Amende honorabele

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 15e jrg., [april 1984].

Het is betreurenswaardig, dat ik in de vorige aflevering van het I.B. de naam van Frits noemde en die automatisch koppelde aan een beschuldiging. Want natuurlijk is het onredelijk om juist hem, die onze geestelijke vrijheid een warm hart toedraagt, ook maar enige vrees toe te dichten voor zaken als creatieve vrijheid en inspiratie. Ik neem deze rare beschuldiging met groot plezier terug en maak hem graag mijn excuses.
Maar ik blijf erbij dat de opvatting die ik uitdroeg in mijn vorige, van kracht blijft.
Zo lees ik in een notitie van VI – als argument om de tafels tóch te behouden – dat er ook leraren zijn “die meer doen dan alleen maar recreëren”.
Daar is een klank, een gevoel, in deze woorden, iets – ja, hoe zal ik zeggen? – van vermaning, iets denigrerends, veroordelends in ieder geval, nou ja: iets moraliserends.
En kijk, dat bedoelde ik nou, toen ik Frits een zekere schroomvalligheid tegen het onnutte, het onverstandige, het plezierige in de schoenen schoof. Dat verwijt, nogmaals, past hem niet. Maar dat die tafels moeten blijven, heeft wel degelijk te maken met die bedremmeling die ons soms bevangt, wanneer iemand onze kooi opent en zegt: ‘Ga gerust, je bent nu vrij…’

CN
 

Plaats een reactie