Perdulezing over Han van der Vegt

Ontzet door hun klaarblijkelijke overbodigheid
zonderden groepen mensen zich van de beschaving af
en trachtten, op grond die voorheen als onbewoonbaar gold,
een bestaan vorm te geven dat het hunne mocht heten.
De robots hadden de vlucht natuurlijk kunnen stuiten.
Ze doorzagen nu alle menselijke bedoelingen
maar wisten van tevoren waar die stuklopen zouden.
Het waren niet de schamele leefomstandigheden,
het was niet de hoge sterfte in de eerste paar jaar,
zelfs niet de wetenschap dat zijzelf met al hun wanhoop
en vindingrijkheid niets konden scheppen dat de robots
niet veel doeltreffender en eleganter volbrachten
die die mensen na verloop van jaren vereenzaamd en
vrijwel onopgemerkt in ons midden deed opduiken.
Ten slotte was het het heimwee naar de redelijkheid
en milde leiding van de robots die de doorslag gaf.
Niet langer had de mens aan andere mensen genoeg.
We waren trots een bescheiden functie te vervullen
in de nieuwe samenleving van mensen en robots
zoals zij die naar hun superieure processen
hadden ingericht, en deden wat ons werd bevolen.
Zij waren de kinderen aan wie wij vol vertrouwen
het grootse menselijk project konden overdragen

(Han van der Vegt, De zeilen van de aarde, Meulenhoff, 2010)

—o0o—

Donderdag 24 juni a.s. presenteert Han van der Vegt in Perdu, Kloveniersburgwal 86, Amsterdam, zowel zijn nieuwe bundel De zeilen van de aarde als de cd-versie van zijn ruimte-opera Exorbitans. Naast Jan Frans van Dijkhuizen, Andy Fierens, Lucas Hüsgen en Han van der Vegt zelf zal ik er ook zijn om wat te zeggen over deze uitzonderlijke poëzie. Hieronder de tekst van het persbericht.

—o0o—

Dubbelpresentatie Han van der Vegt: De zeilen van de aarde en Exorbitans, een ruimte-opera
Met Rutger H. Cornets de Groot, Jan Frans van Dijkhuizen, Andy Fierens, Lucas Hüsgen en Han van der Vegt

De zeilen van de aarde is de vijfde dichtbundel van Han van der Vegt, met 21 voor zijn doen korte gedichten. Deze bezien de bizarre mogelijkheden van de menselijke soort en de wereld vanuit wetenschappelijk perspectief en onthullen soms adembenemende, soms afschrikwekkende, maar altijd verrassende vergezichten.

Exorbitans, een ruimte-opera is de cd-versie van zijn gedicht Exorbitans, met muziek van Jan Frans van Dijkhuizen. Deze versie stelt u in staat nog intiemer deel te nemen aan de reizen van het intergalactische ruimteschip Exorbitans, voorbij de grenzen van het universum en de poëzie zoals we die kennen. Dichters Andy Fierens en Lucas Hüsgen zullen beide een voordracht geven en Rutger H. Cornets de Groot geeft zijn visie op de poëzie. Daarna volgt een optreden van Han van der Vegt en Jan Frans van Dijkhuizen.

Stichting Perdu
Kloveniersburgwal 86
Amsterdam
020-6276295

Aanvang 20:30
Zaal open 20:00

Toegang gratis; reserveren gewenst.

Ontzet door hun klaarblijkelijke overbodigheid

zonderden groepen mensen zich van de beschaving af

en trachtten, op grond die voorheen als onbewoonbaar gold,

een bestaan vorm te geven dat het hunne mocht heten.

De robots hadden de vlucht natuurlijk kunnen stuiten.

Ze doorzagen nu alle menselijke bedoelingen

maar wisten van tevoren waar die stuklopen zouden.

Het waren niet de schamele leefomstandigheden,

het was niet de hoge sterfte in de eerste paar jaar,

zelfs niet de wetenschap dat zijzelf met al hun wanhoop

en vindingrijkheid niets konden scheppen dat de robots

niet veel doeltreffender en eleganter volbrachten

die die mensen na verloop van jaren vereenzaamd en

vrijwel onopgemerkt in ons midden deed opduiken.

Ten slotte was het het heimwee naar de redelijkheid

en milde leiding van de robots die de doorslag gaf.

Niet langer had de mens aan andere mensen genoeg.

We waren trots een bescheiden functie te vervullen

in de nieuwe samenleving van mensen en robots

zoals zij die naar hun superieure processen

hadden ingericht, en deden wat ons werd bevolen.

Zij waren de kinderen aan wie wij vol vertrouwen

het grootse menselijk project konden overdragen

8 gedachten over “Perdulezing over Han van der Vegt”

  1. Ha, dat valt ook moeilijk te begrijpen wanneer je wel eens hebt meegemaakt als je computer het laat afweten! Daar is niks elegants aan, dat is een gevecht met de engel (zie ook Toon Tellegens laatste bundel!)

    De bedoeling en pretentie van computers, robots, enz. is om foutloos te opereren. Dat is ‘elegant’. Is het werkelijk elegant? Dat is een goede vraag, en daarom is je vraag goed, Dominique. Misschien vervallen die categorieën wel in de toekomst, wanneer men niet langer de kunst van het falen verstaat.

    Beantwoorden
  2. Beste Dominique,
    Het geciteerde fragment is het derde deel van het gedicht De menselijkheidsfunctie. Het hele gedicht is te lang om te citeren, maar het vertelt hoe men erin slaagt, door middel van een simpele functie, de robots met menselijkheid te programmeren. Hierdoor lijken ze voor mensen sympathiek en elegant. Vandaar.

    Beantwoorden
  3. Ha Han, wat leuk je hier te zien.
    Er zit iets raars natuurlijk in die gelijkstelling van menselijkheid aan elegantie. Elegant is wat vloeiend, foutloos verloopt. Daartoe zijn alleen robots en computers in staat. Die te programmeren met menselijkheid betekent dan ze nog onmenselijker maken dan ze al zijn – of, wanneer je ’t van de andere kant bekijkt, er programmeerfouten in te bouwen om ze te laten haperen zoals mensen doen.

    Beantwoorden
  4. Je moet het bekijken vanuit menselijk perspectief. Natuurlijk worden de robots iets minder elegant, maar mensen kunnen dat niet zien, omdat ze alleen hun eigen elegantie erkennen. Maar laat ik mijn eigen gedichten niet gaan uitleggen.

    Beantwoorden
  5. ‘Grappig’, de robots en de computers die ‘menselijk’ willen worden en de mensen die het kuddegedrag van robots en computers beginnen te vertonen – of dit, in mijn waarneming, al steeds zichtbaarder doen. Ook oppositie en protest worden straks strak georganiserd (stemwijzers etc.)
    Op welk snijvlak ontmoeten beiden elkaar? Op het scherp van de snede?
    Mechanica die spreekt en de mens die een blikken stem opzet?
    Waar blijft de innerlijke, onversterkte stem dan? In de kunst?
    Wij zijn allen asielzoekers geworden.
    In zijn Der Waldgang (ca. 1953 [?]) analyseert Ernst Jünger deze voorafschaduwing van nieuwe dictatuur.

    Beantwoorden
  6. Onder elegant versta ik (in deze context) inderdaad wat vloeiend functioneert ‘binnen de sociale band’

    Mag ik vragen, Han, welk aspect de mens aan de machine toevoegt opdat die menselijker zou zijn ?

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Wijnand Steemers Reactie annuleren