Het henthaant past niet in een schema

 

Door: Edwin Fagel.
Bron: De Recensent, 4 januari 2003.

Ik ben neerlandicus. Eentje met een meer dan gemiddelde belangstelling voor literatuur en poëzie. Maar ik moet toegeven: van Rudy Cornets de Groot, van wie recent het verzameld werk op het internet verscheen, had ik nooit gehoord. Toch is hij kennelijk erg actief geweest in mijn belangstellingsgebied. Zijn omvangrijk oeuvre bevat essays over Lucebert, Vestdijk en Mulisch. Ook heeft hij politieke essays en een tweetal autobiografische romans gepubliceerd. Je zou zeggen dat iemand die zich neerlandicus (met meer dan gemiddelde belangstelling voor literatuur en poëzie) noemt, in ieder geval wel eens gehoord moet hebben van deze Rudy Cornets de Groot. Niet dus.

Misschien (en laten we het daar maar op houden) ben ik daar gewoon wat te jong voor. Rudy Cornets de Groot werd in 1929 in Bandoeng geboren. Eind jaren veertig vestigde hij zich in Nederland. Hij debuteerde in 1966 met de essaybundel De open ruimte, schreef zijn belangrijkste werk in de jaren zestig en zeventig en stierf in Leiden in 1991. Bij mijn weten ligt geen van zijn boeken op het moment in de boekhandel.

Na een beetje rondkijken op het internet blijk ik in ieder geval één prozastuk van zijn hand wél heel goed te kennen. In de zomer na mijn eerste studiejaar hield ik tijdens het leren van mijn hertentamens voortdurend één poëziebundel naast mijn studieboeken: de bloemlezing Poëzie is kinderspel van Lucebert. Ik gebruikte de heldere inleiding als leidraad bij het lezen van de vaak ontoegankelijke poëzie van Lucebert. Die inleiding blijkt geschreven te zijn door Rudy Cornets de Groot.

Zijn zoon, Rutger Cornets de Groot, verzorgde de publicatie van zijn verzameld werk op het internet, en heeft daarbij geen half werk geleverd. In de verantwoording legt hij uit dat de site geen verzameld werk in strikte zin van het woord is; daarvoor is Cornets de Groots oeuvre te groot (de site bevat ongeveer 15% van wat ooit door hem is gepubliceerd). Ook kun je het bezwaarlijk een bloemlezing noemen. Zoon Rutger noemt het daarom een `synthetisch overzicht´. De site biedt het `beste uit de brede kern´ van wat Cornets de Groot in zijn leven geschreven heeft.

Het geheel is opgebouwd in drie delen (de bijlagen niet meegerekend): Het persoonlijk systeem, dat een inleidend overzicht biedt van de levens- en literatuuropvatting van deze schrijver. `Ik ben niet geïnteresseerd in literatuur, ik interesseer me voor een wijze van leven,´ lezen we meerdere malen; een opmerking die de kern vormt van zijn opvattingen. Cornets de Groot had een afkeer van verheven literatuur; hij noemde literatuur een primaire levensbehoefte, `net als eten, drinken en sex.´ Zijn belangstelling ging daarbij vooral uit naar de esthetische waarde van het werk. Hij geloofde niet in geëngageerde literatuur: als het goed is, als de maker volgroeid is, volgt de maatschappelijkheid van een werk uit die esthetische waarde. Engagement in de literatuur vormt enkel een barriere voor de esthetiek, stelde hij. `Werk van een onvolwaardige is per definitie mismaakt, en dus onesthetisch, en daarom verwerpelijk.´

De tweede afdeling, Een queeste, biedt een staaltje superieure essayistiek. Zijn stukken over Lucebert waren voor mij, zelfs na het verslinden van Poëzie is kinderspel, eye-openers. Dit zijn niet zozeer essays, maar eerder hoofdstukken uit een proefschrift, waarbij Cornets de Groot de poëzie van Lucebert met veel aandacht en respect ontleed en uitlegt. De ernst waarmee hij dit doet is soms vertederend: `[…] dan blijkt al hoe ontoereikend ons schema is, hoe moeilijk zich iets dat van Lucebert afkomstig is, in een schema onder laat brengen. Want nu zit ik nog met het woord (het) henthaant, en iets, mijn geweten waarschijnlijk, verzet er zich tegen dit woord bij de meerlettergrepige woorden te plaatsen.´ Maar zonder twijfel was Cornets de Groot één van de grootste kenners en pleitbezorgers van het werk van Lucebert. Ook de stukken over Vestdijk en Mulisch zijn om te smullen.

De laatste afdeling (Striptease) is ook chronologisch de laatste: in de jaren zeventig en tachtig werd het werk van Cornets de Groot meer autobiografisch, meer verhalend. Het is niet zijn meest belangwekkende werk. Want hoewel Cornets de Groot een goede stijl had, en enkele mooie passages over zijn jeugd heeft geschreven, is zijn verhalend proza weinig sprankelend. Het lijdt onder het manco van veel tempo doeloe-literatuur. Het mijmert en het heimweet. Gelukkig bezat Cornets de Groot een flinke dosis eigenwijsheid en eruditie, zodat zijn proza in het genre nog wel het meest genietbare is.

`Het is misschien voor het eerst dat een verzameld werk van deze omvang in digitale vorm wordt gepresenteerd,´ schrijft zoon Rutger in de verantwoording. En niet voor niets, lijkt me. Want het doorwrochte werk van Cornets de Groot is gemakkelijker van papier te lezen dan van het scherm. Waarom verscheen dit verzameld werk (dat eerder een verzamelwerk is) digitaal? Rutger Cornets de Groot voert een aantal bezwaren tegen het medium `boek´ aan: het biedt een ‘lineair keurslijf’, terwijl het internet openstaat voor de grillen van de lezer. Cornets de Groot zelf noemde zijn manier van schrijven ordeloos en chaotisch, het internet zou dat oeuvre dus meer recht doen. Verder stelt zoon Rutger: `Uit een verzameld werk in boekvorm stijgt altijd in de eerste plaats de geur op van de dood; het boek zelf ziet er, dichtgeslagen, uit als een grafkist.´ Het hier verzamelde werk is volgens hem daarvoor te levend.

Aanvechtbare woorden. Hier wordt het internet naar mijn smaak een beetje te gretig heilig verklaard. Mijn ietwat boosaardige en waarschijnlijk niet onterechte veronderstelling is, dat geen uitgever bereid is dit verzameld werk uit te geven. Dat heeft niet zozeer met de kwaliteit van het werk te maken, als wel met de verkoopbaarheid. Dat geen van zijn boeken herdrukt is, zegt in dit opzicht voldoende.

Maar toegegeven: de mogelijkheden van het internet worden op deze site mooi uitgebuit. Zo worden de essays voorafgegaan door uitgebreide beschouwingen (in een boek zou daar geen ruimte voor zijn). De afdeling Striptease bevat een bewegend plaatje van een zich ontkledende vrouw (achter een scherm, dus heel decent). En in de bijlagen is een filmfragment te bekijken van Cornets de Groots optreden in het VPRO-kunstprogramma Fata banana.

Zo wordt het werk van Rudy Cornets de Groot, dat anders in de antiquariaten zou vergelen, aan de vergetelheid ontrukt. Of dat in de geest van de schrijver zelf is, weet ik niet. Hij zei over zijn eigen werk: `Van veel belang is dit allemaal niet. Het is hoogstens van belang voor mij, voor mijn vlucht uit ruimte, tijd en subject.´ Maar in ieder geval biedt het onoplettende neerlandici als ondergetekende (om maar een groep te noemen) de gelegenheid alsnog kennis te maken met dat werk. En dat is pure winst.

Auteur: Rudy Cornets de Groot
Titel: De open ruimte: digitaal verzameld werk
www.xs4all.nl/cornets/deopenruimte
Datum bespreking: 04-01-2003

 

Plaats een reactie