Bron: Meander afl. 208, 2 maart 2003
Bij Meulenhoff verscheen onder de titel Buigzaamheden de derde bundel van Jan Lauwereyns. Volgens de achterflap werkt en woont Lauwereyns (1969) als neuropsycholoog in Maryland in de Verenigde Staten. Zo’n mededeling staat er natuurlijk niet voor niets: het suggereert onthechting, vrijheid, flexibiliteit, veelzijdigheid, een alternatief perspectief. Maar Lauwereyns is nog jong en in de praktijk leiden deze kwaliteiten vooralsnog en helaas voor ons tot fragmentatie en een door hiaten gemarkeerde poëzie. Zo kan hij een gedicht inzetten met een afgeronde uitspraak als: ‘Nacht maakt plaats/ voor de meer exotische/ frequenties van het licht’ om dan een regel over te slaan voor een vraag: ‘De ondraaglijke?’ gevolgd door weer een witregel en weer een vraag: ‘Is het heimwee?’ Zo’n aanpak geeft blijk van een oprechte, onderzoekende geest, maar het wordt voor de lezer op den duur wat vermoeiend, want die is best bereid na te denken, maar niet wanneer de dichter zijn materiaal zelf nog niet onder controle heeft gebracht en voor zich kan laten spreken. Dan is Lauwereyns niet zozeer aan het experimenteren, maar geeft hij blijk van onbekendheid, zowel met het poëtisch materiaal als met zichzelf. Wie dan toch aan het dichten slaat, komt vanzelf in het anekdotische terecht, waarbij het gedicht dienst gaat doen als de neerslag van, bijvoorbeeld, een reis naar Japan (‘het land van de ijlende zon’, wel aardig gezegd), of de geboorte van een kind (de ‘buigzaamheden’). Dit alles wordt dan nog van wat Griekse mythologie voorzien en van termen uit het computertijdperk (met een titel als ‘www.janluyken.com’), maar tot poëzie wil het telkens maar niet komen, omdat voor Lauwereyns het gedicht geen literair product is, maar een laboratorium in de afdeling research en development:
Nog een rimpeling, dan weer
stilte.
Godzilla?
Vooruit Jan, geen rimpelingen en stiltes meer, maar gééf ons gewoon die Godzilla, wie het ook mag zijn.