Correspondentie Reinold Kuipers (Querido, 1962)

 

5 brieven.
Bron: Letterkundig Museum.
Reinold Kuipers.
Reinold Kuipers.

 

1. R.A. Cornets de Groot aan Reinold Kuipers

[Brief in handschrift, 2 blz.]

Den Haag, 28 maart 1962

Zeer geachte Heer Kuypers,

Gaarne wend ik mij tot U – op aanbeveling van mijn schoonzuster Henny van den Berge, die U wel kent als free-lance-medewerkster aan het tijdschrift Eva – met de onbescheiden vraag, of U wellicht een redactionele vacature voor mij weet, hetzij bij Uw uitgeversmaatschappij, hetzij bij een andere. Mijn huidige werkkring – onderwijzer – schenkt mij namelijk niet die geringe bevrediging, die ik er (hoe laag ik de “dankbaarheid” van dit vak ook stelde) nog van verwachtte. Mijn hart – ik zag het te laat – lag bij de boeken, doch mijn scholing om ooit in die wereld te kunnen komen was, door een verkeerd aangepakte studie”planning” te gering.1

Thans, nu ik mij door zelfstudie enige kennis heb vergaard, meen ik echter een kans te mogen wagen, want in die studie zit veel, dat waarde bezit – ook, naar mijn bescheiden overtuiging, voor de uitgeverij.

Stevig is de basis van een HBS(a)-diploma en een onderwijzersakte; steviger echter is mijn kennis der Nederlandse literatuur. Wanneer ik die kennis zonder op te scheppen karakteriseren wil door te zeggen, dat zij breed is en diep, dan zou ik dit willen illustreren met het enthousiasme dat enkele essays van mijn hand opwekte bij Ed. Hoornik, Bert Voeten, Prof. de Froe en K. Lekkerkerker2 – dan zou ik U de lovende brieven als reaktie op mijn werk willen laten

[p. 2]

zien, die Vestdijk en Michel van der Plas mij deden toekomen.

Dit werk was van uiteenlopende aard en behandelde o.a. de hoofse lyriek, de romanopbouw bij Vestdijk, de “tegenaardetheorie” van Mulisch en het échèc der Vijftigers.3 Enig werk werd mij door De Gids afhandig gemaakt, al zal het nog een half jaar kunnen duren, eer het er ook in verschijnt, zoveel kopij heeft men daar blijkbaar nog…4

Ik meen dat het misschien nuttig is, mijn tamelijk brede doch daardoor ook oppervlakkiger kijk op de kunstgeschiedenis te vermelden, terwijl het weer van meer belang lijkt om nog te wijzen op mijn, naar zijn einde lopende, studie voor de middelbare Akte Geschiedenis.

Natuurlijk begrijp ik wel, dat al mijn mogelijkheden om tal van beroepen “onmogelijkheden” zijn; dat is nu eenmaal zo, wanneer de “cultureel-gerichte jongeman” (doch ik ben reeds 33 jaren oud!), niet op wetenschappelijk peil gevormd is, niet op academische studie kan wijzen. Zo er echter een opening te vinden is in de wereld van het Boek, dan, meen ik, bent U daar eerder van op de hoogte dan ik.

Vandaar mijn vraag, mijn onbescheidenheid, waarvoor ik U gaarne nederig mijn excuses aanbied.

U zult tenslotte nog kunnen wensen te weten, dat ik getrouwd ben, twee dochter heb en een salaris van rond 600 gulden, een salaris waar ik, voorlopig, tevreden mee ben.

U dankend voor de welwillendheid waarmee U deze brief hebt willen lezen,

Blijf ik,
Met alle hoogachting,
Uw

[Handtekening]

R.A. Cornets de Groot,
Denneweg 11a,
Den Haag


2. Reinold Kuipers aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

29 maart 1962

Zeer geachte heer,

In antwoord op uw brief delen wij u mee, dat er op het ogenblik bij ons geen vakature is. Ik ben echter gaarne bereid, eens met u te praten over uw toekomstmogelijkheden in de uitgeverij. Zijn er dagen waarop u altijd kunt? Dan valt er misschien een afspraak te maken.

Met vriendelijke groet,

hoogachtend,
Em. Querido’s Uitgeverij N.V.

[Handtekening]

R. Kuipers
directeur


3. R.A. Cornets de Groot aan Reinold Kuipers

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Den Haag, 31 maart 1962

Zeer geachte Heer,

In antwoord op uw brief deel ik u mee, dat ik in de naaste toekomst geen dag vrij kan maken, teneinde aan uw moedgevende uitnodiging om eens met u van gedachten te wisselen over mijn reële kansen bij een uitgeverij, gevolg te geven. In het algemeen ben ik op woensdagmiddag altijd vrij, maar tot en met de 18e april kan ik, helaas, niet over mijn vrije tijd beschikken.

Het spreekt uiteraard vanzelf, dat ook de paasvakantie (20 april – 1 mei) gelegenheid biedt, om de reis naar Amsterdam te maken.

Gaarne van u vernemend, op welke dag ik mag komen,

blijf ik,
met alle hoogachting,
Uw

[Handtekening]

R.A. Cornets de Groot,
Denneweg 11a,
Den Haag


4. Reinold Kuipers aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

4 april 1962

Zeer geachte heer,

zullen wij afspreken dat u op woensdag 25 april ’s middags om twee uur bij mij komt? Dit is dus in uw Paasvakantie.

Met vriendelijke groet,

hoogachtend,
Em. Querido’s Uitgeverij N.V.

[Handtekening]

R. Kuipers
directeur


5. Reinold Kuipers aan R.A. Cornets de Groot

[Brief in typoscript, 1 blz.]

10 mei 1962

Zeer geachte heer Cornets,

uw essay Timmeren aan het zwerk5 heb ik met grote belangstelling gelezen. Wat De Gids er zo nieuw aan kan vinden, begrijp ik niet. Het onderwerp is immers zo oud als de poëzie zelf. Ik geloof wel dat u het begrip ‘astrologische’ wat duidelijker moet maken.

Uw manuscript stuur ik u, afzonderlijk en aangetekend, terug.

Met vriendelijke groet,

hoogachtend,
Em. Querido’s Uitgeverij N.V.

[Handtekening]

R. Kuipers
directeur


  1. Cornets de Groot was in 1956 via een eenjarige betaalde spoedopleiding aan zijn onderwijzersakte gekomen. Hij zou tot 1966 als onderwijzer werkzaam blijven. []
  2. Genoemde personen vormden de redactie van De Gids, die zich ten tijde van deze brief nog moest beraden over vier artikelen die Cornets de Groot hun had aangeboden, en waarvan ten slotte alleen zijn debuut De artistieke opbouw van Vestdijks romans zou worden geaccepteerd. Zie de brieven rond Cornets de Groots debuutartikel. []
  3. Van deze artikelen is alleen het essay over Vestdijk (zie de vorige noot) bewaard gebleven. []
  4. De artistieke opbouw van Vestdijks romans zou inderdaad in oktober 1962 verschijnen. []
  5. Ook dit artikel is niet bewaard gebleven. De titel lijkt een voorafschaduwing van de kosmische metafoor uit Bikini en later werk. Redacteur Anton van Duinkerken meent dat het ‘de kant gelal opgaat’ en wijst het voor publicatie in De Gids af. Zie de in noot 2 genoemde correspondentie. []

Plaats een reactie