Wednesday, September 20, 2006

Onder de vele mensen die vroeger bij ons over de vloer kwamen was een meneer, al wat ouder, kalend, maar met vriendelijke, opgewekte ogen. Op een avond gaf hij mij en mijn zus in onze kamer een grote doos viltstiften cadeau. Dat vonden we aardig natuurlijk. Terwijl we de inhoud bewonderden, stond hij vriendelijk in de deuropening naar ons te lachen. Waarom is me nog steeds een raadsel, maar in een opwelling begonnen we de vilstiften naar zijn hoofd te gooien. Hoe oud zal ik zijn geweest - vijf, zes jaar misschien, mijn zus drie jaar ouder. Die vriendelijke, kale meneer, die trouwens een rare naam had, lachte erom. Toen was er geen houden meer aan. Gillend van plezier pakten we viltstift na vilstift en smeten die naar zijn hoofd, tot de hele, grote, mooie doos leeg was.
Gisteren vertelde ik mijn moeder erover, ze wist het nog precies. Mijn vader, die nooit ergens een probleem van maakte, maakte voor deze gebeurtenis een uitzondering: hij schaamde zich kapot, en kon er ook in later jaren niet om lachen. De vriendelijke, kale meneer is altijd vriendelijk gebleven, ook voor ons. In de krant las ik dat hij op 96-jarige leeftijd is overleden:

Bezorger: Kees Lekkerkerker
Bezorger: Kees Lekkerkerker

'De tekstbezorger en bibliograaf Kees Lekkerkerker is op 28 augustus in Amsterdam overleden. Dat is deze week bekend geworden. Lekkerkerker (1910) werd bekend door de bloemlezing In aanbouw in 1939 met werk van de toen opkomende generatie schrijvers. Hij was na de oorlog redacteur van het literaire tijdschrift Proloog, speelde als medewerker van uitgeverij Contact een rol bij de uitgave van het dagboek van Anne Frank en was 25 jaar lang redactiesecretaris van het tijdschrift De Gids. Zijn editie van de Verzamelde werken (1941-1958) van J. Slauerhoff is te beschouwen als zijn levenswerk. De oorspronkelijke uitgave voldeed niet aan Lekkerkerkers hang naar perfectie, die vaak botste met de meer praktische opvattingen van de uitgever. Vandaar dat hij vanaf begin jaren tachtig een reeks nieuwe uitgaven van enkele van Slauerhoffs hoofdwerken heeft bezorgd, die onder meer door de daarin opgenomen drukgeschiedenissen onmisbaar blijken voor de bestudering van Slauerhoffs werk. Een aangekondigde heruitgave van Slauerhoffs Dagboek heeft hij niet meer kunnen voltooien.' (NRC, 18 september 2006).

Lekkerkerker. Wat een merkwaardige naam toch. Een oxymoron, tenzij 'kerker' op 'kerk' betrekking heeft, maar dan nog: een 'lekkere' kerk? Ik heb de herkomst ervan niet kunnen achterhalen, maar Luceberts gedicht het vlees is woord geworden (uit de debuutbundel apocrief) begint met de volgende strofe:

nu komen ook de kooien van de poëzie
weer open voor het gedierte van miro
een vlo een lekkerkerker en een julikever
raken met hun tentakels in de taal

Juan Miró - Nocturne
Juan Miró - Nocturne.


Het is voor zover ik weet nog niet opgehelderd of Lucebert hiermee naar Slauerhoff en diens tekstbezorger heeft willen verwijzen; directe invloed van Slauerhoff heeft Lucebert altijd ontkend.* Bevatte het cadeau van Kees Lekkerkerker de impliciete opdracht aan ons om als jonge Miró's zijn portret te tekenen? Kennelijk wezen wij die lyriek af toen voor ons de kooien opengingen.

Er is een lyriek die wij afschaffen

* Maar beiden ontmoeten elkaar in Rilke, zie hier.

posted @ 1:35 PM | Feedback (0)