Van de Hertenhorst

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 10e jrg., nr. 10, februari 1979.

Delft, 5-2-79.

Nog kort geleden gevloerd door twee of drie ziekten tegelijk – pijnscheuten door hoofd en ingewand, om van het hart, het fysische, die pomp, het psychische, die bron, maar niet te reppen – geplaagd bovenal, aan de vooravond van mijn vijftigste, door een aanval van thanatofobie, die makkelijker te verklaren valt dan te overwinnen, voel ik mij nu, in dit Delftse park, allerminst misplaatst. Van achter een ruit bezien vind ik de natuur trouwens bepaald móói – soms. Misschien is er wel een plichtsgetrouw kloosterling aan mij verloren gegaan: wat een verrukkelijk leven leidt dat soort lui!

’t Is avond nu en de jongelui vieren dat. Teneinde mij te onttrekken aan de aandrang van dansgrage en wufte meisjes, heb ik mijn heil gezocht in een lege zaal en mij aan het schrijven gezet: een in een hoek getrapte oude man.

Anders dan anders is toch, dat we hier met heel weinig begeleiders zitten. Verstoken van enige band met de grote wereld, snakkend naar een berichtje van thuis, tot niets anders in staat dan tot geringe, zo uit het onbewuste opgekomen meditaties.1
Een oude krant, -: zo’n Gijsen! Getolereerd door maar liefst 88%! We zijn een Erasmiaans volkje; zou hij nou werkelijk zijn uitlatingen m.b.t. homofielen en bepaalde Tsjee-dee-aa-polietietsjie van minder bedenkelijke aard vinden dan bv. het ijdellijk gebruiken van Gods naam?

Ik zou een antwoord willen schrijven op Dicks artikel over de discussie. Dat zou dan De discussie deel drie moeten heten, want het tweede heb ik af, en komt in dit nummer. Helaas heb ik Dicks stukje niet bij me; wat me ervan is bijgebleven is zijn ‘klacht’ dat de neerlandisten onder zijn duiven aan het schieten zijn. Het ‘levensbeschouwelijke’ valt zijn vakken toe – dus godsdienst en maatschappijleer, het ‘onderwijsbare’ deel, dus de discussietechniek is voor de leraren Nederlands. Maar dat is nu juist wat ik níet wil! De techniek kan me tot nader order gestolen worden: ik wil met mensen van doen hebben, niet met werktuigen in vleesvorm. Ik wil dat de muren tussen de vakken van een paar deuren worden voorzien, die ook open kunnen. Misschien is zo’n ‘leerplan-ontwikkelingsplan’ wel echt nodig!2

Leiden, 9-2-793

Ik was er dan ook bij, bij die commissievergadering.
Er wordt in de regel eens in de week vergaderd, op woensdag, en van elke vergadering wordt verslag uitgebracht.
Wat betekent, dat die verslagen helaas niet in de Gele Vellen zullen kunnen komen, wat ik treurig vind, want je zou zoiets toch voor het nageslacht willen bewaren…
Ik heb wel het gevoel dat we nuttig werk kunnen doen. De volgende keer zal ik toch wel es met het voorstel komen van een enquête onder de leerlingen. Een beweging als deze moet ook een basis van onderen hebben…
De enquête zou dan wat minder naïef opgezet moeten worden dan deze die naar de ouders uitging, om uitspraken aan hen te ontlokken over de identiteit van de school.

CN


  1. Vergelijk zowel deze ‘geringe, zo uit het onbewuste opgekomen meditaties’ als de ‘in een hoek getrapte oude man’ met deze passage uit een brief van Vestdijk aan Theun de Vries uit het oorlogsjaar 1941: “Wij zouden in deze tijd eigenlijk heel eenvoudige dingen moeten schrijven: meditaties, zo uit het onderbewuste opgeweld; nederige notities van in een hoek gedrukte kleine luyden.” Cornets de Groot citeert de zin in zijn essay over Vestdijk in Intieme optiek. []
  2. Ook in een artikel uit de vierde jaargang en een uit de vijfde en ook de negende jaargang en dit uit de Gele vellen houdt Cornets de Groot een pleidooi voor deze vorm van onderwijs waarbij de grenzen tussen de vakken worden doorbroken. []
  3. De verjaardag van zijn tweede vrouw. Cornets de Groots eigen geboortedatum was zes dagen daarvoor, op 3 februari. Ook in de bundel Striptease, in enkele verspreide essays, en vanzelfsprekend in zijn dagboeken uit de tweede helft van de jaren tachtig wordt de structuur bepaald door een kalender. []

Plaats een reactie