Een sigaar voor Harvey

Zelden heb ik me zo ambivalent gevoeld als over deze campagne. Iets zeer hardnekkigs weerhoudt me ervan om me achter een kreet te scharen waarmee je in feite je onafhankelijkheid opgeeft; het “Everybody is an original”, – “I’m not” van Monty Python, of Bartleby’s “I prefer not to” staat me zoveel nader, dat ik niet goed weet hoe vorm te geven aan de gevoelens van solidariteit waar de actie vanzelf een beroep op doet.

Daar komt bij dat ik ook solidair ben met mezelf en met mijn eigen soort en ik er, nu de campagne zo’n enorm bereik heeft gekregen, niet veel voor voel om het hele spel tussen man en vrouw te zien als een strijd tussen daders en slachtoffers. Vrouwen spelen dat spel, zodra ze merken dat ze er talent voor hebben – dat wil zeggen: zodra ze zelfbewustzijn ontlenen aan het feit dat ze worden begeerd – zelf mee. Ik vraag me af welke vrouw er voor zichzelf voordeel uit heeft gehaald, ofwel wie de rollen heeft omgedraaid en de Weinsteins van deze wereld een sigaar uit eigen doos heeft gepresenteerd? Je bent in het leven zomaar slachtoffer. De kunst is nou juist om dat om te buigen: dat is pas feminisme. Helaas blijven veel vrouwen oeverloos slachtoffer. Dat is van alle tijden. Daar is zelfs geen emancipatiegolf tegen opgewassen.

En toch… Wat kan je anders hebben dan respect voor vrouwen die het ‘Me too’ opvatten als ‘So was I’ en nu boven wat hen klein hield uitgroeien door naar voren te komen en hun verhaal te vertellen? Niet omdat het om bekentenissen te doen is, maar omdat er voor hen tussen het lege gebaar van de hashtag en het persoonlijke (het lichaam en zijn geschiedenis) nu eenmaal niets is. Uit de film Suffragette die ik onlangs via de PvdD te zien kreeg, bleek eens te meer dat vrouwenstrijd nooit vrijblijvend is, dat het altijd terugslaat op het lichaam en op persoonlijke omstandigheden. En een andere waarheid: dat mannen soms bang zijn voor vrouwen, maar nooit zoals vrouwen bang zijn voor mannen… Respect dus voor vrouwen die proberen om met inzet van eigen ervaringen te voorkomen dat deze bewustwordingscampagne ontaardt in nietszeggendheid. Alleen het aura van onverwoestbare, onverteerbare authenticiteit kan voorkomen dat de beweging ontspoort in een heksenjacht, vervliegt als een hype, of de sfeer in de samenleving verder verkilt.
 

Aubrey Beardsley, “Salome”

 

1 gedachte over “Een sigaar voor Harvey”

  1. Ik kwam op dit stuk nadat ik in DWDD van dinsdag jl. uitsluitend vrouwen aan tafel zag die zich uitten over de Weinsteins van de samenleving, en hoe daarin als vrouwen gezamenlijk op te trekken. Eén noemde vrouwen zelfs “overlevers.” Sonja Barend was aanwezig om de naar haar vernoemde prijs uit te reiken aan Janine Abbring. Sonja vertelde dat ze er in haar hele loopbaan nooit last van had gehad. “Misschien durfden ze dat bij mij niet,” was haar veronderstelling.

    Deze discussie gaat wat mij betreft over het leven zelf. Twee kanten van dezelfde medaille, man, vrouw, licht, donker, oorlog, vrede, macht, onmacht of onderdrukking, Eva Jinek en Sylvana Simons, hoeren en hoerenlopers, de blanke en de zwarte, jong en oud, het meisje en de loverboy en in zekere zin ook Anne Faber en Michael P.

    Moeten we Weinstein niet dankbaar zijn? Is hij niet een spiegel voor de gehele samenleving? Zou het machtsvertoon van Weinstein minder ernstig zijn geweest als er van seks geen sprake was geweest? Werd Ybeltje Berckmoes niet monddood gemaakt in de VVD-fractie en haalde Halbe Zijlstra meesmuilend zijn schouders op? Staan er veel vrouwen op het namenlijstje van het nieuwe kabinet? En is dat voor de vorm?

    Zijn we geholpen met een pil van Drion, een vrouwenquotum of met teksten als “Je suis Charlie”, “Me too,” of door het lopen van stille tochten? Zijn we gered als de kliniek Altrecht uit Den Dolder is verdwenen? Of als jongens als Michael P. meteen de kogel krijgen of op z’n minst nooit meer vrij komen? Of wanneer alle Marokkanen op een boot richting Spanje zitten? Integratie? Waarom brengen we de hoofddoek eigenlijk niet in het modebeeld terug zoals in de jaren 50, in plaats van hem te verbannen?
    Van de patiënten die in Altrecht zitten weten we in elk geval wat we kunnen verwachten, maar van hoeveel mensen weten we dat niet? Mensen die voor het oog een voorbeeldig leven leiden, maar intussen heimelijk de meest perverse activiteiten ondernemen? En hebben wij het leven geleefd dat die jongens uit Altrecht geleefd hebben? Misschien zou Den Dolder dan echt onveilig zijn.

    Kortom: Het zal er altijd zijn en we zijn zelf niet altijd beter. We proberen iets uit te vlakken wat niet uit te vlakken valt en dus wordt het een vlek, een kronkel, een kramp en gaat de lol er zo zoetjes aan wel vanaf. We (en dan bedoel ik niet alleen vrouwen!) moeten de kracht in onszelf vinden en ook erkennen dat sommige mensen alleen als slachtoffer in hun kracht kunnen staan. Want is Weinstein met dit machtsvertoon niet zelf slachtoffer? Een slachtoffer van zijn eigen onmacht? Zou hij niet gebaat zijn met minder afhankelijkheid van vrouwen? Zou Sylvana Simons niet beter af zijn met minder geldingsdrang?

