Bezinning

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 6e jrg., nr. 14, 28 april 1975.1

Religiositeit, ook in haar atheïstische vormen (meditatie, sensaties van dood, Niets en mystiek) neemt de mens in zijn totaliteit in beslag, en een school die RK is, moet dat wel weten.
Maar hoe het karakter van die religiositeit ook is:
‘metafysisch’, waarbij het ‘vertikale’, de verhouding God/mens alle andere in het niet doet verzinken,
of ‘sociaal’, waarbij de horizontale verhouding tussen het Ik en het andere het sterkst aan de oppervlakte komt,
– ik vind dat een school, ook (en misschien: vooral) wanneer ze een RK-school is, onderdak moet kunnen bieden aan de meest extreme vertegenwoordigers van de beide, hierboven bedoelde vormen van religieuze beleving, zonder dat de een de ander in verdrukking brengt.

Ik ben van het hiervolgende vers van Camphuysen werkelijk niet kapot. Maar hij heeft het voordeel dat de vorm ervan in ieder geval de Spinozistische inhoud niet verborgen houdt.2 Ik wil er overigens niet mee zeggen, dat ik er naar leef. ‘Je moet niet doen wat ik doe’, zei Courbet tegen zijn leerlingen, ‘je moet doen wat ik zeg!’
Met een soortgelijk voorbehoud durf ik nu het aangekondigde citaat wel aan:

Och waren alle mensen wijs,
En wilden daarbij wel,
Deez’ aarde was een paradijs,
Thans is ze meest een hel.

CN


  1. Deze bijdrage werd geschreven in het kader van een zogenaamde ‘bezinningsgroep’. In het redactioneel van dit nummer wordt verteld dat deze groep naar aanleiding van een enquête naar de katholiciteit van de school tweemaal bijeen is gekomen, en dat is besloten dat elk lid zijn visie op papier zou zetten voor publicatie in het I.B. Temidden van alle pleidooien voor een vasthouden aan de katholieke uitgangspunten houdt de op een fraterschool in Padang, Sumatra grootgebrachte Cornets de Groot zich opvallend op de vlakte. Van Vestdijks De toekomst der religie leent hij het onderscheid tussen het ‘metafysische’ en ‘sociale’ type, maar zonder het derde, ‘mystisch-introspectieve’ type te noemen, waar hij zelf toe behoorde. []
  2. Het hieronder geciteerde vers van Dirck R. Camphuysen (1586-1627) staat op de gevel van Spinoza’s woning te Rijnsburg (nu het Spinozahuis). []

Plaats een reactie