Kiekeboek

 

Bron: Iets, nr. 17 (1967), p. 15.

een van de weineg bekende maar zeer belangwekkende tijdschriften op literèr gebied is VERS UNIVERS. ik zeg literèr, ten onrechte. de literatuur van V.U. is “beeldende” literatuur – beeldende, naar analogie van beeldende kunst.
voor zever ik naging is er ban “beeldspraak nauweleks spraak in V.U. beeldspraak roept steeds twee voorstellingen op: een absursde,maar die door het rejele wordt gesust. een(rejele) vrouw als een (absurde) dragonder,maar met een(rejeel) hart van (absurd) goud.
dit dualisme ontbreekt – niet geheel, maar vrijwel – in V.U. heel juist is het dan ook dat gertrude stein hier gesiteerd wordt: a rose is a rose, dwz. a rose is niet: verleiding hoerendom, liefde,”poë-zie is taal, geen filosofie”, zegt frans van der linden. maar zelfs de filosoof(wittgenstein) wil van de filosofie af. alom zoeken ook schrijversnaar een nieuw nul punt, een nieuw nivoo, waarop men poëzie kan beoefenen als een spel met letters, een spel met woorden, een spel met spasies. de oeroude carmina figurasie wordt nieuw leven ingeblazen (ondertitel V.U.: pour le souffle createur),
we vinden teksten voor drie ov meer stemmen op de bendrekorder, die bovendien als geschreven iets tiepografies ons oog strelen. geen dualisme(uitzonderingen: maria van der steen. overhoop met godzelf; michel seuphor, met zijn toi et moi) maar nihilisme arrigo lora totino) of monisme (frans van der linden) tegen jan molitor, die in dit tijdschrift kennelek zijn klimaat gevonden heeft, zei ik eens: “de mens is een maanblaffer”, “ja”, zei hij, “maar hij blaft tegen alles.”
daarom zei ik ten onrechte “literèr”. het leven zèlf is aanleiding tot idt soort literatuur, het leven zelf is dit nulpunt waar ik het over had deze literatuur verbind zich met techniese middelen. het is een literatuur met een operasioneel karakter, die simbiose van mens en techniek waarbij de mens middelpunt is vaan een wereld die in een technies netwerk werd veranderd..

Plaats een reactie