29 maart 1989

 

Bron: Archief Cornets de Groot.

Uit een interview met olieman Mahmoud S. Rabbani, De Volkskrant, 25 maart ’89 – wanneer het even over Rushdie gaat:
“Als ik u vraag mij niet te kwetsen in mijn cultuur, wat doet u als medemens? Doe het om mij een plezier te doen”.
Ik kan me niet voorstellen, dat een moslim een ongelovige van enige ontwikkeling vriendelijker en beschaafder dan zo tegemoet kan treden. En inmiddels is in Brussel de broederstrijd tussen de moslims los gebarsten: de imam van de Grote Moskee daar, is met zijn naaste assistent in of nabij de moskee geëxecuteerd. Zijn vrouw liep kort daarna, in de grootste verwarring met een vuurwapen rond en bedreigde daar de geluidsman van een cameraploeg mee. Ze trad even vastberaden als radeloos op en de indruk, die ik van haar bewaar, is er éen van een vrouw, die, zeer onmohamedaans naar mijn mening, door geen scrupules werd geremd. Volmaakte, uit de nood geboren onbevangenheid. De geluidsman maakte snel benen. Het arme mens werd even later toch overmeesterd. De daders zijn er vandoor.
 

Plaats een reactie