Een kwestie van perspectief

Posted on Thursday, August 07, 2008 10:16 PM
David Hockney - Pearblossom Hwy.
David Hockney, Pearblossom Hwy., fotografische collage, 198 x 282 cm, 1986.
Klik hier of op het plaatje voor een overtuigender afbeelding.


In het kader van een discussie over Alain Badiou geeft Samuel Vriezen een citaat, waarin Badiou zegt dat 'het zintuigelijke (le sens) voldoende naam is voor de waarheid' (er dus verder geen categorie waarheid nodig is), en dat God 'nooit iets anders geweest is dan de waarheid van het zintuiglijke'.

Ik heb het gevoel dat wanneer Deleuze zegt waarheid als categorie niet nodig te hebben, het iets heel anders betekent dan wanneer Badiou dat zegt. Badiou, en de mensen die hem graag lezen, doen me nogal aan het filosofisch temperament van Heidegger denken, voor wie wijsbegeerte in de eerste plaats toch een 'feest van het denken' moest zijn, wilde het de naam waardig kunnen dragen. Het is een soort l'art pour l'art voor de filosofie waar ik niet erg geschikt voor ben - niet omdat ik niet een beetje na wil denken of het raadsel niet wil vergroten, maar omdat filosofie (en literatuur) mij pas wat zeggen als ze op het leven betrokken zijn: belangeloos denken, denken alsof ik er niet toe deed gaat me slecht af helaas. Anderen hebben er minder moeite mee.

Als Badiou dan zegt waarheid niet nodig te hebben, dan lijkt dat vooral te betekenen dat hij dat puzzelstukje niet nodig heeft om zijn Heideggeriaanse “Holzwege in Unbegangenen” af te lopen, en weer thuis te komen; Dirk Vekemans noemde hem al een 'retorisch monster'... Maar als Deleuze het zegt, voel je meteen het Nietzscheaanse dédain voor zoiets uitermate lulligs als de waarheid: welke filosoof bekommert zich daarom? Het is zoals Deleuze mutatis mutandis over literatuur beweert: grote schrijvers hebben zich nooit geïnteresseerd voor welbespraaktheid, het is nooit hun grootste zorg geweest. Ik wil niet chargeren, maar Badiou's manier van filosoferen lijkt zo een uiting van decadentie, een demonstratie van virtuositeit, een vorm van intellectuele masturbatie. Deleuze brengt de filosofie zelf in beweging: 'het stotteren van de creatie is wat de taal vanuit het midden laat groeien, zoals gras, waardoor de taal geen boomstructuur heeft maar een rizoom is, wat de taal voor altijd uit balans brengt', zoals ik toevallig gisteren nog bij hem las. (Ik besef dat wie niet aan dat privéjargon gewend is, hier nauwelijks chocola van kan maken... Maar straks komen er plaatjes!)

Badiou gaat, in Samuels vertaling, als volgt verder: '[Deleuze's] opvatting van de gebeurtenis (événement) zou hem ervan hebben moeten overtuigen tot het eind toe Spinoza te volgen, die hij uitverkoren had als de "Christus van de filosofie", en de unieke Gebeurtenis (Événement), waar de wordingen (les devenirs) gebogen worden (se diffractent) "God" te noemen'. En hij voegt er nog aan toe: 'Lacan wist goed dat wie dat wat gebeurt uitlevert aan het zintuigelijke werkt aan de subjectieve consolidatie van de religie, want, zoals hij schrijft, "de stabiliteit van de religie komt daarvandaan, dat het zintuigelijke altijd religieus is."'

