Friday, July 27, 2007

3. startplaats
4. ze zullen vandaag wel vertrekken

(F. van Dixhoorn, Jaagpad).

Rasmussen
Michael Rasmussen.

Dit mooie plaatje dank ik aan Chrétien Breukers, die het gisteren op de Contrabas zette. Bestaat er een ambivalenter gebaar dan dit, dat zowel overwinning als overgave, verlossing als vertwijfeling uitdrukt? Ik denk dat Martin Scorsese het ook een fantastisch plaatje zou vinden: een hedendaagse verlosser, die aan het kruis zijn grootste zege beleeft. Het deed me denken aan het volgende van WF Hermans:

Er rijdt een priester op een fiets voorbij.
Aan 't kruispunt weet hij verder niet te gaan.
(Twijfel is een rood licht waar hij voor remt)
En blijft met uitgestrekte armen staan.

Zodat, van ver, hij op de Heiland lijkt
En dichterbij, op een verkeersagent.


(Uit 'Straattoneel', in: Overgebleven gedichten).

A. Roland Holst heeft eens gezegd dat het weliswaar lijkt alsof die armen zich in erbarmen uitspreiden, maar dat ze de gelovige ook de toegang versperren. In die zin staat het kruis model voor de hele priesternatuur: zalvend enerzijds, maar ook wegend en oordelend: de verkeersagent die je wel doorgang wil verlenen, als je maar eerst voor hem en de macht die hij vertegenwoordigt op de knieën gaat. Pas wanneer ze het contract met die macht opzeggen en zich verbinden met wie eraan onderworpen zijn, kunnen dat soort mensen ook leiders en opvoeders worden, zoals vrijwel al Scorsese's helden, die iets van een priester hebben maar ook iets van diens tegenpool, de gangster.

Minder ambivalent dan dat gebaar is het antwoord op de vraag of Rasmussen inderdaad de Tour van zijn zonden heeft verlost. Nee, natuurlijk; hij - gele trui-drager en ritwinnaar - is alleen maar geofferd. Het is dezelfde mentaliteit waar Nietzsche zich in ander verband al in vertwijfeling over verwonderde: hoe kunnen mensen het bedenken om hun God aan het kruis te spijkeren - welke diepe haat tegen zichzelf en tegen het leven spreekt daar uit?

Plotseling wordt Rasmussen als de zoveelste belichaming van het kwaad gezien, - maar dat is toch alleen maar het geval voor zover kwade krachten hun strijd op zijn lichaam uitvechten: grote bedrijven die ploegen sponsoren, maar daar wel een goede naam aan willen overhouden, en dopingartsen die renners dat geven waar ze ter meerdere eer van hun sponsor, de wielerbond en zichzelf wel gebruik van moeten maken. Op de website van de NOS staat een uitstekend stuk van Maarten Ducrot, waarin hij laat zien hoe de wielersport wordt uitgehold door een manier van 'mechanisch en objectmatig denken' die aan haar aard vijandig is, terwijl de dubbele moraal en het gebrek aan leiderschap die de Tour nu beheersen het er niet beter op maken. Geef die renners eens ongelijk dat ze naar middelen grijpen om zich binnen dat onmenselijke systeem te handhaven. Renners zijn, zoals Ducrot zegt, nu eenmaal geen genieën, geen tennissers, voetballers of motorcoureurs; het zijn geen individualisten, geen sterren, maar 'knechten', 'waterdragers', die tot deze speciale vorm van solidariteit worden gedwongen: zich voor elkaar uit de naad te fietsen, omdat het vermogen af te zien de basis is van elke wielerprestatie. Die solidariteit wordt nu ondermijnd: zelfs iemand als Eddy Merckx vindt dat Rasmussen en Vinokourov niet meer terug hoeven te komen: ze hebben gelogen en bedrogen, en die morele misdaad is voldoende voor het morele oordeel. Zo betoont Merckx, een voormalig leider, zich plotseling een priester, en zo zorgt de moraal (nee, niet de wielermoraal, maar die andere) er weer eens voor dat de oorzaken van het bedrog buiten beschouwing blijven.

Wie zich in ingewikkelde omstandigheden moet zien te handhaven, liegt met het grootste gemak en als van nature: zijn zelfbehoud is met het vertellen van de waarheid niet gediend. De waarheid is überhaupt zijn eigendom niet; er wordt immers alleen maar over hém geoordeeld: door ploegleiders, sponsors, artsen, journalisten, toeschouwers, tourdirecties, wielerbonden en ten slotte nog door de geschiedenis, het grootste monster van allemaal. Daarom is een wielrenner op zijn fiets temidden van reusachtige bergen precies waar hij moet zijn. Zou hij, bedrieger, de Tour om zeep helpen? Welnee - de Tour en de wielrennerij helpen hooguit zichzelf om zeep, doordat ze hem van de waarheid alleen dat deel laten dat men het Kwaad noemt, terwijl de toegang tot het Goede, d.i. de plek vanwaar men oordeelt, aan hen voorbehouden blijft. Er zijn genoeg verkeersagenten in de Tour en de wielrennerij. Het is tijd voor leiders - niet van het type Armstrong, maar van gangsters als Cruyff, Mohammed Ali, Gari Kasparov.

Niet alleen voor Rasmussen, ook voor mij is deze Tour afgelopen. Wie er in Parijs wint zondag zal me een zorg zijn.

posted @ 1:20 AM | Feedback (0)