkorreltjes, die snel smolten op mijn kale kop. Het was niet echt koud op de terugweg van Mattie’s school naar huis, ook was er nauwelijks wind. Maar er was iets vreemds: de straat, de huizen en vooral de witte muren ervan baadden in een koperkleurig licht. Het licht zelf was gekleurd; alsof het door een filter was gegaan.
Op de brug had ik een wijd overzicht. In het oosten was de lucht helder en licht-blauw en doorschijnend. De zon die nog aan het stijgen was, verlichtte de archipel van wolken van beneden af. Ook boven die wolken, die aan de bovenkant asgrauw waren, maar zilver- en goudkleurig aan de benedenkant, was de lucht helder blauw. In het westen hingen ook wolken in een wel blauwe, maar niet doorschijnende lucht. Boven mijn hoofd bevond zich éen grijs veld; in allerlei tinten van grijs, een grijs dat zich naar het zuiden toe verdichtte tot iets massiefs en ondoordringbaars. Ik denk dat als ik verder had kunnen kijken, als ik bv. op een open plek had kunnen staan, dat al dat grijs zichtbaar zou zijn tot even boven de horizon. Dat er langs die horizon een rand van blauw zou lopen: die in het oosten en westen een hoge boog open liet. De hemel had me een reusachtige helm opgezet, onder de rand waarvan ik in de verte zien kon – ijl in het oosten, dicht aan de westkant. Een blauw dat niet werd aangetast door het gele licht, dat hier alles beheerste.

Nu is de hagelbui voorbij en breekt de zon door, o was dat maar een symbool!

Want de problemen met Andrea zijn helemaal de wereld nog niet uit. Zij trekt zich Narda’s kritiek op Jan buitengewoon aan, en in het telefoongesprek tussen haar en mij – drie dagen terug alweer – eiste ze zelfs, dat wij onze excuses zouden aanbieden, bij gebreke waarvan, etc. De strijdlust en de ruzietoon van de Denneweg,1 dacht ik, de sfeer, waarin gedachtewisseling onmogelijk is.
Het gesprek moest ze afbreken, omdat Jan thuis kwam: ze kan alleen in vrijheid spreken, wanneer ze alleen is, en ook dat is voor gedachtewisseling niet heel bevorderlijk. Ze beloofde wel, me de volgende dag weer te bellen, maar liet dit na, wat ik niet alleen verwachtte, maar eigenlijk toch ook wel hoopte. Het gaf me de tijd haar voor te zijn met een in verzoenende en geruststellende bewoordingen gestelde brief.
Die avond informeerde Rutger naar de situatie. Hij zou het betreuren, als de verhouding tussen haar en ons bekoelen zou. Ook hij dacht wel dat er veel wrok bij haar aanwezig was. Wat Narda allemaal deed om het ijs tussen hen te breken, telt ze niet. Ze komt met ultimata aandragen, raakt in paniek bij het eerste woord van kritiek en kan haar gevoelens van onlust geen halt toeroepen. Het maken van excuses is werkelijk van de gekke. Het enige dat ik haar bieden kan, is praten tot er een modus vivendi is gevonden.

Zaterdag vertrokken we naar ’t Waar voor Jef2 zijn tentoonstelling in de A-kerk, Groningen. Een onmogelijk lange reis. Ik had niets te lezen, en dat maakt zo’n reis niet korter.
Jef sprak ik maar kort: hij moest er nog op uit om alles uit te stallen, en toen hij terug kwam, was het laat. Dorothy zag er schitterend uit. Slank, lenig, een heel markante persoonlijkheid met dat grijze haar – een model voor Modigliani. Hij zou er anders door gaan schilderen, met dat haar; met ander palet, bedoel ik. De kinderen waren alleraardigst, zelfs Alosha, die hem de laatste tijd zoveel zorgen baarde, toonde zich toeschietelijk en van haar beste kant. De tentoonstelling zelf, bleek zondag, was een opeenstapeling van schilderijen en objecten. Geen ruimte. Een markt. Niets kwam er echt tot zijn recht. Ook Jef liet te veel zien, op een te kleine ruimte. We kochten een zuil uit Portugees marmer, heel mooi met over de lengte een keep erin, die even onder het midden


  1. De straat in Den Haag waar Cornets de Groot tijdens zijn eerste huwelijk, van 1955 tot 1974, woonde. []
  2. Jef van Leeuwen, 1934, beeldhouwer, sinds de jaren zestig met Cornets de Groot bevriend. []

Plaats een reactie