Wat een feest, niet? Ik weet ook niet precies wat Badiou bedoelt met het 'buigen van de wordingen' (tot wat dan?), maar wel heb ik het idee dat het helemaal geen probleem hoeft te zijn om God binnen te halen wanneer gebeurtenissen aan 'het zintuiglijke' worden uitgeleverd. Ten eerste niet, omdat wij van onze trauma's, pardon, unieke Gebeurtenissen, vanzelf beelden scheppen: het werk van Martin Scorsese, waar ik me al een tijdje mee bezig hou, geeft daar talloze voorbeelden van. Het maken van beelden, het bevriezen van de stroom en het oneindige, eindeloze vereeuwigen: wat is er religieuzer dan dat. De vraag is alleen: wat voor God? Wanneer het gaat om Spinoza, en dus om een deïstische God - dat wil zeggen, eentje die zich na de schepping uit de wereld heeft teruggetrokken en zich niet meer aan ons openbaart - dan kom je vanzelf uit bij deze in alle opzichten (!) briljante oplossing van David Hockney:

Hockney perspcetief 1

Hockney schrijft hier dat in de theorie van de eenpunts-perspectief het verdwijningspunt de oneindigheid is, en dat de kijker daarbij een immobiel punt is dat zich buiten de afbeelding bevindt.
Als nu het oneindige gelijk kan worden gesteld aan God, zegt Hockney, is Hij onbereikbaar, en zijn mens en God beiden alleen. Maar als het perspectief wordt omgedraaid, aldus:

Hockney perspectief 2

dan wordt de kijker mobiel en is de oneindigheid overal

                         overal
 
                                                       overal


Een open ruimte inderdaad. (Net trouwens, als in dat mooie gedicht van Tonnus Oosterhoff:

IN DE KWAL ROEPT DE ZEE

O, roept de zee in de kwal.
De zee in de kwal roept o
                o
                               o
De zwevende mond legt zich aan
om de infinitief, o, o, roepdrinkt o.
Wie of wat niet op de gedachte komt
zich te bevrijden is hier
             hier
                          hier
hier hier en hier niet te weten.


)

Hockney vraagt zich, weliswaar wat retorisch, nog af of een en ander een betere theologie oplevert. Tja. Wie zich verbonden voelt met het aardse, zal geen behoefte voelen om voorbij de dingen van die aarde te willen zien, hoezeer de Idee ook aan hem trekt. Die zal altijd vatbaar blijven voor een laatste verleiding, en tot de uiterste seconde zijn heil hier zoeken. Iemand als Hockney kijkt daarom niet alleen voorbij de dingen naar de horizon, maar ook en vooral naar de dingen zelf. Dat is misschien niet in overeenstemming met de natuur, maar wel met die van het zien. Ja, en als God dan inderdaad 'nooit iets anders geweest is dan de waarheid van het zintuiglijke', dan is de keuze tussen die God en die van de huidige Olympische Spelen niet moeilijk...

Hier, nog zo'n mooie Hockney:

David Hockney - Mother
David Hockney, Mother, fotografische collage, 1985.

Feedback

# re: Een kwestie van perspectief

8/7/2008 11:34 PM by Samuel
Ha Rutger, voor de duidelijkheid: Badiou's woorden die ik citeerde zijn puur parafrase/interpretatie van die van Deleuze. Badiou zou *nooit* schrijven dat hij geen waarheid nodig heeft. De waarheid is bij Badiou het enige wat de mens boven zijn dierlijke basis uittilt.

Badiou is trouwens een van de meest helder schrijvende denkers, qua betoogopbouw en woordkeus, die ik ooit heb gelezen. Die frase over het buigen van die wordingen gaat ook weer over Deleuze; zoals ik het lees is de 'sens' de vitalistische grondslag voor de gebeurtenis/het wordende. Dus ik zit hier, en ik heb nu allerlei vitalistische gewaarwordingen van dingen die hard bezig zijn om niet te Zijn maar te Worden (alle kanten op te buigen). Het theater van dat buigende worden is de zintuigelijkheid.

