Brief aan Gert-Jan Vincent

1¼ vel handschrift, ongepubliceerd.
Bron: Archief Cornets de Groot.

[p. 1]

L. [Leiden] 30 jan ’86

Ha, die G.J.!1

Ik heb geprobeerd je op je verjaardag te bellen, maar meneer (of mevrouw) was urenlang in gesprek. Ik heb geprobeerd je de volgende dag te bellen. Een baby-sit moest me te woord staan. Vandaar nu, dat ik je maar schrijf. Om je geluk te wensen met je verjaardag, en om je te bedanken voor het stukje2 dat je aan mij gewijd hebt in dat alleraardigste Ik predik de nadorst,3 een titel, die zowel in ’t boekje als in de toespraken – vooral de schandalige van Frans Houdijk – legendevormend werkt.

Ik vind je stuk uitstekend in elkaar zitten. Ogenschijnlijk bewandel je daarin een weg die de goedkeuring van types als Willem van der Ende4 weg zou kunnen dragen: weloverwogen, argumenterend, componerend, evenwichtig, rangschikkend. Kortom: klassiek. ’t Causaliteitsbeginsel huldigend in je uiteenzetting hoe Vestdijk grijpbaar wordt, als je de lijn van zijn denken volgt.
Om dan de sprong te maken die “de vleesgeworden paradox” met de parapedagoog verbindt tot wat je de “goeroe” noemt.
Hier is in wezen geen samenhang tussen feiten en feiten, maar hier past je denken zich aan feiten aan. Uitstekend! Je begint te denken op een manier die mij ligt. Je legt een bom onder de x- en de y-as van het denken – Ja, je bent welkom in de “orde van de chaos”,5 omdat je bewijst, dat je intuïtie heel zuiver is. Vakmanschap (jouw ‘vakdocent’) heeft mij nimmer aangesproken. Het doet me te veel denken aan “arbeid” in de economische zin van het woord. Een artist, een leraar behoort vrij te zijn, een autonome persoonlijkheid, een bohémien, die voor zijn lol bezig is met iets, zonder dat je zou kunnen zeggen dat hij “werkt”. Hij laat zich onderhouden voor ’t plezier dat hij belichaamt en verspreidt. Er zijn kloosters denkbaar voor zulke lui. De lerarenkamer, een werkweek met 4 Havo is zo’n klooster. Vestdijk bevond zich in zo’n gemeenschap, St. Michielsgestel; ik verdenk hem ervan, dat dat zo’n levende indruk op hem maakte, dat dat laatste hoofdstuk uit De toekomst geïnspireerd is door zijn ervaringen daar. Zou een bundel als Madonna met de valken ooit in Den Haag of zelfs maar in Doorn geschreven kunnen zijn?
Je sprong naar ’t klooster voor déze goeroe CN die je als de “al te aardse parapedagoog” typeert is een intuïtieve. Het is een goede sprong, bij alle trefzekere humor!

[p. 2]

Dat wou ik je door de telefoon meedelen. Je hebt me serieus genomen, misschien vat ik ’t serieuzer op, dan je bedoelt, maar zo werkt je bijdrage. Voor die dieptestruktuur in je stukje ben ik je oprecht dankbaar!

Hartelijks van huis tot huis, je

Rudi


  1. Gert-Jan Vincent, vanaf 1973 collega-leraar Nederlands aan het Lodewijk Makeblijde College in Rijswijk. []
  2. Zie Vincents bijdrage Cornetto, een sater in monnikspij. []
  3. Het voor Cornets de Groot samengestelde liber amicorum Ik predik de nadorst was een initiatief van Jan Verstappen en Gert-Jan Vincent. []
  4. Collega-leraar Nederlands. Zie diens bijdrage aan Ik predik de nadorst. []
  5. Verwijzing naar Cornets de Groots boek over Vestdijk De chaos en de volheid. []

Plaats een reactie