Misschien is paranoia wel het belangrijkste psychologische motief achter Den skyldige. Agent Asger Holm moet zich via zijn hoofdtelefoon oriënteren op stemmen, voetstappen, verkeer en andere geluiden. In de meldkamer is hij het centrum van een netwerk dat hij uit alle macht probeert te beheersen, maar dat hem ook naar het leven staat. Steeds verder trekt hij zich terug in een donkere privéwereld, waar hij de normen van het systeem dat hij dient op afstand kan plaatsen en hij oog in oog met zijn eigen moraal komt te staan. Pas door het idee dat aan zijn verantwoordelijkheid voor de ander geen grenzen zijn, komt hij zijn eigen fascisme – ‘Ik wilde iets verwijderen dat slecht is’ – ten slotte te boven.