# re: Een kwestie van perspectief

8/8/2008 12:07 AM by Adriaan Krabbendam
Dalí deed een aantal zeer sterke woordloze uitspraken over het verdwijnpunt, onder meer in zijn ontwerpen voor de tarotkaarten “De Dood” en “De Wereld”, die als dia’s over elkaar geschoven kunnen worden en waar dit verdwijnpunt samenvalt met de grijns. (De eeuwige grijns?)
Otto Maanzaad, met wie ik hierover uitvoerig e-mailde, varieerde hierop in zijn bâtafyschische Dèr Mouw Convent, als te zien op Poetry Kessel-Lo Poezie (http://www.vilt.net/kessello/?p=916), waar hij ook Dalí’s “De Wereld” citeerde. (Dalí citeerde op zijn beurt de gratiën van Cranach, eveneens door Maanzaad geciteerd, elders op het Convent, ook samen met Dalí.)
Ik ben niet zo’n filosofenlezer (uitzonderingen daargelaten), maar vindt grote poëtische affiniteit bij schilders (als Dalí en Ernst en Balthus, bij voorbeeld). En Hockney is ook niet mis. Dank voor de tekeningen, ik kende ze niet.

# re: Een kwestie van perspectief

8/8/2008 1:30 AM by RHCdG
Hoi Samuel,

Ik vind die buigingen van die wordingen zoals je 't uitlegt wel een mooi beeld opleveren. Wat dacht je van deze van Sybren Polet?

Het einde, altijd aanwezig,
krult op tot een nul, overborrelend
van toekomstige getallen
in het getalloze uur van de nacht.

# re: Een kwestie van perspectief

8/8/2008 1:32 AM by RHCdG
Hoi Adriaan,

Die tekeningen staan op één blad, maar ik heb ze op de computer doormidden moeten snijden om ze hier te kunnen laten zien. Ik vind die fotocollages echt schitterend, zijn andere werk trouwens ook, heel vrolijk altijd met lichte kleuren; 't is heel subtiel.

Ik heb ooit eens een aanvaring met Otto Maanzaad gehad, (maar ja, met wie niet) maar toen was ik nog geen kesselloër (ben het nóg nauwelijks) en had ik zijn werk aldaar nog niet gezien. Laat ik maar eens publiekelijk verklaren dat ik het heel sterk vind wat ie doet en maakt. Ik hou er wel van! Bedankt voor de link.

# re: Een kwestie van perspectief

8/8/2008 1:48 AM by Adriaan Krabbendam
En waarom moet ik hier en ook bij het lezen van de discussie bij bovengenoemde buren toch telkens denken aan Bataille, een van die filosofen die ik dan wél weer las, aan het schitterende "De innerlijke ervaring"? Omdat dat boekwerk zo geslaagd is juist door de met de titel al gegeven mislukking? Ik vond het in elk geval geweldig dat iemand zonder al te veel poeha een tot mislukken gedoemd project start en dat inculsief de mislukking ervan publiceert... Ontroerend, of, louter poëzie, van de inhoudsopgaaf (te lezen als een werkplan) tot de laatste vertwijfelde pagina. De volstrekte antipode van Wittgenstein, in elk geval waar het diens veel geciteerde enigma betreft. Of een antwoord daarop. En: de rijkdom van het onvoltooide.
Eros en Logos, and never the twain shall meet.

Alleen daarom al vind ik termen als de "waarheid van het zintuiglijke" baarlijke nonsens. Als het zintuiglijke - de zintuiglijke ervaring, ofwel, de ervaring - een waarheid bevat of voorstelt, vanwaar dan die tautologische nadruk op "de waarheid"? Waarheid heeft alleen betekenis als werkelijkheid. (En werkelijkheid weer alleen als zintuiglijk ervaren.) Eros valt niet uit Logos te verklaren. Net zo min als Logos door Eros te vatten is. Te omsingelen, ja. (En daarin is Eros altijd de meerdere; Logos moet het uiteindelijk toch doen met zichzelf - saaie boel, daarom zal de poëzie wel uitgevonden zijn, en de muziek.)
Terugkomend op Bataille: die deed althans een naar mijn mening oprechte poging de twee werelden met elkaar in verband te brengen, een "gesprek" te doen aangaan. Ging niet, natuurlijk, en dat probeerde hij te laten zien. (Ook in zijn romans en poëzie.) Het is een soort bevlogenheid waar ik grote waardering voor heb.
Hoe interessant de discussie ook is, opnieuw word ik er niet door geprikkeld om Badiou en die andere interessante snuiters te gaan lezen. Wel ben ik de afgelopen jaren meer en meer geprikkeld geraakt Oosterhoff beter te gaan lezen (vond ik in het begin niks aan), mede door prikkels als dit soort discussies en blogs. In de kwal roept de zee...

