Een krabbel…

 

Bron: Informatief Bulletin (‘Gele vellen’), Lodewijk Makeblijde College, Rijswijk (Z-H), 10e jrg., nr. 3, 13 november 1978.

Dames en heren ook,1 de moeilijkheid, wanneer je in het week-end de verschijning van de gele vellen moet voorbereiden, is, dat je eigenlijk niet goed weet, wat er in komt. Kijk, ik heb graag dat de kopij-voor-het-IB er vóor het week-end is. Dan kan ik zonder veel problemen aan de slag. Maar de leveranciers van de kopij hebben graag een week-end lang de tijd om iets uit de pen te zuigen. Zo zit ik dus zonder kopij, maar heb wel tal van beloften: je krijgt wel iets van me, maandag.
Goed, ik kan u niet vertellen wat er in het IB staat. Maar ik kan u wel vertellen wat erin gestaan zou hebben, wanneer iedereen zich aan zijn beloften gehouden had!
In ieder geval is er een koffiepraatje van Streng. Een hecht doortimmerd stuk, geenszins ontsierd door de vele cijfers, en tamelijk optimistisch van strekking. Een fraai brokje stilistische vaardigheid.
Voorts, van Jacinta, een verslag van het schaaksimultaan. Ik voeg aan haar uiterst objectieve weergave van de werkelijkheid toe, dat zij tegen Böhm remise wist te spelen, en dat de kwaliteit van haar spel haar een (tweede) prijs bezorgd zou hebben, zo die er was geweest.
Van Frans: een paar stukjes, o.a. iets uit Pedagogische Studiën, of een commentaar erop, dat heb ik niet goed onthouden, en nog zo wat, waarover Frans me in het ongewisse liet. Niet omdat hij graag geheimzinnig doet, maar omdat ik op dat moment met een belangrijke zaak bezig was, die eigenlijk geen onderbreking kon hebben.
Van Lucien: een stukje met cijfers, leerlingen betreffende. Voer voor Van Haaster, denk ik maar vast.
Vervolgens een manuscript op een schoolbank gevonden, anoniem, maar van een gymnasiast, als u het mij vraagt, want hier wordt in een necrologie-bij-voorbaat een klassikus gehekeld, waarbij heel wat kennis van het klassieke wordt geactiveerd. Helemaal doorzien doe ik dit fraais natuurlijk niet, maar de kwaliteit van het poëem is hoog, nog afgezien van het klassieke. Ik weet ook niet of dit gedicht kan, technisch bedoel ik, want dat hangt af van het electronisch reproduceren ervan. Tenslotte noem ik de gebruikelijke rubrieken, en een opstel van mijn hand, dat u op p. 1 vindt of intussen al gevonden hebt.

CN
 


  1. Destijds door het Simplistisch Verbond gebezigde aanspreekvorm. []

Plaats een reactie