Zes Christus-Verzen van J.H. Leopold

Leopold. Het klinkt wat pathetisch maar ik heb het gevoel dat ik in hem na zoveel jaren mijn dichter heb gevonden. Tien jaar geleden al maakte ik kennis met hem via Tonnus Oosterhoff, 1 ik schreef zelfs een stukje over hem, 2 maar daarna vergat ik hem weer. Nu lijkt het alsof ik sindsdien naar hem ben toegegroeid. Afgelopen vrijdag was ik in Perdu bij een lezing van het nagelaten poëzie-oratorium N30 van Jeroen Mettes door 31 dichters. Voor poëziebegrippen was het een spectaculaire avond: geen bedaagde, moeilijke, hogere, ondoordringbare enz. taal, maar een wilde opeenvolging van over elkaar heen buitelende, elkaar ophitsende, overbiedende, dan weer elkaar uitschakelende zinnen die zo van de straat leken geplukt. Na tien jaar nog nauwelijks verouderd. Ik zou Leopold niet bedaagd, moeilijk, hoger of ondoordringbaar willen noemen, althans ik ervaar het zo niet, maar hij staat wel aan de andere kant van Mettes. ‘In gedempten toon’ heet een cyclus van hem, en dat geldt eigenlijk voor al zijn werk. Net als ik woonde hij in een klein huurappartement, waar geen geluid van de drukke straat beneden in doordrong. Er stond, net als bij mij, een piano in die woning, met daarop, net als bij …

Lees meer

Oosterhoff geeft meesterschap aan de onmacht

Omslag van boek

Over Op de rok van het universum (Tonnus Oosterhoff, 2015) In recensies wordt deze roman hier en daar experimenteel genoemd. Of dat het goede woord is, is de vraag. Radicaal en consequent is hij wel. Vanaf bladzijde 1 kom je terecht in een zee van verhalen, geschiedenissen, mythen, weetjes, verdichtsels, broodjes aap, halve en hele feiten, genre Der naturen bloeme van Jacob van Maerlant 1 – vier, vijf, zes per pagina. Als je doorbladert om te zien hoe lang de auteur dat volhoudt, blijkt het op p. 100, 200 en 300, tot aan de laatste, 398e pagina niet anders. Wat heeft hij gedacht: ik geef ze niet één roman, maar duizend? Eenzijdig opgebouwd uit al die waar- en semi-waargebeurde verhalen blijkt het boek toch niet. Eén geschiedenis maakt zich los uit het amalgaam: een verhaal over Roelof de Koning, kind van de jaren zestig, kettingroker, minnaar, dierenarts, kankerpatiënt. Titel van het geheel: Op de rok van het universum, ontleend aan Luceberts bekendste gedicht. 2 De desbetreffende strofe gaat zo: in deze tijd heeft wat men altijd noemde schoonheid schoonheid haar gezicht verbrand zij troost niet meer de mensen zij troost de larven de reptielen de ratten maar de mens verschrikt …

Lees meer

Over de vertaling van ‘Between the world and me’

Een van de verhalen uit Dans zonder vloer (2003) van Tonnus Oosterhoff heet ‘IJlroman’. In de inleiding ervan wordt gezegd dat de schrijver zichzelf heeft opgedragen om achter elkaar door te blijven schrijven, niet na te denken en bij een nieuwe sessie niet terug te kijken. Het is een experiment om een eigenschap te formaliseren van schrijvers die door een idee worden bezeten en door een bijkomend gevoel van urgentie. Denk aan Hermans, die elders door Oosterhoff om zijn slordigheden zowel wordt bekritiseerd als geprezen. Ik wil niet zeggen dat het ook voor Ta-Nehisi Coates geldt, maar het is duidelijk dat het in diens boek, dat sinds vorige week in de winkel ligt, meer gaat om het wat dan om het hoe, en misschien zelfs meer om het dat. Schrijven als een daad, om iets teweeg te brengen. Onze literatuur is daar te arm aan. Het is niet voor niets dat de schrijver die bij ons boven iedereen uittorent, de raadselachtige Multatuli, juist met die inzet literatuur bedreef. Misschien was het daarom een blessing in disguise dat ik pas drie weken na ontvangst van het manuscript aan de vertaling begon, verslaafd als ik ben aan het snelle werk en de …

Lees meer