Een nieuwe Herrscher

Over The Killing of a Sacred Deer (Yorgos Lanthimos, 2017)

Still uit de film 'The Killing of a Sacred Deer' van Yorgos Lanthimos

Bevat spoilers

Balans, en de uiterste wil om het evenwicht te bewaren, daar gaat het in deze film over. Dat blijkt alleen al uit de onaangedane, formele toon waarop iedereen spreekt, als om het evenwicht maar niet te verstoren. ‘Het is metaforisch, symbolisch’, zegt de jongen wanneer hij een hap uit zijn eigen arm neemt, nadat hij net hetzelfde heeft gedaan bij de chirurg. Het is ook een gebaar dat de verwijdering van het hart symboliseert: nu zijn ze allebei executeurs van het kwaad geworden.

Niet dat de jongen gedreven wordt door kwaadwilligheid. Net zomin als de vader, die als beul zo willekeurig mogelijk te werk wil gaan, weet de jongen of wat hij doet wel rechtvaardig genoemd kan worden. ‘Maar dit komt het dichtst bij rechtvaardigheid in de buurt’, zegt hij. Zijn kwaad bestaat niet uit haat en rancune; die menselijke motieven zijn hem volkomen vreemd – en juist dat maakt zijn missie zo kwaadaardig. Hij is maar operateur van een autonome machine die voor evenwicht zorgt: oog om oog, tand om tand. En zo vinden, volgens deze gedachtegang, rechtvaardigheid en ons eerste grondwetsartikel hun uitgangspunt in het meest kwade beginsel: de gelijkstelling van alles en iedereen aan elkaar, ongeacht afkomst, achtergrond, omstandigheden.

Dat is de betekenis van zijn ontdekking dat zijn manier van spaghetti eten niet uniek was, maar dat iedereen zo spaghetti at. Iedereen is, wanneer het op gedrag en aansprakelijkheid aankomt, hetzelfde. Individuele verschillen zijn er alleen gradueel: een horloge kan tot 100 m waterdruk verdragen of tot 200 m, het kan een metalen of een leren polsbandje hebben, maar het blijft een horloge en is als zodanig volledig inwisselbaar. Omgekeerd kan een kind lang haar hebben of haar onder zijn oksels, maar toch nooit de statuur bereiken van een volwassene die drie keer zoveel haar onder zijn oksels heeft en over zijn hele lijf behaard is.

En toch maakt dat als het erop aankomt niet veel uit voor het systeem dat toeziet op het behoud van evenwicht. De moeder vraagt waarom zij en haar kinderen worden gestraft, en het antwoord wordt gegeven middels de spaghettimetafoor. Het jongetje, vlak voordat hij gaat sterven, knipt in een laatste poging zijn haar af, maar het kan hem niet meer baten: het systeem eist en eet hem op.

Evenwicht ook in de cameravoering: als de camera in het ene shot door de gangen van het ziekenhuis hoog wordt gehouden, hangt hij in het volgende shot laag, en nog later weer ergens in het midden. Alle motieven in de film hebben ergens hun tegenhanger. Als de man wordt geroemd om zijn mooie handen, moet zijn vrouw later in de film de anesthesist met de hand helpen, alsof hij zelf verlamd is en zijn handen niet gebruiken kan, zoals de kinderen hun benen. De vader, als enige, kan prima uit de voeten met zijn handen: hij slaat er de jongen mee, maar tevergeefs.

‘Zie je het dan niet? Het heeft geen zin’, zegt de jongen. Het beste is als iedereen zijn verzet opgeeft en zich overgeeft aan het systeem, dat dan voor de verdere orde- en evenwichtshandhaving zorg zal dragen. Iedereen verlamd, en wie er niet verlamd is, beroofd van zijn macht. Want als iedereen op dezelfde manier spaghetti eet, kunnen rollen en verantwoordelijkheden, net als horloges, ook zonder veel moeite van de een op de ander worden overgedragen. Dan neemt de vader zelf de rol aan van beul, en wordt de usurperende ‘zoon’ de nieuwe leider, die door alle andere gezinsleden wordt aanbeden. De echtgenote en moeder kust niet zijn handen maar zijn voeten, en Bach zingt in de laatste scène met het openingskoor ‘Herr, unser Herrscher’ uit de Johannes Passion nog zijn lof.

Over wie die nieuwe Herrscher is, kan geen misverstand bestaan: het is de staat, die willoze, gehoorzame burgers verlangt die niettemin tot alles in staat zijn, naar het model van de computers die ons leven al vergaand beheersen. Geen mensen meer, maar machines. Alleen de dochter, die haar lange haar behield en geen spaghetti eet maar net als hij patat – ze heeft bovendien net haar eerste menstruatie gehad en bevindt zich dus tussen kind- en volwassenheid in – kijkt hem in die slotscène met iets van verwijt aan: je hebt mijn broertje gekregen terwijl je mij had kunnen hebben – wat ben je nu eigenlijk opgeschoten? Dat antwoord moet hij ten slotte ook schuldig blijven. Hij was maar lakei van een systeem.