Een krabbel…

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 10e jrg., nr. 2, oktober 1978.

Het LMC-feest is achter de rug, en ter gelegenheid daarvan komt een Gele Vellen-special uit, met bijdragen van iedereen die over het feest het zijne of het hare te vertellen heeft. Helaas hoor ik zelf nauwelijks tot deze groep. Ik heb van het feest betrekkelijk weinig meegemaakt, omdat ik op de gekste plaatsen als Lodewijk Makeblijde had op te treden, in gezelschap van Tijl Uilenspiegel, Lamme Goedzak, Nele en hun trawanten en tegenspelers. Ik denk dat de schrijvers van dergelijke stukken altijd mij moeten hebben, niet in weerwil van, maar vanwege mijn motorische stoornissen. Ik herinner me nog dat ik op een ander moment (toen een of ander gekkenhuis de toneelmatige achtergrond vormde van (o.a.) mijn optreden), moest dansen met Elly Verlaan: tot schade van haar tenen en van mijn toch zorgvuldig opgebouwde imago van vlotte jongen. Ik waarschuw Jonckers en Vincent nu maar vooruit: voorlopig zet je maar andere lieden op het toneel, want ik baal ervan als een stier de eerstkomende 3 jaar. En daarna heb ik de leeftijd bereikt dat men mij gewoon niet meer op het toneel wil hébben; zodat ik wat dit betreft geramd en gebeiteld zit voor heel mijn leven.

Het is trouwens of je dat een beetje uitstraalt, die slechte lichaamsbeheersing. Stel je voor dat ik met Paul Rijnbeek een wielerstadion (heet dat zo, overigens?) bezoeken zou als begeleider van een handvol wielrenners van het LMC, – ik had me in het hoofd gezet dat zo’n ding in Schiedam zou staan, en was dus billijk verbaasd, toen Paul me op gegeven ogenblik wekte met de woorden: ‘We zijn in Sloten’. Ik keek op mijn horloge en vroeg: ‘Friesland’? Toen snapte hij er ook niets meer van, verklaarde me waarschijnlijk voor gek, maar zei eenvoudig: ‘Amsterdam’. De beheerder van de tent was een vijftiger, hetgeen je hem trouwens ook kon aanzien, zijn sportieve verleden ten spijt; hij keek me meewarig aan en vroeg of ik soms ook van de partij moest zijn op die steile baan. Maar toen ik hem op hoge toon om een hometrainer vroeg, en er nog aan toevoegde dat ze die dingen op mijn roeivereniging in Leiden óok hadden, bond hij toch snel in. Hij rammelde met kopjes en toverde een bak koffie voor me tevoorschijn. Eén nul. En daar bleef het niet bij, al wapperden mijn oren, toen ik van hem vernam dat men in de wielersport onderscheid maakt tussen ‘jongeren’ en ‘junioren’, ‘amateurs’ en ‘liefhebbers’. Heel Nederland is waarschijnlijk éen groot krankzinnigengesticht, en de behoefte aan leraren Nederlands zal de eerste tijd wel niet verdwijnen.

Terwille van de orde in een klas houd ik mijn pupillen altijd voor, dat de waarde van een gemeenschap recht evenredig staat tot de vrijheid van haar enkelingen. Maar mij bond men op de opening van het feest een rode band om, ontnam me mijn pils, drukte me een fotocopy waarop de consignes in handen en stuurde me de zaal in. Nu vind ik dat je op een feest niet gelukkig hoeft te zijn. Men mag wat mij betreft diep ongelukkig wezen op zo’n gelegenheid, – als men maar vrolijk is! Het was mij niet gegeven de ene, de andere, of de derde staat van mystieke extase te bereiken. Ik liep wat rond en vond tenslotte het beste gezelschap dat ik me wensen kon: mezelf. Toen heb ik goddank toch maar een pilsje gepakt, en ook daar is het niet bij gebleven.

De laatste avond van de feestweek ontging me, omdat ik van alle drukte dermate gedeprimeerd raakte, dat ik met recht kon zeggen: ‘ik ben er ziek van’. Mijn vrouw ging die avond dan maar alleen; het was de reünie van o.a. haar jaargang.1 Zij had uiteraard geen kaartje. Maar na veel en weer geloop tussen rodebandendragers mocht ze er dan toch in. Voor drie rijksdaalders. Pas toen ze lucht gaf aan haar voornemen dan maar stampei te maken, mocht het ook voor niks. Maar ach, als een feest glad verloopt, hebben we daar weer kritiek op; ’t is best moeilijk, organiseren.

CN


  1. Cornets de Groot leerde zijn tweede vrouw als leerlinge in zijn klas kennen. Zie hiervoor de autobiografische hoofdstukken in de bundel Striptease en de roman Liefde, wat heet! []

Plaats een reactie