# re: Een kwestie van perspectief

8/8/2008 2:00 AM by Adriaan Krabbendam
En dan vóór het slapen gaan: mijn "inculsief" is natuurlijk een geweldig voorbeeld van een freudiaanse vertyping - Eros wint 't altijd; daar heb je geen hasjsigaretjes voor nodig.
(Mijn CaSe SeNsItIvE code van zojuist luidde f=8. Helemaal eens.)

# re: Een kwestie van perspectief

1/5/2009 12:07 AM by Peter Keus
Na het bekijken van uw afbeeldingen komt het mij voor dat er verschillende exemplaren van Pearblossom Highway bestaan. Wanneer ik op - hier - klik, wordt de collage niet alleen in een hogere resolutie, maar ook in een andere kleur afgebeeld. Bovendien lijken de individuele foto's van de collage op beide afbeeldingen anders te zijn gerangschikt. Zijn er werkelijk minimaal twee exemplaren van het origineel? En welk exemplaar is dan het echte?
Sinds de renaissance focussen schilders letterlijk op het idee om het kunstwerk venster van een stukje van de wereld te laten zijn, totdat de fotografie in de 2e helft van de 19e eeuw het kunstwerk zelf tot onderwerp maakte. Voor mij markeert Pearblossom Highway het definitieve afscheid van een positivistisch wereldbeeld. Het idee dat de wereld is te kennen door deze van een afstand te beschrijven.
Ik dacht dat David Hockney zijn collages uit polaroidopnamen samenstelde. Van een polaroidopname is geen tweede afdruk te maken. De eenmaligheid van de foto en de bijzondere plek in de collage, maakt ook de samenhang in de afbeelding eenmalig en dus te kennen. Wanneer er echter meerdere versies van het collage bestaan, die zijn gemaakt met dezelfde opnames, wordt het daarmee uitgedrukte idee alleen maar sterker.
Ontwikkelingen in kunst en wetenschap trekken meer met elkaar op, dan ontwikkelingen in geloofssystemen. En alhoewel je niet kunt ontkennen dat de beoefenaars en de gebruikers van de producten ervan, voor een soepel functioneren een zeker geloof in de stand van wetenschap en kunst moeten hebben, is voortgaande ontwikkeling zo belangrijk, dat geloof geen doel op zichzelf kan zijn. Pearblossom Highway trekt een streep door de subject-object relatie tussen de kunstenaar en zijn onderwerp, tussen de wetenschapper en zijn proef. Het toont hoe gebeurtenissen – 'events' wat mij betreft – alleen in hun onderlinge samenhang een zinvol verhaal kunnen vertellen. Meerdere exemplaren van het collage op basis van dezelfde foto’s versterken dit idee. Ik ben dus erg benieuwd of er werkelijk meerdere versies van het collage bestaan. Kan iemand mij hierover berichten?

# re: Een kwestie van perspectief

1/5/2009 12:30 PM by RHCdG
Hallo Peter,

Dank je wel voor je reactie. Ik denk dat het kleurverschil met de scankwaliteit van de afbeeldingen te maken heeft; in elk geval kan ik me niet voorstellen dat er twee exemplaren zijn. Ik zie ook niet goed hoe zo'n meervoudigheid het 'idee' sterker tot uitdrukking zou brengen. Van meer dan één Pearlblossom Highway zou opnieuw een collage kunnen worden gemaakt, en zo verder.

# Over Bas Heijne, ‘Echt zien’ | RHCdG

11/4/2011 3:52 PM by Pingback/TrackBack
Over Bas Heijne, ‘Echt zien’ | RHCdG

Post Comment

Title  
Name  
Url
Comment   

ATTENTION: the code you need to copy is CaSe SeNsItIvE and is required to prevent spam.
Enter the code you see: