Correspondentie Paul Rodenko (1959-1976)

 

2 brieven.
Bron: Archief Cornets de Groot.
Paul Rodenko op de Hooigracht in Den Haag.
Paul Rodenko op de Hooigracht in Den Haag.

 

1. R.A. Cornets de Groot aan Paul Rodenko

[Brief in handschrift, 1 blz.]

Den Haag, 7 april 1959

Zeer geachte heer Rodenko,

Het is onder aanmoediging van o.a. de Heren Aimé van Santen,1 Jozef Eyckmans2 en Bert Honselaar,3 dat ik het waag, ingesloten essai4 naar U toe te zenden.
Ofschoon mijn ambities geenszins op het literaire vlak liggen, – ik studeer geschiedenis – meen ik toch, dat het beeld van de “nonconformist van de massa” wellicht de prullebak bespaard zou kunnen blijven, indien U zich erover ontfermde.
Wanneer dit geschrift voor publikatie vatbaar is, zou het met Uw medewerking misschien een plaats kunnen vinden in “Maatstaf”.
Ik geef bij voorbaat toe, dat de slotkonklusie van deze beschouwing weinig verrassend is; niettemin vlei ik mij met de gedachte een ander uitgangspunt te hebben aangewezen – afgeleid uit ideeën van Lady Welby, Empson, Jan Romein en Marie S. Visser – dan mij gewoonlijk onder ogen komt.5
Met grote spanning verwacht ik Uw reaktie op een en ander, en ik spreek daarvoor bij voorbaat mijn dank uit.
Met de meeste hoogachting,

[Handtekening]

R.A. Cornets de Groot
Denneweg 11a
Den Haag


2. R.A. Cornets de Groot aan Jettie Rodenko

[Brief in handschrift, 2 blz.]

Rijswijk, 15 juni 1976

Zeer geachte mevrouw Rodenko,

’t Is mij niet goed mogelijk de indruk vast te leggen van mijn gevoelens toen ik, een paar dagen geleden nog maar, uw brief mocht ontvangen, waarin u ’t treurige nieuws van Pauls heengaan bekend maakte. Juist omdat ik hem in feite persoonlijk niet kende, trof mij de toezending van uw brief des te meer.
Ik was van uw man een groot bewonderaar, en ik hoef wel niet te vertellen dat vooral híj ’t was, die mij door zijn werk hielp bij ’t begrijpen en verstaan van de nieuwe poëzie.
In die eerste jaren ’50 maakte ik hem uit de verte mee in het zeer haagse café De Posthoorn. Toen ik jaren later een paar weken in Vorden doorbracht (waar ik e.e.a. over Staring schreef),6 kwam ik even in de verleiding hem en de zijnen in Zutphen op te zoeken. En natuurlijk, schroom weerhield mij, – helaas. Want eenmaal terug in Den Haag, hoorde ik van vrienden van hem bij het Letterkundig Museum, dat hij een dergelijk bezoek stellig leuk zou hebben gevonden. Wat mij betreft – ik voelde mij in mijn ideeën zeer verwant aan hem. Ik verbeeld mij ook dat in mijn essays de invloed van Paul zeer wel merkbaar is. In ieder geval zou ik graag zijn leerling geweest zijn – in nauwer contact dan via boeken mogelijk is.
Daarom is ’t zo verdrietig dat niet zozeer mijn terughoudende aard, of de afstand Den Haag-Zutphen, maar zijn ontijdig heengaan mij een vriendschap deed missen, waar ik buitengewoon trots op geweest zou zijn.
Graag wil ik u zeggen, hoezeer ’t mij spijt, dat ik mij aan allerlei verplichtingen, verband houdend met

[p. 2]

correcties en examens, niet heb kunnen onttrekken, om afscheid te nemen van de eerste voorvechter van onze nieuwe literatuur.
Ik wens u in deze moeilijke dagen alle sterkte toe, in het vertrouwen dat u uit de vriendschap die velen voor uw man koesterden, troost zult kunnen putten.
Wilt u ook – namens mij – mijn deelneming overbrengen aan uw huisgenoten en familieleden?

Met gevoelens van hoogachting en vriendschap
blijf ik
gaarne Uw

[Handtekening]

R.A. Cornets de Groot
Huis te Landelaan 69
Rijswijk (ZH)


  1. Schrijver en beeldend kunstenaar onder het ps. Jan Molitor. Cornets de Groot wijdt enkele belangwekkende pagina’s aan hem in De kunst van het falen, p. 112-120. []
  2. Dichter, filmcriticus en schrijver van de verzetsroman Vlucht naar voren (1948). []
  3. Dichter en musicus. Zijn debuutbundel Bij dit leven nog stelde hij in 1955 samen met Paul Rodenko. []
  4. Het gaat hier om Cornets de Groots vroegste essay, De non-conformist van de massa, dat niet is gepubliceerd. []
  5. Van geen van deze invloeden is in het verdere oeuvre van Cornets de Groot een spoor merkbaar; de namen althans keren niet terug. []
  6. Het essay Een oprecht gemoed. []

Plaats een reactie