Het wezen en de franje

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 4e jrg., nr. 13, februari ’73.

Dat veranderingen in de maatschappij hun invloed doen gelden op de opvoeding nemen we niet alleen graag aan, we maken het domweg mee. Het patroon van overwicht en onderwerping in de leraar/leerlingsituatie is ten gunste van beide gewijzigd in wat men bij gebrek aan groeps-en projektwerk maar het beste zou kunnen noemen ‘samenwerking, waarbij alle leerlingen op personalistische grondslag met de leraar verbonden zijn’.
Toen twee jaar geleden de struktuur van het Informatief bulletin gewijzigd werd, formeel en materieel, door het aantrekken van een redacteur uit het lerarencorps die verantwoordelijk was voor al wat niet van de directie in de Gele Vellen kwam, kon niemand meer met enige schijn van recht beweren, dat het IB een informatiekanaal voor eenrichtingverkeer was. De maatschappelijke veranderingen, hierboven bedoeld, hadden, naar mijn mening, hun heilzame invloed op het dominantie-onderwerpingspatroon in de verhouding tussen directie en leraren niet gemist. De Gele Vellen zijn een gemeenschappelijk bezit en een dito belang geworden, en tenzij men vindt dat iedere Nederlander toch de Volkskrant wel krijgt die hij verdient zijn die verworvenheden het waard, dat we ze ons niet laten ontglippen. De demokratiese gezindheid leeft bij de gratie van al wat haar in discrediet brengt. Ik schrijf de aan deze voorafgaande zin niet op om wie dan ook met eigen vooroordelen lastig te vallen. Integendeel, ik besef maar al te goed dat het volslagen zinloos van mij was om HO met een plagiaat van Constanter te complimenteren.1 Maar ik stel met voldoening vast, dat opgemeld rijmpje wel degelijk reacties heeft uitgelokt – mondeling weliswaar, maar aanhoudend, dagenlang, en meer dan ik ooit mocht te horen krijgen, nadat ik mijn ongelofelijk interessante artikel over het impressionisme2 had prijsgegeven aan de algemene opinie. Zelfs de rector zag op de laatste alg. docentenvergadering in dit soort ‘onbeantwoorde ingezonden mededelingen’ een probleem. Waarmee dan toch de functie (niet de waarde, hoor!) van zo’n uiting-in-de-Gele-Vellen aangegeven is.
Zij – die uiting – behoort tot de franje, die niet moet worden afgeknipt terwille van het organisatorisch-administratieve. Men wil immers wel iets meer dan een ‘beschaving’ die uitsluitend bestaan zou uit een complex van ‘goede manieren’, hygiënische gewoonten, comfort én sociale probleemloosheid door verdringing van onlust. Is het wel verstandig nooit onverstandig te willen zijn?


  1. Zie Conform Vastaert uit de vorige aflevering. []
  2. Zie het ongetitelde artikel. []

Plaats een reactie