    Zijn de vrouwen in de porno-industrie slachtoffer of dader? Volgens Anneke Bakker, omroepster van weleer, zijn de vrouwen die zich in televisieland omhooggewipt hebben slachtoffer. Ik zie dat anders. Het was jammer dat Patricia Paay niet achter haar daad bleef staan. Dat ze haar vrije houding inboette en vergat naar de man te verwijzen die haar filmpje op internet plaatste, toen ze haar voor een interview vroegen. Hij had wat mij betreft bij Jinek aan tafel moeten zitten. “Ik heb ook een dochter,” zei Paay vertwijfeld. Wat mij betreft was zij een beter voorbeeld voor haar dochter geweest door achter haar daden te blijven staan en te laten zien dat niet zij iets verkeerds had gedaan, maar die kerel die het filmpje plaatste. Waarom spoorde de redactie van Jinek die jongen die in Paay haar mond plaste niet op?

    We, zowel mannen als vrouwen werken zelf aan een hoop dingen mee, we passen ons aan en lopen voortdurend achter de feiten aan en staan niet voor wat we werkelijk willen. Wat we werkelijk willen, blijft vaak versluierd in manipulaties, slachtofferschap of ontevredenheid. Niemand is er helemaal vrij van en als we ergens beter van kunnen worden, dan is het allemaal niet zo erg. En de ontevredenheid komt te pas en te onpas, soms in volkswoede naar boven. We beseffen niet of willen niet weten dat het leven geen geordende lade is. Geen Noord-Koreaans leger.

    Eva Jinek kwam terug op het vrouwenquotum. Wat haar aanvankelijk zo sterk maakte, wisselde ze even zo makkelijk weer in door achter het vrouwenquotum te gaan staan. “Anders komen we er helemaal niet,” was haar argument. Is dat erg? En wat is de diepere oorzaak? Is het de bedoeling dat we aan de man-vrouwtegenstelling ontsnappen? Is het de vrouweneend die van jongs af aan door verschillende mannetjes wordt verkracht of is het de zwaan die voor het leven haar mannetje vindt?

    Heb ik er zelf wel eens last van gehad? Jazeker, ik ben op mijn vijftiende ontsnapt aan de bekendste lustmoordenaar die Den Haag ooit gekend heeft en natuurlijk hebben er wel eens mannen ongevraagd aan mijn been gezeten. In Turkije in een taxi, in het donker, zelfs met mijn toenmalige vriend erbij. Dat was best eng en op zo’n moment beet ik venijnig van me af, terwijl mijn vriend niet eens zag wat er gebeurde. Maar ik herinner me ook drie vrouwen die op een brutale manier avances maakten terwijl ik daar geen enkele aanleiding voor gegeven had. En ook in mijn werk heb ik te maken met machtsverhoudingen en onmacht. Dat zit in de kleinste dingen. Ik ben er lang onder gebukt gegaan en soms nog steeds, maar ik probeer me te verheffen. Alleen wat ik van mezelf vraag telt en om de rest probeer ik vooral te lachen.

    In de documentaire “Mannen die geslagen worden” laat Elena Lindemans mannen zien die slachtoffer zijn van tiranniserende vrouwen. Ik bedoel te zeggen dat machtsvertoon in alle mensen zit, in verschillende handelingen.

    We, zowel mannen als vrouwen hoeven geen slachtoffer te zijn, dat maken we van onszelf. We kunnen onszelf veredelen. En dat betekent wat mij betreft dat we bij ons zelf te rade moeten gaan en niet bij de ander. We moeten ons vooral niet beter voelen en onze projecties zuiver beschouwen. We kunnen leren om onszelf in de ander te zien en als we dat doen, kijken we met mededogen naar de wereld. Dat zijn processen die een enorm bereik hebben, dus ik ben ervan overtuigd dat ook de dieren in zo’n levenshouding op den duur een beter leven krijgen. Maar voor alles moeten we vrouw blijven en mannen man en geen gelijkheid afdwingen daar waar geen gelijkheid is.

    Ik loop niet alleen in een bos, niet overdag en niet ’s avonds, terwijl ik dat heel graag zou doen. Natuurlijk zijn er mensen die dit schandalig vinden en mij voortdurend voorhouden dat dit wel zou moeten kunnen. Natuurlijk kan het, maar ik doe het niet. Dat ligt niet aan gevaarlijke mannen, maar aan mezelf. Wie weet kom ik ooit nog eens zover dat ik recht in de koplampen durf te kijken.

    Alleen door het besef dat er iets groter is dan het grote, kunnen we proberen om uit de bekende grot van Plato te komen. Weg van onze schaduw. We zouden de symptomen niet meer met oorzaken verwarren en inzien dat alles in het leven in perspectief moet worden gezien. En het perspectief is nooit groot genoeg.

    Heeft het feminisme je moeder zo sterk gemaakt? Of was de vrouwenbeweging slechts een borreltje voor de slapeloze nacht? Werd je moeder niet werkelijk sterk door het leven zelf? Door de tijd aan de tafel waar ze jaren aan zat? Zou wie dan ook haar in een nieuw leven ooit nog zo’n pijn kunnen doen als je vader? Welnee! Je moeder heeft zich door dit leven gevreten. Ze werd onafhankelijk in haar afhankelijkheid.

    Beantwoorden

Plaats een reactie